Dataset
Naam
nl
Kademuur nabij Vest 262 en 264, Gouda (2023)
Omschrijving
ADC ArcheoProjecten heeft in september - november 2022 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Kademuur nabij Vest 262 en 264 te Gouda. Uit het bureauonderzoek blijkt dat in de diepere ondergrond de stroomgordelafzettingen van het Benschop systeem aanwezig kunnen zijn. Hierop kunnen archeologische resten aanwezig zijn uit het Mesolithicum. Indien aanwezig zullen deze resten zich bevinden op circa 8 m -mv (7,5 m -NAP). Nadat deze stroomgordels inactief raakten, ontstond in het plangebied een pakket Hollandveen. De top van het veen ligt op circa 5,5 m -mv (5 m -NAP). Als het veen goed ontwaterd is, kunnen op de top van het veen resten aanwezig zijn uit de periode Neolithicum tot en met de IJzertijd. Voor het plangebied geldt dat het vanaf halverwege de 14e eeuw in of direct aan de Turfsingel gracht heeft gelegen. Op basis van een boring op circa 50 m ten oosten van het plangebied is vastgesteld dat de bodem van de Turfsingel op circa 4,5 m -NAP ligt. Bij de aanleg van de Turfsingel zijn dus de oudere resten uit de Romeinse tijd tot en met de 14e eeuw vergraven. Indien blijkt dat het plangebied in de Turfsingel heeft gelegen, geldt voor deze periode geen archeologische verwachting meer. Voor de periode 14e eeuw tot halverwege de 20e eeuw geldt dat het plangebied mogelijk in de Turfsingel lag op circa 3 m ten zuiden van de toenmalige kade. Indien dat daadwerkelijk het geval is, worden binnen het plangebied geen delen van oudere kades uit de periode 14e tot 20e eeuw verwacht. Deze zullen zich dan op circa 3 m ten noorden van het plangebied bevinden. De ligging van het plangebied in de Turfsingel kan op basis van het bureauonderzoek echter niet met zekerheid worden vastgesteld. Indien een deel van de noordzijde van de Turfsingel is gedempt om een verbreding van de kade in zuidelijke richting mogelijk te maken, zal dit in het begin van de 20e eeuw hebben plaatsgevonden. In ieder geval vanaf 1937 ligt de kade ter plaatse van het plangebied. Mogelijk hangt de wijziging van de oeverlijn / kade samen met de bouw van de twee pakhuizen direct ten noorden van het plangebied in1898. Om deze verwachting te toetsen en aan te vullen is een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan kon worden vastgesteld dat het plangebied in de gedeeltelijk aangeplempte oeverzone van de Turfsingel ligt. De top van de middeleeuwse grachtbodem, ingegraven in het Hollandveen, is aangetroffen op 3,9 m -mv (3,5 m -NAP). De top van de daarboven gelegen grachtvulling lag op 2, 1 - 2,7 m -mv (1,6 - 2,3 m -NAP). Hierop is een pakket donker grijs tot zwart, zwak siltig, matig grof zand aangetroffen waarin grind en fragmenten baksteenpuin voorkomen. Dit pakket is geïnterpreteerd als de 20e-eeuwse gedeeltelijke demping van de gracht / aanplemping van de oever, die ter plaatse van het plangebied heeft plaatsgevonden. Hierop is een dunne laag schoon zand aangebracht waar de klinkers in liggen. De verwachting voor de aanwezigheid van mogelijke resten uit het Mesolithicum kon niet worden getoetst omdat binnen de boordiepte van 5 m -mv geen stroomgordelafzettingen werden aangetroffen. Voor eventueel dieper gelegen stroomgordelafzettingen blijft deze verwachting gehandhaafd. Voor sporen uit het Neolithicum tot en met de IJzertijd geldt op basis van het veldonderzoek een lage verwachting. In het Hollandveen werden geen goed ontwaterde lagen aangetroffen die geschikt kunnen zijn geweest voor bewoning en de top van het veen is vergraven. Het veldonderzoek heeft de ligging van het plangebied in de Turfsingel gracht bevestigd. Dit betekent dat oudere resten uit de periode Romeinse tijd tot en met de 14e eeuw zijn verdwenen. Grenzend aan de noordzijde van de Turfsingel lag de stadsmuur. Het plangebied kwam pas vanaf de 20e eeuw door aanplemping van de oever op de kade te liggen. Tot aan de 20e eeuw lag het plangebied in het water waarschijnlijk op enkele meters ten zuiden van de oever en de stadsmuur. Binnen het plangebied worden daarom geen delen van oudere kades uit de periode 14e tot 20e eeuw of van de stadsmuur verwacht. Deze lagen vermoedelijk enkele meters verder in noordelijke richting. Wel kan in de grachtvulling allerhande materiaal gedumpt zijn. Voor het aantreffen van dergelijk vondstmateriaal dat in de gracht terecht is gekomen geldt een middelhoge tot hoge verwachting. Het materiaal dateert naar verwachting uit de 14e eeuw tot de 20e eeuw. In de 20e eeuw werd het deel van de gracht dat binnen het plangebied valt, gedempt. In het dempingspakket worden geen behoudenswaardige archeologische resten verwacht.
Datum publicatie
13 februari 2023
Citatie
Laan, E. van der; Eigenraam, G., 2023, "Kademuur nabij Vest 262 en 264, Gouda", https://doi.org/10.17026/AR/LDFYZX, DANS Data Station Archaeology, V1
Auteur
Laan, E. van der
Eigenraam, G.
Contactpersoon
Beestman, J.W. (ADC ArcheoProjecten)
Geometrie
- Collecties
- Archeologische rapporten DANS
Commentaar
Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!