Gegevens & afbeeldingen » Regesten uit het Archief van de stad Gouda

Objecten

• Regest 0001/341
  Schout en buurlieden van Moordrecht oorkonden dat Cornelis Dirxsz Bueckel verklaard heeft van het convent van de nonnen op de Gouwe in erfpacht ontvangen te hebben drie viertelen land in het ambacht voornoemd, belast met 's herenpacht van 44 stuivers min een oortje per jaar (O = het land van de weduwe van mr. Reynier Bruyt, W = het land van Job Pietersz), voor 24 Carolusgulden per jaar, onder verband van zijn twee viertelen land groot omtrent zeven morgen in Moordrecht (O = het land van Marritgen Willems weduwe, W = Dirck Nansen), tussen de IJssel en de Tiendeweg.
• Regest 0001/342
  Keizer Karel V geeft de baljuw en burgemeesters van Gouda toestemming om een schutterij van 300 busschieters of kolveniers op te richten; hij keurt het door hen opgestelde reglement goed.
• Regest 0001/343
  Stadhouder en raden van Holland, Zeeland en West-Friesland bevelen op verzoek van burgemeesters, schepenen en raad de eerste gezworen exploitier van de Raad de ingelanden die in gebreke zijn gebleven de bijdrage als bedoeld in het octrooi van 15 januari 1536 te betalen, daartoe te sommeren.
• Regest 0001/344
  Koningin Maria van Hongarije verlengt het octrooi van 10 augustus 1540, behelzende toestemming om het peil van het brouwsel van 31 op 41 stockstukken te brengen, met drie jaren.
• Regest 0001/345
  Keizer Karel V geeft de stad Gouda toestemming om lijfrenten ten bedrage van 600 Carolusgulden per jaar te verkopen.
• Regest 0001/346
  Het Hof van Holland ontzegt de pastoor, vicarissen en memorieheren van de St.-Janskerk te Gouda hun eis jegens de schoolmeester Cornelis Jansz en de burgemeesters van Gouda inzake de inkomsten van de beneficiën en officiën van de vacerende scholasterie.
• Regest 0001/347
  Cornelis Cornelisz, schout van Moordrecht, oorkondt dat Willem Ellertsz, schout van Waddinxveen, en Dirck Govertsz en Kors Aertsz, ambachtsbewaarders van Waddinxveen, namens de buren van het Zuideinde van Waddinxveen en met toestemming van de hoogheemraden van Schieland aan Gerrit Boeckersz Buytteweg te Leiden in een eeuwige erfpacht hebben uitgegeven de kade, groot omtrent één morgen, tussen de molen op het einde van die kade en de IJsseldijk, aan de oostkant van de Zuideindse wetering tussen de Tiendweg en de IJsseldijk aan de westzijde van de Gouwe (O = 10 morgen land van voornoemde Gerryt en zijn huisvrouw Gerreburch Heyndricxsdr), onder voorwaarde dat de verkrijger en zijn nakomelingen de genoemde wetering zullen onderhouden.
• Regest 0001/348
  Het Hof van Holland, in hoger beroep uitspraak doende in het geschil tussen de regenten van het St. Elisabethgasthuis en de accijnsmeesters, pachters van de bieraccijns, bevestigt het vonnis van het gerecht te Gouda, waarbij regenten werden veroordeeld tot betaling van accijns voor de proveniers in hun gasthuis.
• Regest 0001/349
  Schout en buurlieden van Moordrecht oorkonden dat Saes Harmensz verklaard heeft in erfpacht ontvangen te hebben van het klooster van de nonnen op de Gouwe twee viertelen land in het ambacht voornoemd, belast met een derde deel van 's heeren pacht van 65 stuivers per jaar (W = het land van de procureur-generaal, O = het land van Job Pyetersz), voor 2 £ groten Vlaams per jaar, onder verband van zijn twee tuinen met huis en toebehoren gelegen op de brouwerij (N = het land van Aert Cornelisz, Z = het land van Vrederick Dirxsz).
