nl
Deze set met persoonvermeldingen bevat de namen van de kasteleins vanaf het moment dat het kasteel in Gouda werd gesticht (eind veertiende eeuw) tot 1572. Kasteleins werden aangesteld door de stads-/landsheer, dus tot 1397 door de graven van Blois, daarna door de graven van Holland; vanaf 1428 zijn dat de vorsten uit de Bourgondisch-Habsburgse dynastie. De aanstellingsvoorwaarden hebben in de loop van de tijd nogal gevarieerd: aanstelling op rekening voor een jaar of een bepaalde termijn, verpachting, aanstelling met mogelijkheid van vervanging door een substituut. Het kasteleinschap werd bovendien vaak met het baljuws- en/of het schoutambt gecombineerd. Een gedetailleerd overzicht over de aanstelling van de kasteleins is niet voorhanden. Veel gegevens zijn te vinden in de dissertatie van Michel van Gent, ‘Pertijelike saken’. Hoeken en Kabeljauwen in het Bourgondisch-Oostenrijkse tijdperk (Den Haag en Haarlem 1994) en in het derde hoofdstuk van Duizend jaar.
De kastelein worden slechts in uitzonderlijke gevallen uit de poorterij van Gouda gerecruteerd. Om die reden wijkt de notering van de namen af van die bij de burgemeesters enzovoort.