Instantiation

Naam

Regest 0091/386

Datum

21 november 1447

Plaats

Tekst

nl Burgemeesteren, schepenen en raad oorkonden, dat de Heilige- Geestmeesters het vroegere huis van Dirc Florysz, gelegen achter de kerk in de Spieringstraat, dat hun door de regulieren was overgedragen, met toestemming van het stadsbestuur op hun beurt weer overdragen aan de priesters Henric van Erp, Thomas van Aernhem, Pieter van den Veer, en de pater van de broeders van Delft, onder voorwaarde dat dezen zullen zorgen voor het houden van een collatie, en dat zij zullen leven volgens de beginselen van de broeders des gemenen levens te Zwolle en Deventer. Wanneer een van de drie met name genoemde personen zal sterven of vertrekken, dan zullen de twee andere met de pater van Delft een ander in zijn plaats kiezen. Het huis zal staan onder de visitatie van de vaders van Overijsel, te weten van Zwolle, Deventer en Hiëronymusberg. Bij vertrek van de bewoners of bij niet-nakomen der voorwaarden zal het huis weer terugvallen aan de Heilige- Geestmeesters.

Bron

SAMH 0091.17 Algemeen, Cartularium van het Collatiehuis, aangelegd ca. 1469 (vóór 1483), bijgehouden tot 25 mei 1528; met aantekeningen, meest van financiële aard, tot ca. 1 november 1543. <ZR>In dat jaar begon Hendrik van Arnhem de kroniek op te stellen, die het laatste gedeelte van het handschrift uitmaakt. Verschillende oorkonden zijn met dezelfde hand geschreven. Achtte A.H.L. Hensen deze overwegeningen niet voldoende om te beslissen, dat wij hier met een autograaf van de genoemde rector van het Collatiehuis te doen hebben (zie zijn inleiding voor de uitgave van de kroniek in Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap, XX, p.3), voortgaand onderzoek doet deze aarzeling overwinnen. In jongere registers (o.a. inv.nr. 53, fol.5) wordt telkens verwezen naar het "Magnum registrum scriptum manu domini Henrici Aernhem, rectoris huius domus". Vergelijking van de aanhalingen brengt dan tot de conclusie, dat hiermede het onderhavige cartularium bedoeld moet zijn. Ook de notitie op fol. 30 van het cartularium, waar van Geertruud, echtgenote van Henricus van den Hage, die blijkens inv.nr. 53, fol. 5, in 1493 stierf, als van een nog levende persoon wordt uitgesproken, wijst er op, dat het handschrift van vroeger dan het begin van 16e eeuw moet dateren, waarop het door Dalm. van Heel (Catalogus van de handschriften, berustende in de Goudse Librye, p. 28) ten onrechte was gesteld. Een andere vraag is, of sommige oorkonden niet reeds vóór 1483 - het jaar, waarin de schrijver zijn kroniek begon - in het cartularium zijn geboekt. Hendrik van Arnhem aanvaardde zijn rectoraat in 1456: registrering van oorkonden tussen 1456 en 1483 is dus heel goed mogelijk

Bladzijde(n)

2-2v en 3-3v

Commentaar

nl Publicatie: NAKG 7 (1847) 77-79
nl Geïnsereerd in de bevestiging van ontvangst door Heyndrick van Erp c.s. (regest nr. 389). Zie voor het afschrift van het transfix: regest nr. 518. Tevens een afschrift in inv.nr. 0076. 48 fol. 124v

Commentaar

Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!

Ik stem ermee in dat mijn bijdragen beschikbaar wordt gemaakt onder een CC BY-SA licentie.