Instantiation

Naam

Regest 0091/590

Datum

1 augustus 1475
Datum Mechlinie

Plaats

Tekst

nl Arturus de Borbonio, apostolisch protonotarius, raadsheer van hertog Karel de Stoute, pastoor van de parochiekerk te Gouda en kanunnik van Bergen op Zoom, staat toe aan de Collatiebroeders, dat hun rector of een priester, door hem gemachtigd, de biecht zal horen van de broeders, de commensalen, en de zieke gasten. Voorts ontvangen zij het recht aan dezen de sacramenten van de H. Eucharistie en het H. Oliesel uit te reiken, alsook de sacramenten te bewaren. Zij mogen een kapel met altaren en een kerkhof hebben; zij en andere geschikte priesters zullen het recht hebben missen op te dragen en andere officies te houden met klokgelui. Op hun kerkhof zullen overleden broeders, commensalen en gasten, die in het Collatiehuis gestorven zijn, begraven mogen worden. De priesters zullen van de scholieren, die voor hun studie in het Collatiehuis vertoeven of er daartoe geregeld komen, de biecht mogen horen en hun de H. Communie uitreiken, wanneer deze de wens daartoe te kennen geven.

Bron

SAMH 0091.17 Algemeen, Cartularium van het Collatiehuis, aangelegd ca. 1469 (vóór 1483), bijgehouden tot 25 mei 1528; met aantekeningen, meest van financiële aard, tot ca. 1 november 1543. <ZR>In dat jaar begon Hendrik van Arnhem de kroniek op te stellen, die het laatste gedeelte van het handschrift uitmaakt. Verschillende oorkonden zijn met dezelfde hand geschreven. Achtte A.H.L. Hensen deze overwegeningen niet voldoende om te beslissen, dat wij hier met een autograaf van de genoemde rector van het Collatiehuis te doen hebben (zie zijn inleiding voor de uitgave van de kroniek in Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap, XX, p.3), voortgaand onderzoek doet deze aarzeling overwinnen. In jongere registers (o.a. inv.nr. 53, fol.5) wordt telkens verwezen naar het "Magnum registrum scriptum manu domini Henrici Aernhem, rectoris huius domus". Vergelijking van de aanhalingen brengt dan tot de conclusie, dat hiermede het onderhavige cartularium bedoeld moet zijn. Ook de notitie op fol. 30 van het cartularium, waar van Geertruud, echtgenote van Henricus van den Hage, die blijkens inv.nr. 53, fol. 5, in 1493 stierf, als van een nog levende persoon wordt uitgesproken, wijst er op, dat het handschrift van vroeger dan het begin van 16e eeuw moet dateren, waarop het door Dalm. van Heel (Catalogus van de handschriften, berustende in de Goudse Librye, p. 28) ten onrechte was gesteld. Een andere vraag is, of sommige oorkonden niet reeds vóór 1483 - het jaar, waarin de schrijver zijn kroniek begon - in het cartularium zijn geboekt. Hendrik van Arnhem aanvaardde zijn rectoraat in 1456: registrering van oorkonden tussen 1456 en 1483 is dus heel goed mogelijk

Bladzijde(n)

7v resp. 11-11v

Commentaar

nl Publicatie: NAKG 7 (1847), p. 98-100
nl Boven de afschriften staat: "littera pastoris tercia et melior". De vier feestdagen, hier bedoeld, zijn Pasen, het geboortefeest van Johannes de Doper, het feest van Paulus' bekering en het feest van Maria's ten-hemel-opneming

Commentaar

Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!

Ik stem ermee in dat mijn bijdragen beschikbaar wordt gemaakt onder een CC BY-SA licentie.