Instantiation
Naam
Regest 0091/758
Datum
10 november 1506
Plaats
Tekst
nl
Frederik IV, markgraaf van Baden, bisschop van Utrecht, erkent de echtheid van een reliek, door Jacobus Coelman op 29 september 1506 aan de Collatiebroeders gegeven op aandrang van de minderbroeder Gerardus van Gouda, te weten een gedeelte van een rib van St. Paulus, welke - afkomstig uit Rome - vroeger door een graaf van Nassau aan het Cisterciënserklooster Solismons in het bisdom Luik geschonken was. Tevens verleent hij een aflaat van 40 dagen toties quoties, wanneer men in de kerk van de Collatiebroeders en bij de bedoelde reliek bepaalde gebeden zal doen, of zal bijdragen tot het onderhoud van de kerk of tot versiering van het beeld van St. Paulus, waarin de reliek is geborgen.
Bron
Bladzijde(n)
9v resp. 14v
Commentaar
nl
Publicatie: NAKG 7 (1847), p. 157-159
nl
Onder de afschriften staat, dat het klooster een gelijkluidende akte had van Adrianus van Appeltern, suffragaan- bisschop van Utrecht. Het bedoelde beeld van St. Paulus is aanwezig in museum Het Catharinagasthuis te Gouda; over het lot van de relieken: zie Walvis II, p. 145; NAKG 7 (1847), p. 167. De minderbroeder Gerardus van Gouda is hoogstwaarschijnlijk dezelfde als Gerrit van der Goude, schrijver van het boekje "Dit is die beduydenisse der missen"; zie over hem: Dalm. van Heel, De Minderbroeders te Gouda I, p. 34 en 72-76
Commentaar
Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!