Archeologisch rapport Archis3 ID 2400712100N
Dataset
Naam
nl
Archeologisch rapport Archis3 ID 2400712100N
Omschrijving
Locatie 1-043 Nieuwe Markt, archeologische begeleiding 2 containers RD centrumcoördinaten:
X=108.570, Y=447.450; maaiveld: 0,08 m -NAP.
Uitgevoerd onderzoek
Locatie 1-043 ligt op de oostgrens van het terrein van het klooster van St. Agnes. De huidige
Agnietenkapel is daar nog een overblijfsel van (afb. 1-043.1). Uit de projectie op de kadastrale kaart
van 1828 blijkt dat de locatie toen bebouwd was met een rij kleine huizen, een hofje. Tegenwoordig is
er van de oude bebouwing niets meer te herkennen en ligt het plein tussen de Hema en de Nieuwe
Marktpassage (afb. 1-043.1-2).
De twee containerbakken zijn geplaatst met gebruikmaking van de stalen bekisting. Tot een diepte
van ca. 1,5 m -mv was het goed mogelijk om waarnemingen te verrichten, daarna liep een
regenwaterafvoer leeg in de werkput waardoor continu water in de put bleef lopen. Het diepste niveau
van Bak 1 was hierdoor slecht zichtbaar. Bij de aanleg van de tweede container liep vanaf ca. 1,0 m
-mv het water dat zich rond de eerste container verzameld had op het vlak, waardoor ook daar
nauwelijks waarnemingen te doen waren. Onderstaande beschrijving is dus geheel gebaseerd op de
waarnemingen in Bak 1.
Bodemopbouw
De diepere bodemopbouw was al bepaald in B034 van het macro-core onderzoek. De bodemopbouw
in de bovenste 3 m -mv is ook in de archeologische begeleiding waargenomen, overeenkomstig de
boring:
0,0-1,0 m -mv schoon ophoogzand
1,0-1,2 m -mv tuingrond, donkerbruin/ zwart
1,2-1,5 m -mv diverse zandlagen met puin, recent opgebracht/verstoord
1,5-2,8 m -mv verschillende dunne zand– en kleilagen met plaatselijk veel puin (zie sporen en
resten)
2,8-3,0 m -mv sterk puinhoudend pakket
Sporen en resten
Vanaf ca. 1,2 m -mv zijn op beide zijden van de put in Bak 1 duidelijk van elkaar verschillende, intacte
archeologische lagen/sporen waargenomen. Op de grens tussen beide delen stonden op 1,5 m –mv
korte vierkante houten palen. Onder dat niveau bevond zich een puinlaag in de noordwestzijde en een
(venige) kleilaag aan de zuidoostzijde van de put. Een donkere laag op ca. 1,5 m -mv bestaat uit
sintelachtig materiaal. Alleen in het profiel aan de noordwestzijde van Bak 1 was op ca. 2,8 m -mv
onder de bekisting een fragment muurwerk zichtbaar, waar de bekisting op bleef hangen (afb.
1-043.4).
Vondsten
Bij de aanleg van de bakken is op het diepste niveau van Bak 2 één vondst gedaan, een fragment van
een test van roodbakkend aardewerk uit de 17e eeuw.
Conclusie
Onder de recente ophooglagen zijn vanaf ca. 1,0/1,2 m -mv intacte archeologische sporen en lagen
aanwezig. Uit de eerder uitgevoerde boring blijkt dat de bodem uit dunne ophooglagen bestaat, wat
wijst op een langzame ophoging en intacte lagen. Door het snel toestromende grond/regenwater
tijdens de archeologische begeleiding was het moeilijk hier een goed beeld van te krijgen. Het verschil
tussen noordwest- en zuidoostzijde van de put komt en de rij houten palen ertussen wijzen mogelijk
op een perceelsgrens in Bak 1. Het kleine fragment muurwerk dat op een diepte van 2,8 m -mv
waargenomen is zou op grond van de zeer globale datering van het totale pakket uit het einde van de
kloosterperiode (ca. 1572) of uit de periode van net na het klooster kunnen dateren.
pagina 2
X=108.570, Y=447.450; maaiveld: 0,08 m -NAP.
