Straten Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Punt
    het in 1570 op last van Willem van Oranje aangelegde bastion van deze naam. Het bastion lag ten oosten van het kasteel (dat in 1577 werd afgebroken) en had de vorm van een driehoek, waarvan de punt naar de dijkzijde was gekeerd. In het begin van de zeventiende eeuw werd het bastion uitgebreid en versterkt. De straataanleg ter plaatse is tot stand gekomen na de sloop van de vestingwerken in het begin van de negentiende eeuw. Omdat de weg onder andere de ontsluiting is van de molen 't Slot, loopt het zuidelijke gedeelte omhoog naar de moleningang.
  • Regenboog
  • Regulierenhof
    het Regulierenklooster dat ongeveer op deze plaats aan de Raam heeft gestaan. Aanvankelijk stond hier vanaf 1476 het Birgittenklooster. In 1549 werd het Regulierenklooster in Stein door een brand onherstelbaar beschadigd. Mede vanwege de toenemende onveiligheid op het platteland besloot men om zich binnen de stadsmuren te vestigen. Een nieuw onderkomen werd gevonden in het Birgittenklooster, dat in 1551 door de Birgitten aan de Regulieren werd overgedragen. De vervallen gebouwen aan de Raam zijn weer bewoonbaar gemaakt en voor een nieuwe kapel werden gebrandschilderde glazen gemaakt. Nadat Gouda zich in 1572 aan de zijde van Willem van Oranje schaarde werd het Regulierenklooster gesloopt. De glazen zijn op bevel van het stadsbestuur naar de Sint-Janskerk gebracht, waar ze sinds 1934 een plaats hebben in de Van der Vormkapel.
  • Ruijterslob
  • Sint Anthoniestraat
    de Sint-Anthoniekapel en het Sint-Anthoniegasthuis. Deze stonden aan de Kleiweg op het terrein tussen de Sint Anthoniestraat en de Sint Antheunisbrug. De kapel werd mogelijk vóór 1367 gesticht; in 1577 werden kapel en gasthuis afgebroken. De kapel was gewijd aan Anthonius van Egypte, Anthonius de Grote of Anthonius de Kluizenaar, de eerste monnik die vele volgelingen kreeg en daarom bekend staat als de vader van het kloosterleven. Hij was onder andere de patroonheilige van de varkenshouders en -hoeders. De Antonieten, leden van de naar hem vernoemde verpleegorde, mochten hun varkens vrij door de stad laten rondlopen om met de opbrengst ervan het gasthuis te kunnen financieren. Op 17 januari, de naamdag van Sint Anthonius, werd varkensvlees verdeeld onder de armen.
  • Sint Jacobserf
  • Sluipwijkskade
  • Speldenmakerssteeg
    het speldenmakersbedrijf, dat in Gouda werd uitgeoefend en door het stadsbestuur werd beschermd. Goudse spelden werden tot ver over de grenzen geëxporteerd, tot aan Portugal en Spanje toe. Elke speldenmaker had een eigen merk, dat hij met zijn naam afdrukte op de papieren wikkels waarin de spelden werden verpakt. Op die verpakking stond ook het stadswapen en de naam ‘Gouda’ met daaromheen een doornenkroon. Spelden moesten per 1000 stuks een vast gewicht hebben, dat door beëdigde keurmeesters werd gecontroleerd. Het Goudse speldenmakersgilde is opgericht in 1613. Over de omvang van dit gilde, dat ook vrouwelijke leden had, is niets bekend. Het gilde heeft niet lang bestaan: in 1656 was het speldenmaken verlopen en verdween het gilde.
  • Stijntje Gijsberserf
  • Stoofsteeg
    de naam houdt vermoedelijk verband met de aanwezigheid van zogenaamde stoven of badstoven, openbare badhuizen, die in de middeleeuwen in bepaalde straten waren geconcentreerd. Deze stoven boden namelijk mede gelegenheid tot prostitutie en overspel en stonden daarom onder toezicht van het stadsbestuur; hetzij om de prostitutie te regelen, hetzij om haar tegen te gaan. Zo verleende Utrecht vergunning voor badstoven uitsluitend voor mannen of vrouwen, mocht in Den Briel de houder van een badstoof niet meer dan drie jonge vrouwen in dienst hebben, en was het in Dordrecht voor prostituees verboden om badstoven te betreden.
  • Strooensteeg
  • 't Oude Halletje
    de voormalige vleeshal, die tot 1526 tussen de Keizerstraat en de Raam stond (en daarna werd overgebracht naar het gewelf onder het stadhuis, de tegenwoordige Burgerhal).
  • Tevekoop
  • Tilbrug
  • Torensteeg
  • Tuinstraat
    de ligging van de straat bij, en de functie als toegangsweg naar de tuin van burgemeester mr. A.A. van Bergen IJzendoorn, aan het einde van het Houtmansplantsoen in de negentiende eeuw.
  • Veerstal
    de ligging van de straat bij het veer waarmee men tot in de eerste decennia van de twintigste eeuw kon worden overgezet naar de Gouderaksedijk. De heer van der Goude had van oudsher een veer over de Hollandsche IJssel. In 1409 werd Jan (de Bastaert) van Blois door de graaf van Holland met dit veer beleend. De aanlegplaatsen van een veer werden veerstallen of veerstalen genoemd.
  • Vest
    de ligging van de straat langs één van de stadsgrachten, onmiddellijk achter de stadsomwalling of bemuring, de zogenaamde Vesten. Van het Bolwerk tot op de helft van de Verlorenkost en de Vlamingstraat was de stadsvest beschermd door een gemetselde muur; de rest van de Vest had slechts een lager gelegen aarden wal.
  • Vijverstraat
    de oude benaming van het water van de tegenwoordige Fluwelensingelgracht ter plaatse, die vroeger ‘die vijver’ werd genoemd. Waarschijnlijkheid behoorde deze vijver tot de slotgrachten van het kasteel van der Goude en begrensde hij het slot aan de oostzijde.
  • Vissteeg
    de ligging van de steeg bij het deel van de Gouwe, dat de Vismarkt werd genoemd.