Straten Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Prins Mauritsstraat
    Maurits (1567 - 1625), prins van Oranje, graaf van Nassau, stadhouder en kapitein-generaal van het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Maurits was de tweede zoon van Willem van Oranje, uit diens huwelijk met Anna van Saksen. Hij was één van de grootste veldheren van zijn tijd en wist samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt de Spanjaarden in het defensief te dringen. De later groeiende onenigheid tussen beide mannen kwam tot een climax tijdens het Twaalfjarig Bestand en eindigde met de terechtstelling van Van Oldenbarnevelt. Maurits stierf zonder wettige nakomelingen. Zijn jongere halfbroer Frederik Hendrik volgde hem op als stadhouder en militair leider.
  • Prinses Julianastraat
    Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, ten tijde van de naamgeving de 'vermoedelijke erfgename van de Kroon' (kroonprinses). Zie verder Julianahof. Om alle verwijzingen naar het koningshuis uit het openbare leven te verwijderen werd de straatnaam gedurende de Duitse bezetting gewijzigd in Curaçaostraat. In mei 1945 werd de oude naam in ere hersteld.
  • Provincialeweg West
    de provincie Zuid-Holland, die de weg in eigendom en beheer heeft. De toevoeging 'West' houdt verband met de kern Haastrecht: dit is het deel van de provinciale weg ten westen van Haastrecht (net zoals de N228 ten oosten van Haastrecht de Provincialeweg Oost heet).
  • Raoul Wallenbergplantsoen
    Raoul Gustav Wallenberg (1912 - 1947?), een Zweedse diplomaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wallenberg werd in juli 1944 naar de Zweedse ambassade in Boedapest gestuurd. Door het bouwen van schuilwoningen en het verstrekken van (nagemaakte) Zweedse paspoorten heeft hij mogelijk 100.000 Hongaarse joden van de dood gered. In januari 1945 werd Wallenberg door de Sovjets gevangen genomen omdat hij werd verdacht van spionage. In 1957 maakte de Sovjet-Unie bekend dat Wallenberg in 1947 was gestorven aan een hartaanval in de Loebjanka-gevangenis in Moskou. Men sluit echter niet uit dat Wallenberg is geëxecuteerd. In 1991 werd een Russisch-Zweedse commissie ingesteld om Wallenbergs dood te onderzoeken. De commissie heeft niet kunnen vaststellen dat Wallenberg in 1947 is overleden.
  • Reeuwijksche Verlaat
    de naastgelegen sluis (of verlaat) tussen Gouda en Reeuwijk. Het is een in 1604 gebouwde schutsluis die, vanwege de verschillende waterpeilen van de omliggende polders, een dubbele uitgang kreeg. Daaraan dankt de sluis de aanduiding van dubbel verlaat of driewegsluis. In 1868 is de sluis ingrijpend veranderd en kreeg zijn huidige vorm. Bij een restauratie in 1972 is het sluishoofd richting Sluipwijk dichtgemetseld. In 2009/2010 is de sluis opnieuw gerestaureerd, waarbij de derde deur is hersteld. Hiermee kreeg de sluis zijn oorspronkelijke karakter van driewegsluis weer terug. Zie ook Driewegplein.
  • Rhijnvis Feithstraat
    mr. dr. Rhijnvis Feith (1753 - 1824), een Nederlandse dichter en auteur. Feith was belastingontvanger op het kantoor van zijn vader in Zwolle. Als dichter behoorde hij tot het zogenaamde sentimentalisme, zich uitend in een sterke overgevoeligheid, het overdrijven van romantische gevoelens en het zoeken naar zaken die medelijden en tranen konden opwekken. Tot zijn bekendste gedichten behoren 'Het graf', 'Fanny' en het oudejaarslied 'Uren, dagen, maanden, jaren'. Hij schreef ook essays (zoals zijn 'Verhandeling over het heldendicht'), proza (zoals de briefromans 'Julia' en 'Ferdinand en Constancia') en toneelstukken (zoals het treurspel 'Ines de Castro'). Feith was bekend om zijn vaderlandsliefde: hij had zich aangesloten bij de patriotten en was korte tijd burgemeester van Zwolle.
