Straten Gouda

Objecten

• Wilde Wingerdlaan
  wilde wingerd (wetenschappelijke naam: Parthenocissus), een geslacht van houtige klimplanten uit de wijnstokfamilie. Er zijn zo'n 15 soorten van de wingerd bekend. Oorspronkelijk komen de planten voor in Noord-Amerika, Oost-Azië en de gematigde streken van de Himalaya. In Nederland wordt vooral de Japanse wingerd gekweekt als bedekker van muren, hekken en gevels van huizen. Zij kan een hoogte bereiken van 5 tot 10 m., heeft ranken met zuignapjes en bladeren die in de herfst een rode kleur aannemen. In tegenstelling tot de klimop verliest de wilde wingerd 's winters zijn bladeren. De Nederlandse naam 'wingerd' is afgeleid van wijngaard, wat duidt op verwantschap met de wijnstok.
• Willem Barentszlaan
  Willem Barentsz (ca. 1550 - 1597), een Nederlandse zeevaarder en ontdekkingsreiziger. Barentsz was koopman en wetenschapper en maakte een atlas van de Middellandse Zee. Op zoek naar de noordelijke doorvaart naar Indië maakte hij drie reizen in de Noordelijke IJszee, die alle in het pakijs strandden. De eerste reis in 1594 leidde tot de ontdekking van Nova Zembla. De beide andere reizen (in 1595 en 1596/1597) maakte hij samen met Jacob van Heemskerk. Tijdens de derde reis werden het Bereneiland en Spitsbergen ontdekt; deze reis is vooral bekend door de overwintering in het 'Behouden Huys' op Nova Zembla. Tijdens de terugtocht naar de bewoonde wereld in de lente overleed Barentsz. Een deel van de Noordelijke IJszee is naar hem genoemd: de Barentszee.
• Willem Bontekoesingel
  Willem IJsbrantsz Bontekoe (1587 - 1657), een Nederlandse zeevaarder. Hij volgde op twintigjarige leeftijd zijn vader op als schipper van 'De Bontekoe', waarmee hij vooral op Europese wateren voer. In 1618 trad hij in dienst bij de Vereenigde Oostindische Compagnie en begon aan een reis naar Indië. Hoewel zijn schip 'Nieuw Hoorn' onderweg in brand vloog en ontplofte, bereikte Bontekoe toch zijn doel. Hij bleef een aantal jaren heen en weer varen tussen Java en China en de Molukken. Eind 1625 keerde hij terug naar Nederland, waarbij het schip 'Gouda' in een orkaan zonk. Hier ging hij zich onder andere bezighouden met de handel in hout. Bontekoe heeft geen bijzondere ontdekkingen op zijn naam staan, maar is bekend geworden door zijn logboek of scheepsjournaal van zijn reizen. Johan Fabricius baseerde er zijn jeugdroman 'De scheepsjongens van Bontekoe' op.
• Willem Idenburgpad
  Willem Johan Idenburg (1904 - 1945), een Goudse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Idenburg was aannemer van stukadoorswerk. Tijdens de oorlog was hij lid van de Ordedienst en later van de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij behartigde onder andere de belangen van onderduikers en Joden. Door verraad is Idenburg gearresteerd door de zogenaamde Landwacht en ingesloten in het gebouw Oosthaven 31. Een poging om hem tijdens zijn transport naar Rotterdam te bevrijden mislukte. Vervolgens werd hij overgebracht naar het Noord-Duitse concentratiekamp Neuengamme (bij Neustadt). Als gevolg van de onmenselijke toestanden in het kamp overleed hij daar op 27 april 1945, zeven dagen vóór het kamp door de geallieerden werd bevrijd. Willem Idenburg ligt begraven op het Nederlandse Ereveld Loenen.
• Willem Tombergstraat
  Willem Tomberg (? - 1696), een Goudse notaris, glazenier en schrijver. Willem Tomberg was de kleinzoon van de remonstrantse predikant Herboldus Tomberg, en zoon van de glasschilder Daniël Tomberg. Na het overlijden van zijn vader in 1678 werd hij als diens opvolger door het stadsbestuur belast met het toezicht op en het herstel van de glazen in de Sint-Janskerk. Voor de Joostkapel aan de Lage Gouwe (die in 1680 door het stadsbestuur werd verkocht aan de Lutherse Gemeente, die het gebouw restaureerde en het in 1682 officieel als kerk in gebruik nam) vervaardigde hij een serie van tien gebrandschilderde ramen. Tijdens de restauratie van de kapel in 1838 zijn deze gebrandschilderde ramen verkocht en sindsdien spoorloos. Tomberg is ook de auteur van een waarschijnlijk verloren gegaan geschrift 'Goudsche Arcadia', waarover de geschiedschrijver Ignatius Walvis schamper opmerkte dat het 'doornaayd, en by een geflentst was, met wyd en zyd by een geraapte gedagten, en vertellingen van Landbouw, Bloemen, Vrugten, Glasverwkunste, ja verschijnende dwaalsterren en Hemelligten'.
