Straten Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Eerste Hulkesteinhof
    zie Hulkestein.
  • Eerste kade
    zie Derde kade.
  • Eerste Loevesteinhof
    zie Loevestein.
  • Eerste Magalhaeshof
    zie Magalhaeslaan.
  • Eerste Palensteinhof
    zie Palenstein.
  • Eerste Papaverhof
    zie Papaverstraat.
  • Eerste Poldermeesterhof
    zie Poldermeesterslag.
  • Eerste Schoolstraat
    de Openbare Lagere School nr. 4, die in 1900 als eerste lagere school in De Korte Akkeren werd geopend. De school is later gesplitst in de Jan Ligthartschool en de Theo Thijssenschool. In 1961 is het gebouw gesloopt en werden de leerlingen tijdelijk gehuisvest op de Nieuwehaven. Na gereedkoming van de nieuwbouw is alleen de Jan Ligthartschool in het gebouw teruggekomen. Tegenwoordig is in het gebouw het 'Wijkcentrum de Jan Ligthart' gevestigd.
  • Eerste Sporkenhouthof
    zie Sporkenhoutlaan.
  • Eerste Vuurdoornhof
    zie Vuurdoornlaan.
  • Eerste Weeresteinhof
    zie Weerestein.
  • Eerste Woudesteinhof
    zie Woudestein.
  • Elfde Heesterhof
    zie Heesterlaan.
  • Eline Verestraat
    de hoofdpersoon uit de gelijknamige roman van Louis Marie Anne Couperus (1863 - 1920), waarvan de eerste druk in 1889 is verschenen. Het verhaal speelt in de gegoede kringen van Den Haag. Eline Vere is een jonge, mooie maar labiele vrouw die zich veel van het leven voorstelt en een levendige fantasie heeft. De werkelijkheid valt haar telkens tegen en ze vlucht weg van de realiteit. Uiteindelijk neemt ze teveel van haar slaapmiddel in en overlijdt ze.
  • Elisabeth Hoeve
    zie Anna Hoeve.
  • Elizabeth Wolffstraat
    Elizabeth (Betje) Wolff-Bekker (1738 - 1804), een Nederlandse schrijfster. Zij trouwde in 1759 met de 52-jarige predikant Adriaan Wolff. In 1763 debuteerde zij met de bundel 'Bespiegelingen over het genoegen'. In 1777, na de dood van haar echtgenoot, ging zij samenwonen met Aagje Deken en begonnen zij gezamenlijk te publiceren. Met Gouda had Betje Wolff een bijzondere relatie. Zij was onder andere bevriend met de families van burgemeester mr. Bartholomeus de Moor van Immerzeel en ds. Pieter Cornelis Couperus, predikant in de Sint-Janskerk, met de remonstrantse predikant ds. Abraham Amijs en met mr. P.L. Schippers, schepen van Gouda. Zij logeerde in Gouda en voerde een drukke correspondentie met haar vrienden. De burgemeester bevorderde haar werk en liet op zijn kosten zelfs een zogenaamde lierzang drukken. Op haar beurt wijdde Betje een lange lierzang aan burgemeester De Moor en zijn vrouw Huberta van Eyck, die werd opgenomen in de in 1772 verschenen bundel 'Lier-, veld- en mengelzangen'. Betje voelde zich volkomen thuis in deze kring van vooruitstrevende en ontwikkelde burgers, waarin vrijheid en verdraagzaamheid heersten en zij haar spotzucht en vrijmoedigheid kon uitleven.
  • Ferdinand Huyckstraat
    de hoofdpersoon uit de in 1840 verschenen roman van Jacob van Lennep (1802 - 1868), getiteld: 'De lotgevallen van Ferdinand Huyck'. Het boek wordt beschouwd als het meesterwerk van de schrijver en kende in de 19e eeuw een enorme populariteit. Ferdinand Huyck is een jonge advocaat, die na een reis van twee jaar in Italië terugkeert naar Amsterdam. Hij wordt overvallen, beroofd en daarna bevrijd door een geheimzinnige man, die zichzelf Bos noemt. Deze Bos en zijn dochter Amelia worden gezocht, omdat ze ten onrechte beschuldigd zijn van een misdaad. Ferdinand lost het allemaal op: de naam van Bos wordt gezuiverd, Amelia wordt gelukkig en Ferdinand trouwt met de mooie Henriëtte op wie hij al jaren verliefd is.
  • Francisca Hoeve
    zie Anna Hoeve.
  • Frederik Beuckelstraat
  • Frederik Hendriklaan
    Frederik Hendrik (1584 - 1647), prins van Oranje, graaf van Nassau, zoon van Willem van Oranje en Louise de Coligny. Hij volgde in 1625 zijn halfbroer Maurits op als stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht en Gelderland. In 1640 werd hij ook benoemd tot stadhouder van Groningen en Drenthe. Als opperbevelhebber (kapitein-generaal) van het leger van de Verenigde Provinciën gaf hij de voorkeur aan het belegeren van steden boven veldslagen, aangezien de Spaanse infanterie zeer geducht was. Vanwege zijn vele succesvolle belegeringen kreeg hij de bijnaam 'stedendwinger'. Met zijn vrouw Amalia van Solms ontwikkelde hij een hofhouding met koninklijke allure, waarbij Den Haag steeds meer het karakter van hofstad kreeg en de heerschappij van de Oranjes de pretentie van een monarchale dynastie aannam.