  • Ridder Dirkstraat
    ridder Dirk van der Goude (1230 - 1265), de laatste mannelijke afstammeling uit het geslacht Van der Goude. De heren Van der Goude stonden aan de bakermat van de nederzetting die zou uitgroeien tot de stad Gouda. Tussen 1243 en 1260 komt de naam Dirk van der Goude driemaal in akten voor. In 1243 was hij getuige van graaf Willem II van Holland toen deze aan de kooplui van Lübeck en Hamburg doorvaart-recht gaf; in 1525 was hij opnieuw getuige van graaf Willem II bij de schenking van een privilege over de rechtspraak aan de poorters van Utrecht en in 1260 was hij getuige van Aleid van Holland (voogdes van Floris V) voor de schenking van een land bij Waddinxveen aan een groep ontginners. Hij is de vader van Sophia van der Goude (zie Sophiastraat).
  • Roemer Visscherstraat
    Roemer Pieterszoon Visscher (1547 - 1620), een Amsterdamse graankoopman, assuradeur en dichter. Visscher vergaarde een fortuin door de handel in graan op de Oostzee en op Archangelsk. Hij was een vooraanstaand lid van de rederijkerskamer 'In liefde bloeiende' en zijn huis aan de Geldersekade, het Roemerhuis, vormde het culturele middelpunt voor een kring letterkundigen en beeldende kunstenaars. Zijn bekendste dichtwerken zijn de zogenaamde puntdichten (berijmde anekdotes en woordspelingen) 'Brabbelingen' en het embleemboek 'Sinnepoppen'. Het embleemboek was een geliefd genre in de 16e en 17e eeuw: elke bladzijde bevatte een plaatje, een spreuk en een (meestal berijmde) toelichting.
  • Ruige Weteringpad
    de Ruige Wetering, tegenwoordig de sloot langs de Walvistraat. In vroeger tijden liep de Ruige Wetering van de Mallemolen naar de Schielands Hoge Zeedijk. Met de Mallegatswije (het water langs de Westerkade) en de Waddinxveensche Wetering (het water langs de Emmastraat) vormde de Ruige Wetering de verbinding tussen de plaatsen waar veen werd gewonnen en het Moordrechtse Verlaat.
  • Samuel Munckerstraat
    Samuel Muncker (Munckerus) (? - 1700), een Goudse onderwijzer en dichter. Muncker stamde uit een geslacht van taalkundigen en theologen. Van 1680 tot 1691 was hij conrector van de Latijnse school in Gouda. In 1691 verliet hij Gouda wegens zijn benoeming tot rector van de Latijnse school in Leeuwarden. In 1697 werd hij benoemd tot rector in Dordrecht, waar hij in 1700 overleed. Hij werd begraven in de Goudse Sint-Janskerk. Muncker was in de 17e eeuw een bekend Latijns en Nederduits dichter, wiens roem vooral berustte op zijn dichtbundel 'Rijmproeve van allerhande stijl en stoffe', die in 1688 werd gedrukt door Dirk Bokhoven aan de Botermarkt in Gouda. Muncker heeft bovendien een aantal Latijnse gedichten op zijn naam staan.
  • Sint Jobstraat
    de aan Sint Job gewijde kapel die ongeveer ter plaatse heeft gestaan. Deze kapel behoorde waarschijnlijk tot het daar eveneens staande Lazarushuis, een gebouw waar lijders aan melaatsheid (lepra) werden verpleegd. Volgens De Lange van Wijngaerden bestond de kapel reeds in 1408. Zij werd in de zogenaamde Jonker Fransenoorlog, bij een mislukte poging om Gouda in te nemen, tijdens de winter van 1488/1489 door brand verwoest. De verering van Sint Job stamt uit de 14e eeuw, toen de Zuidelijke Nederlanden werden getroffen door pestepidemieën. Sint Job werd aangeroepen tegen zweren en andere huidziekten, waartegen gewijd Jobswater te krijgen was.
  • Sint Josephstraat
    de rooms-katholieke woningbouwvereniging 'Sint Joseph', die van 1921 tot 1923 in deze buurt een complex woningen liet bouwen. De woningbouwvereniging is opgericht in 1917, met het doel om haar leden kwalitatief goede woningen te bieden. Decennia lang was de Josephbuurt haar enige woningencomplex, tot zij in 1950 startte met de bouw van woningen in De Korte Akkeren, rond de Vossiusstraat. In het begin van de jaren zeventig beheerde 'Sint Joseph' 657 woningen; nog geen twintig jaar later waren dat er ruim 2.200. De rooms-katholieke identiteit van de woningbouwvereniging bleef lange tijd gehandhaafd: het 70-jarig bestaan werd gevierd met een dankzeggingsmis in de Heilige Sacramentskerk in de Tollensstraat. In 1990 is 'Sint Joseph' met de Algemene Woningbouwvereniging 'Gouda' gefuseerd tot de woningbouwvereniging 'Ter Gouw', die op haar beurt op 1 januari 2005 met 'Het Volksbelang' is opgegaan in 'Mozaïek Wonen'.