• Willem Vroesenpad
  zie Willem Vroesenplein.
• Willem Vroesenplein
  Willem Willemsz. Vroesen (1478 - 1561), de stichter van het Oude Mannenhuis. Willem Vroesen behoorde tot de groep aanzienlijke burgers van de stad, die belangrijke functies vervulde. Al in 1537 stelden hij en zijn vrouw Machtelt Voppen-dochter een belangrijke som geld beschikbaar om daarvan in de winter brood uit te delen aan de armen. Omstreeks 1551 kocht hij een woning met erf aan de Molenwerf. In 1554 nam hij de eerste oude arme mannen op in zijn woning om zorg te dragen voor een goede oudedagsvoorziening. In 1555 kreeg de woning de officiële bestemming van Oudemannenhuys, toen burgemeester en schepenen toestemming gaven ‘tot behoeffende onderhoudenisse van oude arme mannen, die daar in woennen sullen ten eeuwigen dagen’.
• Willem Vroesentuin
  illem Willemsz. Vroesen (1478 - 1561), de stichter van het Oude Mannenhuis. Willem Vroesen behoorde tot de groep aanzienlijke burgers van de stad, die belangrijke functies vervulde. Al in 1537 stelden hij en zijn vrouw Machtelt Voppen-dochter een belangrijke som geld beschikbaar om daarvan in de winter brood uit te delen aan de armen. Omstreeks 1551 kocht hij een woning met erf aan de Molenwerf. In 1554 nam hij de eerste oude arme mannen op in zijn woning om zorg te dragen voor een goede oudedagsvoorziening. In 1555 kreeg de woning de officiële bestemming van Oudemannenhuys, toen burgemeester en schepenen toestemming gaven ‘tot behoeffende onderhoudenisse van oude arme mannen, die daar in woennen sullen ten eeuwigen dagen’.
• Wouter Jacobszerf
  Wouter Jacobsz. Maes (Gualtherus Jacobi Masius) (1521 of 1522 - 1595), een Goudse priester. Hij was de laatste prior van het klooster Emmaüs (Stein), dat zich na een brand in 1549 binnen de stadsmuren van Gouda had gevestigd. Nadat op 21 juni 1572 Adriaan van Swieten met een groep geuzen Gouda was binnengetrokken en het stadsbestuur ‘voor de prins’ had gekozen, vluchtte hij via Utrecht naar Amsterdam, dat trouw had gezworen aan de Spaanse koning. Hij vond onderdak in het Amsterdamse Agnietenconvent en werd in 1573 zielzorger van de nonnen van het convent ter Lely. Van 1572 tot 1579 hield hij een dagboek bij over de verschrikkingen die hij ervoer door oorlogshandelingen en religieuze omwentelingen. Nadat Amsterdam alsnog Oranjegezind was geworden vond hij onderdak in de katholieke enclave Montfoort, om vóór 1587 weer naar zijn geboortestad Gouda terug te keren.
• Zesde Heesterhof
  zie Heesterlaan.
• Zevende Heesterhof
  zie Heesterlaan.
• Zuidelijk Halfrond
  zuidelijk halfrond, het gedeelte van de aarde ten zuiden van de evenaar.
• Zuidelijke Burgvlietkade
  zie Burgvlietkade.
• Zuidelijke Steijnkade
  zie Steijnkade.
• Zuidelijke Zwarteweg
  zie Zwarteweg.
• Zuider IJsseldijk
  de ligging van de weg op de dijk aan de zuidzijde van de Hollandsche IJssel.
• Achter de Boomgaard
  de ligging van het terrein achter 'De Boomgaard', een voormalig tehuis voor studerende en werkende meisjes aan de Statensingel. De grond waarop dit tehuis stond, was vroeger een boomgaard.
• Achter de Schouwburg
  de ligging van de straat naast de Goudse schouwburg. Aanvankelijk was de naam ook gegeven aan het parkeerterrein achter de schouwburg. Het parkeerterrein rond de schouwburg had daardoor twee benamingen: Achter de Schouwburg en Schouwburgplein. Dit was erg verwarrend voor de politie, in verband met het uitschrijven van bekeuringen voor parkeerovertredingen. Daarom is het parkeerdeel achter de schouwburg hernoemd in Schouwburgplein, net eender als het overige parkeerdeel.
• Andries 't Boertgenstraat
• Anna van Burenstraat
  Anna van Egmont (1533 - 1558), gravin van Buren, Lingen en Leerdam, vrouwe van IJsselstein, Borssele, Grave, Kranendonk, Jaarsveld, Kortgene, Sint-Maartensdijk en Odijk, de eerste vrouw van Willem I, prins van Oranje, met wie hij in 1551 trouwde. Uit het huwelijk zijn drie kinderen geboren: de jong overleden Maria, Philips Willem en nog een Maria. Anna stierf op slechts 25-jarige leeftijd en ligt begraven in de Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk in Breda.