• Regest 0001/350
  Keizer Karel V geeft burgemeesters, schepenen en gemene raad toestemming om een verlaat te maken in de gracht achter het Lazarushuis (= Moortse verlaat), mits hem 1/3 van de sluisgelden wordt afgedragen.
• Regest 0001/351
  Keizer Karel V verleent als heer van Utrecht Jacob Cornelisz twee tienden in het land van Stein, nl. het Waggelwijksblok en het Wouter Gerritsz blok, die leengoederen Adriaen Sandersz gehad heeft.
• Regest 0001/352
  Keizer Karel V verleent jonkheer Philips van Ligne, heer van Wassenaar, de leengoederen die hij heeft geërfd van zijn moeder Maria, vrouwe van Wassenaar, echtgenote van heer Jacob, graaf van Ligne, waaronder de tollen aan de Goudse sluis te Alphen.
• Regest 0001/353
  Landvoogdes Maria van Hongarije geeft de brouwers van Gouda voor drie jaar toestemming om 41 stokstukken in elk brouwsel te brouwen, op voorwaarde dat elke brouwer per jaar niet meer dan 75 brouwsels zal mogen brouwen, en dat "de twee deelen" (d.w.z. 2/3) van de brouwers hierin tot overeenstemming zullen komen, op straffe van handhaving van het oude peil van 31 stokstukken. De officier wordt gemachtigd de naleving van deze bepaling te controleren en hierop brouwersknechts, dienstboden en anderen te horen.
• Regest 0001/354
  Keizer Karel V, uitspraak doende in een proces voor de Grote Raad te Mechelen tussen Schoonhoven en Gouda ontzegt Schoonhoven een jaarlijkse vrije zuivelmarkt in de maand juli, aangezien deze afbreuk doet aan de Goudse St. Jacobsjaarmarkt.
• Regest 0001/355
  Schout en buurlieden in Bloemendaal oorkonden dat de Heiligegeestmeesters te Gouda verklaard hebben schuldig te zijn aan de regent van Standonx pedagogie te Leuven een rente van 4 £ groten Vlaams per jaar, losbaar met 80 £ groten Vlaams, onder verband van 9½ morgen land in de Ouwe Gouwe in de ban van Bloemendaal (W = het St. Catharinagasthuis, O = Jan Florisz).
• Regest 0001/356
  Keizer Karel verleent Cornelis van der Maet de leengoederen die zijn moeder Hillegont Stevensdr. van Zevender hem heeft overgedragen, zoals deze omschreven zijn in de akte van 5 december 1437 (Reg. nr. 119) .
• Regest 0001/357
  Floris van Assendelft, ridder, heer van Goudriaan, verklaart aan de burgemeesters van Gouda te transporteren zijn rechten op de baljuw- en schoutambten van die stad, uitgezonderd het schoutambt van Bloemendaal, waartegenover de burgemeesters beloven hem 400 Carolusgulden per jaar te betalen.
• Regest 0001/358
  Keizer Karel V geeft de raden van Holland opdracht bekend te maken dat het verboden is Goudse biertonnen te kopen en te gebruiken, of deze met ander dan Gouds bier te vullen.
• Regest 0001/359
  Koningin Maria van Hongarije annuleert de intrekking van het octrooi van 19 juni 1546 (inv.nr. 0001. 2653) op voorwaarde dat de overtredingen die door de schout worden geconstateerd, onmiddellijk berecht worden.
• Regest 0001/360
  Keizer Karel V bepaalt dat alle geboren poorters van Gouda verplicht zijn de stedelijke functies waar te nemen die hun zullen worden opgedragen, ongeacht of zij gedurende de laatste 10 jaren terwijl zij in Gouda bleven wonen van hun poorterschap afstand hebben gedaan of dit alsnog zullen doen, en of zij een nering uitoefenen.