Instantiation

Naam

Regest 0091/397

Datum

19 juli 1448
decimo quarto Kalendas augusti

Plaats

Tekst

nl Walterus de Boechout, cureit van de parochiekerk, staat toe - op verzoek van de priesters en clerici van het Collatiehuis - dat de rector van dit huis aan de broeders en de commensalen de sacramenten zal mogen uitreiken. Voorts mogen zij daar de mis opdragen of horen zonder de verplichting de dienst in de parochiekerk bij te wonen, mits gezorgd wordt dat de mis in het Collatiehuis geëindigd is, voor de hoogmis in de parochiekerk aanvangt. Voor degenen, die in het Collatiehuis hun Paascommunie ontvangen, ten getale van hoogstens 4, zal het huis jaarlijks 1 Arnoldusgulden aan de pastoor afdragen als "portio canonica". Wanneer het aantal communicanten zal stijgen, zal voor elke communicant aan de pastoor 1/3 gedeelte van 1 Arnoldusgulden worden uitbetaald.

Bron

SAMH 0091.17 Algemeen, Cartularium van het Collatiehuis, aangelegd ca. 1469 (vóór 1483), bijgehouden tot 25 mei 1528; met aantekeningen, meest van financiële aard, tot ca. 1 november 1543. <ZR>In dat jaar begon Hendrik van Arnhem de kroniek op te stellen, die het laatste gedeelte van het handschrift uitmaakt. Verschillende oorkonden zijn met dezelfde hand geschreven. Achtte A.H.L. Hensen deze overwegeningen niet voldoende om te beslissen, dat wij hier met een autograaf van de genoemde rector van het Collatiehuis te doen hebben (zie zijn inleiding voor de uitgave van de kroniek in Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap, XX, p.3), voortgaand onderzoek doet deze aarzeling overwinnen. In jongere registers (o.a. inv.nr. 53, fol.5) wordt telkens verwezen naar het "Magnum registrum scriptum manu domini Henrici Aernhem, rectoris huius domus". Vergelijking van de aanhalingen brengt dan tot de conclusie, dat hiermede het onderhavige cartularium bedoeld moet zijn. Ook de notitie op fol. 30 van het cartularium, waar van Geertruud, echtgenote van Henricus van den Hage, die blijkens inv.nr. 53, fol. 5, in 1493 stierf, als van een nog levende persoon wordt uitgesproken, wijst er op, dat het handschrift van vroeger dan het begin van 16e eeuw moet dateren, waarop het door Dalm. van Heel (Catalogus van de handschriften, berustende in de Goudse Librye, p. 28) ten onrechte was gesteld. Een andere vraag is, of sommige oorkonden niet reeds vóór 1483 - het jaar, waarin de schrijver zijn kroniek begon - in het cartularium zijn geboekt. Hendrik van Arnhem aanvaardde zijn rectoraat in 1456: registrering van oorkonden tussen 1456 en 1483 is dus heel goed mogelijk

Bladzijde(n)

4-4v resp. 7

Commentaar

nl Publicatie: NAKG 7 (1847), p. 88-89
nl Boven de afschriften staat, dat deze akte is uitgereikt aan de eerste paters van het Collatiehuis, doch nimmer door hen is gebruikt, omdat hij zo weinig inhoudt. De tekst van de oorkonde, weergegeven in de tweede alinea, ontbreekt in het andere afschrift

Commentaar

Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!

Ik stem ermee in dat mijn bijdragen beschikbaar wordt gemaakt onder een CC BY-SA licentie.