Uitgevoerd onderzoek
Locatie 1-043 ligt op de oostgrens van het terrein van het klooster van St. Agnes. De huidige
Agnietenkapel is daar nog een overblijfsel van (afb. 1-043.1). Uit de projectie op de kadastrale kaart
van 1828 blijkt dat de locatie toen bebouwd was met een rij kleine huizen, een hofje. Tegenwoordig is
er van de oude bebouwing niets meer te herkennen en ligt het plein tussen de Hema en de Nieuwe
Marktpassage (afb. 1-043.1-2).
De twee containerbakken zijn geplaatst met gebruikmaking van de stalen bekisting. Tot een diepte
van ca. 1,5 m -mv was het goed mogelijk om waarnemingen te verrichten, daarna liep een
regenwaterafvoer leeg in de werkput waardoor continu water in de put bleef lopen. Het diepste niveau
van Bak 1 was hierdoor slecht zichtbaar. Bij de aanleg van de tweede container liep vanaf ca. 1,0 m
-mv het water dat zich rond de eerste container verzameld had op het vlak, waardoor ook daar
nauwelijks waarnemingen te doen waren. Onderstaande beschrijving is dus geheel gebaseerd op de
waarnemingen in Bak 1.
Bodemopbouw
De diepere bodemopbouw was al bepaald in B034 van het macro-core onderzoek. De bodemopbouw
in de bovenste 3 m -mv is ook in de archeologische begeleiding waargenomen, overeenkomstig de
boring:
0,0-1,0 m -mv schoon ophoogzand
1,0-1,2 m -mv tuingrond, donkerbruin/ zwart
1,2-1,5 m -mv diverse zandlagen met puin, recent opgebracht/verstoord
1,5-2,8 m -mv verschillende dunne zand– en kleilagen met plaatselijk veel puin (zie sporen en
resten)
2,8-3,0 m -mv sterk puinhoudend pakket
Sporen en resten
Vanaf ca. 1,2 m -mv zijn op beide zijden van de put in Bak 1 duidelijk van elkaar verschillende, intacte
archeologische lagen/sporen waargenomen. Op de grens tussen beide delen stonden op 1,5 m –mv
korte vierkante houten palen. Onder dat niveau bevond zich een puinlaag in de noordwestzijde en een
(venige) kleilaag aan de zuidoostzijde van de put. Een donkere laag op ca. 1,5 m -mv bestaat uit
sintelachtig materiaal. Alleen in het profiel aan de noordwestzijde van Bak 1 was op ca. 2,8 m -mv
onder de bekisting een fragment muurwerk zichtbaar, waar de bekisting op bleef hangen (afb.
1-043.4).
Vondsten
Bij de aanleg van de bakken is op het diepste niveau van Bak 2 één vondst gedaan, een fragment van
een test van roodbakkend aardewerk uit de 17e eeuw.
Conclusie
Onder de recente ophooglagen zijn vanaf ca. 1,0/1,2 m -mv intacte archeologische sporen en lagen
aanwezig. Uit de eerder uitgevoerde boring blijkt dat de bodem uit dunne ophooglagen bestaat, wat
wijst op een langzame ophoging en intacte lagen. Door het snel toestromende grond/regenwater
tijdens de archeologische begeleiding was het moeilijk hier een goed beeld van te krijgen. Het verschil
tussen noordwest- en zuidoostzijde van de put komt en de rij houten palen ertussen wijzen mogelijk
op een perceelsgrens in Bak 1. Het kleine fragment muurwerk dat op een diepte van 2,8 m -mv
waargenomen is zou op grond van de zeer globale datering van het totale pakket uit het einde van de
kloosterperiode (ca. 1572) of uit de periode van net na het klooster kunnen dateren.
pagina 2
Rapport URL
Datum publicatie
2017/21
Aanvullend type
Zaak in Archis
Heeft topologische relatie
Nieuwe Markt (1-043)
Periode
Geometrie
Steekwoorden
AB
Bodem binnenstad
Identifier
gis-gouda-nl/V_ARCH_ONDERZOEK.95
- Collecties
- Archeologische rapporten Gouda