Instantiation

Naam

Regest Oudemannenhuis 44

Datum

23 november 1602

Plaats

Tekst

nl Notaris Adriaen Jansz ver Meull verklaart dat Cornelis Adriaensz Diephorst aan het Oudemannenhuis ƒ 400 heeft geschonken, alsmede een jaarlijkse betaling van 6 pond Vlaams, totdat de renten van de schenking met de jaarlijkse betalingen samen opgelopen zullen zijn tot een bedrag van ƒ 800, waardoor in totaal een kapitaal van ƒ 1200 beschikbaar is. Voor dat bedrag sticht Diephorst in het Oudemannenhuis een eeuwigdurende preuve, ter vrije begeving. Hij mag zelf direkt van deze preuve gebruik maken of iemand anders aanwijzen, mits hij meteen het kapitaal tot ƒ 1200 aanvult. Komt hij zelf in het huis, dan is hij ontslagen van mee ter begrafenis te gaan en om aalmoezen te vragen; ook behoeft hij alleen het bed en de andere goederen afkomstig uit het klooster van de regulieren in te brengen, alsmede wat hem bij testament van Willeboort Gielisz is toebedeeld. Al deze goederen, met inbegrip van de de boeken uit het klooster (die voorzien van een catalogus overgeleverd zullen worden), zal het Oudemannenhuis niet mogen vervreemden. Mocht zijn broer Jan Adriaensz in het huis komen, dan is hij vrij van dezelfde verplichtingen, maar moet wel de gebruikelijke goederen inbrengen. Na zijn dood zal de begeving van de preuve toekomen aan het regulierenklooster, en indien dat niet bestaat, aan zijn naaste verwanten; de preuve zal bezet worden door een van zijn verwanten of anders een lid van de familie van Marrichgen Floren, dochter van Floris Dircksz, scheepmaker; bij ontstentenis daarvan aan een ander. Na zijn dood moet Marrichgen elke begeving goedkeuren. Degene die geplaatst wordt is gehouden de boeken van het klooster in goede staat te houden. In het nieuw te bouwen huis zullen twee kamer naast elkaar worden gebouwd, een voor de preuve en een voor het bewaren van de goederen. Regenten van het Oudemannenhuis nemen de stichting van de preuve onder deze voorwaarden aan.

Bron

SAMH 0089.485 Chartercollectie, voornamelijk losrentebrieven en schuldbekentenissen, Akte waarbij notaris Adriaen Jansz ver Meull verklaart dat Cornelis Adriaensz Diephorst aan het Oudemannenhuis ƒ 400 heeft geschonken, alsmede een jaarlijkse betaling van 6 pond Vlaams, totdat de renten van de schenking met de jaarlijkse betalingen samen opgelopen zullen zijn tot een bedrag van ƒ 800, waardoor in totaal een kapitaal van ƒ 1200 beschikbaar is. Voor dat bedrag sticht Diephorst in het Oudemannenhuis een eeuwigdurende preuve, ter vrije begeving. Hij mag zelf direkt van deze preuve gebruik maken of iemand anders aanwijzen, mits hij meteen het kapitaal tot ƒ 1200 aanvult. Komt hij zelf in het huis, dan is hij ontslagen van mee ter begrafenis te gaan en om aalmoezen te vragen; ook behoeft hij alleen het bed en de andere goederen afkomstig uit het klooster van de regulieren in te brengen, alsmede wat hem bij testament van Willeboort Gielisz is toebedeeld. Al deze goederen, met inbegrip van de de boeken uit het klooster (die voorzien van een catalogus overgeleverd zullen worden), zal het Oudemannenhuis niet mogen vervreemden. Mocht zijn broer Jan Adriaensz in het huis komen, dan is hij vrij van dezelfde verplichtingen, maar moet wel de gebruikelijke goederen inbrengen. Na zijn dood zal de begeving van de preuve toekomen aan het regulierenklooster, en indien dat niet bestaat, aan zijn naaste verwanten; de preuve zal bezet worden door een van zijn verwanten of anders een lid van de familie van Marrichgen Floren, dochter van Floris Dircksz, scheepmaker; bij ontstentenis daarvan aan een ander. Na zijn dood moet Marrichgen elke begeving goedkeuren. Degene die geplaatst wordt is gehouden de boeken van het klooster in goede staat te houden. In het nieuw te bouwen huis zullen twee kamer naast elkaar worden gebouwd, een voor de preuve en een voor het bewaren van de goederen. Regenten van het Oudemannenhuis nemen de stichting van de preuve onder deze voorwaarden aan, Afschrift van 17-02-1604; met aanvulling van 15-12-1603 (afschriften van 18-2-1604) (zie regest nr.

Commentaar

nl Dorso: "Institutie oft fundatiebrief van een stoel oft proeven in 't Oudemannenhuys binnen die stadt Gouda" (vroeg 17e-e. hand). "No. 1." In (18e-eeuwse ?) hand: verwijzing naar fundatieboek fol. 25. In 19e-eeuwse hand: "Cornelis Adriaensz Diephorst, aangekocht
nl Zegel: notarismerk
nl Afschrift van 17-02-1604; met aanvulling van 15-12-1603 (afschriften van 18-2-1604) (zie regest nr. 46).

Commentaar

Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!

Ik stem ermee in dat mijn bijdragen beschikbaar wordt gemaakt onder een CC BY-SA licentie.