Record Set

Naam

nl SAMH 0200.1051 Stukken (vnl. circulaires en ander drukwerk) van en betreffende het Fonds Goudse Glazen, 1940 - (1996), Codicil en testament van Heyltgen Henrick Courtsz dochter (Heyltgen Henrixsdochter), weduwe van Cornelis Cornelisz (lijndraaier resp. hennepkoper). Authentieke afschriften. 5 december 1592 en 20 september 1600. Bevat: (1) Ten overstaan van notaris Cornelis Jobsz en getuigen Jan Cornelisz Houwelingh en Jan Floren, klerk van de stadssecretaris. Daarbij benoemt zij de kinderen van haar broers en zusters tot erfgenaam van hetgeen overblijft van alles wat haar bij testament van 14 juni 1580 door haar oom Thonis Courtsz en zijn vrouw Marritgen Leendertsdochter is nagelaten. (2) Ten overstaan van notaris Jan Florisz de Jager en getuigen Cornelis Jobsz, stadssecretaris, en diens klerk Frans Pietersz. Daarbij bekrachtigt zij het codicil uit 1592 en benoemt zij het Oudemannehuis en het Catharina-gasthuis tot haar universele erfgenamen (na uitkering van legaten enz. en - tijdelijk - van de vruchten van de nalatenschap), waarvoor te zijner tijd in elk van beide godshuizen een preuve moet worden gesticht.

Inventarisnummer

0200.1051

Inventarisbeschrijving

nl Stukken (vnl. circulaires en ander drukwerk) van en betreffende het Fonds Goudse Glazen, 1940 - (1996), Codicil en testament van Heyltgen Henrick Courtsz dochter (Heyltgen Henrixsdochter), weduwe van Cornelis Cornelisz (lijndraaier resp. hennepkoper). Authentieke afschriften. 5 december 1592 en 20 september 1600. Bevat: (1) Ten overstaan van notaris Cornelis Jobsz en getuigen Jan Cornelisz Houwelingh en Jan Floren, klerk van de stadssecretaris. Daarbij benoemt zij de kinderen van haar broers en zusters tot erfgenaam van hetgeen overblijft van alles wat haar bij testament van 14 juni 1580 door haar oom Thonis Courtsz en zijn vrouw Marritgen Leendertsdochter is nagelaten. (2) Ten overstaan van notaris Jan Florisz de Jager en getuigen Cornelis Jobsz, stadssecretaris, en diens klerk Frans Pietersz. Daarbij bekrachtigt zij het codicil uit 1592 en benoemt zij het Oudemannehuis en het Catharina-gasthuis tot haar universele erfgenamen (na uitkering van legaten enz. en - tijdelijk - van de vruchten van de nalatenschap), waarvoor te zijner tijd in elk van beide godshuizen een preuve moet worden gesticht.

Begindatum

1592

Einddatum

1600