Dataset

Naam

nl Viaduct Noothoven van Goorstraat te Gouda (2023)

Omschrijving

ADC ArcheoProjecten heeft in augustus - november 2022 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Viaduct Noothoven van Goorstraat te Gouda. Uit het bureauonderzoek blijkt dat in de diepere ondergrond de stroomgordelafzettingen van het Benschop systeem aanwezig kunnen zijn. Hierop kunnen archeologische resten voorkomen uit het Mesolithicum. Indien aanwezig zullen deze resten zich bevinden op circa 7,5 m -mv (9 m -NAP). Nadat deze stroomgordels inactief raakten, ontstond in het plangebied een pakket Hollandveen. De top van het veen ligt op circa 2 m -mv (3,5 m -NAP). Als het veen goed ontwaterd is, kunnen op de top van het veen resten aanwezig zijn uit de periode Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. De kans op het aantreffen van resten uit deze periode is het hoogste langs veenrivieren zoals de Gouwe of zoals de veronderstelde veenrivier in (de buurt van) het plangebied. Vanaf de 11e eeuw werd het veen ontgonnen. Langs de voormalige Kleiweg (Spoorstraat) kunnen mogelijk boerderijen uit de ontginningstijd aanwezig zijn. Ook kunnen deze boerderijen elders in het gebied niet worden uitgesloten. Vanaf de 16e eeuw was zeker sprake van bewoning langs de Kleiweg. Deze bewoning is eind 16e eeuw afgebroken en pas later, vanaf de 17e eeuw weer opgebouwd. Het plangebied heeft vanaf de 14e eeuw in, of net langs de Jan Verzwollewetering gelegen. Indien het plangebied in deze wetering lag, zijn in-situ resten ouder dan de 14e eeuw niet te verwachten. Mogelijk komen resten uit deze periode wel nog in verspitte context voor. In het geval dat het plangebied in de wetering ligt, zijn tot aan de 20e eeuw geen andere sporen in het plangebied te verwachten. De Jan Verzwollewetering werd namelijk pas in de 20e eeuw gedempt. De wetering zelf is een belangrijke archeologische waarde. In de wetering kan gedumpt materiaal aanwezig zijn (mogelijk tevens afkomstig van de 16e-eeuwse sloopfase van de stad). Het kan gaan om pottenbakkersafval, stadsafval en allerhande gebruiksvoorwerpen. Indien het plangebied net buiten de wetering ligt, kan bewoning vanaf de 14e eeuw in het plangebied aanwezig zijn. De trefkans hierop is middelhoog omdat deze bebouwing mogelijk al eind 16e eeuw is gesloopt of anders is verstoord door latere inrichting van het terrein, zoals de aanleg van de spoortunnel en de huidige aanbrug, de Noothoven van Goorstraat. Om deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan kon worden vastgesteld dat het plangebied vanaf de 14e eeuw tot maximaal het begin van de 19e eeuw in de Jan Verzwollewetering ligt. De wetering is ingegraven in het Hollandveen tot 4,4 m -mv (5,9 m -NAP). De top van de grachtvulling ligt op 2,65 m -mv (4,15 m -NAP). Daarboven ligt een pakket zwak kleiig veen waarin veel kleine fragmenten geel en oranje baksteen en brokken mortel voorkomen. Mogelijk is dit pakket te relateren aan het aanpassen van het verloop van de Jan Verzwollewetering waarbij een deel van de wetering werd gedempt en wat resulteerde in een knik in de wetering. Dit vond plaats vóór de tweede helft van de 19e eeuw. De top van dit pakket ligt op 2,2 m -mv (3,7 m -NAP). De bovenste 2,2 m van het bodemprofiel bestaat uit een heterogeen geroerd pakket. De verwachting voor de aanwezigheid van mogelijke resten uit het Mesolithicum kon niet worden getoetst omdat binnen de boordiepte van 5 m -mv geen stroomgordelafzettingen werden aangetroffen. Voor eventueel dieper gelegen stroomgordelafzettingen blijft deze verwachting gehandhaafd. Voor sporen uit het Neolithicum tot en met de Romeinse tijd geldt een lage verwachting. In het Hollandveen werden geen goed ontwaterde lagen aangetroffen die geschikt kunnen zijn geweest voor bewoning en de top van het veen is vergraven. Het veldonderzoek heeft de ligging van het plangebied in de Jan Verzwollewetering bevestigd. De wetering zelf is een belangrijke archeologische waarde. In de wetering kan gedumpt materiaal aanwezig zijn (mogelijk tevens afkomstig van de 16e-eeuwse sloopfase van de stad). Het kan gaan om pottenbakkersafval, stadsafval en allerhande gebruiksvoorwerpen. De kans op het aantreffen van dergelijk materiaal is hoog. De zone ten zuiden van de wetering is in de 14e eeuw intensief gebruikt. Aangrenzend aan zuidzijde van de wetering kunnen sporen aanwezig zijn van tuinen, moestuinen of agrarische en/of ambachtelijke activiteiten. In ieder geval vanaf de 19e eeuw was het plangebied in gebruik als erf met woonhuis. Dit niveau is niet verstoord door de latere stadsinrichting waardoor een middelhoge kans bestaat uit het aantreffen van resten uit de Nieuwe tijd. Uit het onderzoek blijkt dat in het plangebied dieper dan 1,9 m -mv (3,4 m -NAP) archeologische resten voorkomen.

Datum publicatie

13 februari 2023

Citatie

Laan, E. van der, 2023, "Viaduct Noothoven van Goorstraat te Gouda, gemeente Gouda", https://doi.org/10.17026/AR/YDT143, DANS Data Station Archaeology, V1

Auteur

Laan, E. van der

Contactpersoon

Beestman, J.W. (ADC ArcheoProjecten)

Geometrie

Commentaar

Er is bij dit item nog geen commentaar toegevoegd. Ben de eerste die bijdraagt aan dit item!

Ik stem ermee in dat mijn bijdragen beschikbaar wordt gemaakt onder een CC BY-SA licentie.