  • Sint Mariewal
    het nonnenklooster Sinte Marie aan de Hoge Gouwe. Zie Nonnenwater.
  • Spaanse ruiterpad
    Spaanse ruiter (wetenschappelijke naam: Cirsium dissectum), een plant uit de com-posietenfamilie. Deze distelsoort komt van nature voor op natte, voedselarme grond in blauwgraslanden, duinvalleien, heidevelden en veen in Noordwest-Europa. De plant is vrij zeldzaam in Nederland, waar ze vrijwel uitsluitend voorkomt in natuurgebieden. De plant wordt 20 tot 50 cm. hoog en bloeit in juni en juli met purperrode bloemen.
  • St.-Barbarahof
    de uit het begin van de zestiende eeuw daterende Barbaratoren, het restant van het Sint-Barbaragasthuis op de hoek van de Kuiperstraat en de Keizerstraat. In 1468 stichtte het Sint Barbaragilde een gasthuis met een eigen altaar. (De heilige Barbara van Nicomedië werd te hulp geroepen als beschermster tegen de pest.) In of kort na 1505 bouwde het gilde bij het gasthuis een kapel. In de loop van de zestiende eeuw werd de kapel in gebruik genomen als armenschool. Kort na de omwenteling van 1572 legde het stadsbestuur beslag op de kapel om deze in 1581 aan een particulier te verkopen. De toren, met daarin de klok van de afgebroken Noodgodskapel aan de Westhaven, bleef eigendom van de stad om te fungeren als markeringspunt, als (nood)klok en als opslagplaats voor brandemmers. In 1690 zijn op de plaats van het schip van de voormalige kapel drie woningen gebouwd; het koor bleef in gebruik als paardenstal. De toren zakte in de loop der jaren steeds schever en werd in 1760 door een meester vijzelaar uit Amsterdam rechtgezet. In 1851 verhuisde het uurwerk van de Dijkspoort, die werd afgebroken, naar de Barbaratoren. Omdat de wijzerplaat maar één wijzer heeft, kreeg de toren de bijnaam ‘Malletoren’. Tijdens de Tweede Wereldoorloog is de klok door de Duitse bezetters weggehaald. Een nieuwe klok, die de hele en halve uren aangeeft, werd in 1957 geplaatst. In 1988 is de toren grondig gerestaureerd.
  • Steinse Tiendweg
    de ligging van de tiendweg in de polder Stein. De Steinse Tiendweg komt in archieven voor het eerst in 1414 voor, maar aangenomen wordt dat de weg al langer be-stond.
  • ten Boomstraat
    Cornelia (Corrie) ten Boom (1892 - 1983), een Nederlandse verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog. Ten Boom was in 1924 de eerste gediplomeerde horlogemaakster van Nederland. In haar woonplaats Haarlem bood zij met haar vader en haar zus onderdak aan onderduikers. In februari 1944 is het gezin verraden. Via het Oranjehotel in Scheveningen en het concentratiekamp Vught kwam Ten Boom in het concentratiekamp Ravensbrück terecht, waar ze in december 1944 als gevolg van een administratieve fout is vrijgelaten. Na de oorlog bezocht zij meer dan zestig landen om te getuigen van haar geloof, waarin de vergeving centraal stond. Zij schreef ook een aantal boeken. Voor haar hulp aan Joodse onderduikers kreeg ze in 1967 de Yad Vashem-onderscheiding van de staat Israël.
  • Tiende Heesterhof
    zie Heesterlaan.
  • Tobias Asserstraat
    prof. mr. Tobias Michael Carel Asser (1838 - 1913), een Joods-Nederlandse jurist. Asser was advocaat in Amsterdam. Van 1862 tot 1893 was hij hoogleraar in het handelsrecht en het internationaal privaatrecht aan het Athenaeum Illustre, dat in 1877 werd omgevormd tot de Universiteit van Amsterdam. Hij was mede-initiator en voorzitter van de eerste Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht in 1892. Tijdens deze conferentie is het Permanent Hof van Arbitrage opgericht. Hij was voorzitter van drie vervolgconferenties (in 1894, 1900 en 1904) en van twee conferenties over het wisselrecht (in 1910 en 1912) en arbiter bij diverse internationale geschillen. In 1903 werd hij lid van de Raad van State en in 1904 volgde zijn benoeming tot minister van Staat. In 1911 ontving hij de Nobelprijs voor de Vrede.
  • Tweede Blommesteinhof
    zie Blommesteinsingel.