Instantiation

Naam

Regest 0091/528

Datum

15 oktober 1463

Plaats

Tekst

nl Schepenen oorkonden, dat heer Heynric Gijsbertsz, priester en pater van het Collatiehuis, verklaard heeft schuldig te zijn van wege het convent aan het St. Catharinagasthuis 6 gulden per jaar aan rente, staande op het huis van de Collatiebroeders in de Spieringstraat, met dien verstande dat de Collatiebroeders daarvoor elke dinsdag een mis zullen lezen bij de zieken in het genoemde gasthuis, ten behoeve van Dieuwair Dirck Jacob Vrederixzoonszoon's weduwe. Bij in gebreke blijven zullen de Collatiebroeders 120 gulden aan de Gasthuismeesters betalen, waarvoor dezen door een andere priester een mis zullen laten lezen.

Bron

SAMH 0091.17 Algemeen, Cartularium van het Collatiehuis, aangelegd ca. 1469 (vóór 1483), bijgehouden tot 25 mei 1528; met aantekeningen, meest van financiële aard, tot ca. 1 november 1543. <ZR>In dat jaar begon Hendrik van Arnhem de kroniek op te stellen, die het laatste gedeelte van het handschrift uitmaakt. Verschillende oorkonden zijn met dezelfde hand geschreven. Achtte A.H.L. Hensen deze overwegeningen niet voldoende om te beslissen, dat wij hier met een autograaf van de genoemde rector van het Collatiehuis te doen hebben (zie zijn inleiding voor de uitgave van de kroniek in Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap, XX, p.3), voortgaand onderzoek doet deze aarzeling overwinnen. In jongere registers (o.a. inv.nr. 53, fol.5) wordt telkens verwezen naar het "Magnum registrum scriptum manu domini Henrici Aernhem, rectoris huius domus". Vergelijking van de aanhalingen brengt dan tot de conclusie, dat hiermede het onderhavige cartularium bedoeld moet zijn. Ook de notitie op fol. 30 van het cartularium, waar van Geertruud, echtgenote van Henricus van den Hage, die blijkens inv.nr. 53, fol. 5, in 1493 stierf, als van een nog levende persoon wordt uitgesproken, wijst er op, dat het handschrift van vroeger dan het begin van 16e eeuw moet dateren, waarop het door Dalm. van Heel (Catalogus van de handschriften, berustende in de Goudse Librye, p. 28) ten onrechte was gesteld. Een andere vraag is, of sommige oorkonden niet reeds vóór 1483 - het jaar, waarin de schrijver zijn kroniek begon - in het cartularium zijn geboekt. Hendrik van Arnhem aanvaardde zijn rectoraat in 1456: registrering van oorkonden tussen 1456 en 1483 is dus heel goed mogelijk

Bladzijde(n)

29v

Commentaar

nl Het afschrift is gecancelleerd. In de marge staat, dat de verplichting tot deze mis is afgekocht tegen betaling van 10 pond groten, zoals blijkt uit een akte van 1 maart 1507. Zie nr. 513

Commentaar

Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!

Ik stem ermee in dat mijn bijdragen beschikbaar wordt gemaakt onder een CC BY-SA licentie.