-
Burgemeester Jamesplein
zie Burgemeester Jamessingel.
-
Burgemeester Jamessingel
mr. dr. Karel Frederik Otto James (1899 - 1976), burgemeester van Gouda van 1938 tot 1964 (wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd). James studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit in Leiden en promoveerde daar in 1925 op een proefschrift over 'Het Saarbewonerschap'. Van 1924 tot 1938 was hij werkzaam op het stadhuis van Rotterdam, onder andere in de functies van chef van het kabinet van de burgemeester en chef van de afdeling Havenbeheer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was James niet in functie. Op 7 juni 1940 is hij gearresteerd en gevangengezet in Scheveningen vanwege de belediging van een Duitse militair. Voor dit 'vergrijp' is hij veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en daarna verbannen uit Gouda. Hij vestigde zich als advocaat in Rotterdam, maar dook onder uit vrees te worden gegijzeld. Direct op de dag van de bevrijding was James weer terug in Gouda, om zijn ambt als burgemeester weer te gaan vervullen. Bij zijn zilveren jubileum is James benoemd tot ereburger van de stad en ontving de erepenning in goud. James heeft zich tijdens zijn burgemeestersperiode ingezet voor de uitbreiding van Gouda. Hij heeft zich ingespannen voor het realiseren van een aantal restauratieplannen van onder andere het stadhuis, het Catharina Gasthuis, de Moriaan, het Lazaruspoortje en de Waag, maar hij was ook een voorstander van het dempen van grachten en het afsluiten van de Haven. James dwong respect en waardering af door zijn leidinggevende, intellectuele en kunstzinnige kwaliteiten en door zijn gevoel voor stijl. Hij was de laatste burgemeester die het ambtskostuum droeg. Van zijn grote tekenvaardigheid getuigen onder andere de potloodtekeningen van Goudse burgemeesters en de afbeeldingen van de familiewapens van 379 graven, heren en burgemeesters van Gouda, die een plek kregen in het stadhuis op de Markt. Na zijn aftreden vestigde James zich in Amerongen, waar hij op 77-jarige leeftijd overleed. In de volksmond stond (en staat) deze weg bekend als Parallelweg. Tussen 1961 en 1977 was dit ook de officiële naam.
-
Burgemeester Martensstraat
zie Burgemeester Martenssingel. Omdat de straat niet langs het water is gelegen, aan weerszijden kon worden bebouwd en geen overeenkomst had met wat oorspronkelijk een singel werd genoemd, heeft ze ter onderscheiding van de Burgemeester Martenssingel de naam Burgemeester Martensstraat gekregen.
-
Burgemeester Mijssingel
Ulbo Jetze Mijs (1863 - 1944), burgemeester van Gouda van 1917 tot 1927. Voor hij op 8 november 1917 als burgemeester naar Gouda kwam, had hij hetzelfde ambt meer dan 25 jaar bekleed in Middelharnis. Mijs was specialist op het gebied van gemeenterecht; zo schreef hij een uitvoerig commentaar op de Gemeentewet. Tijdens zijn ambtsperiode kwam in Gouda een nieuw uitbreidingsplan tot stand en is veel aandacht besteed aan de volkshuisvesting. Na een conflict met de gemeenteraad over wanbeheer bij de waterleidingmaatschappij besloot hij - vanwege de in zijn ogen onwerkbaar geworden verhoudingen - om met ingang van 1 mei 1927 ontslag uit zijn ambt te vragen. Hij vestigde zich daarna in het Zuid-Hollandse Rijswijk, waar hij op 30 september 1944 overleed.
-
Catharina Burierlaan
-
Catharina Hoeve
zie Anna Hoeve.
-
Constantijn Huygensstraat
Constantijn Huygens (1596 - 1687), een Nederlandse dichter, diplomaat, geleerde en componist. Huygens staat bekend als één van de grootste dichters uit de Gouden Eeuw. Hij schreef veel Latijnse, Franse en Nederlandse gedichten. Vooral zijn gedichten over de omgeving van Den Haag en zijn puntdichten kregen bekendheid. Tot de bekendste werken behoren de klucht 'Trijntje Cornelis' en de verzameluitgave van zijn Nederlandse gedichten, 'Korenbloemen'. Hij bewoonde het buitenverblijf 'Hofwijck' in Voorburg. Als secretaris van de stadhouders Frederik Hendrik, Willem II en Willem III maakte hij vele belangrijke diplomatieke reizen. Huygens bespeelde verschillende instrumenten waarvoor hij een groot aantal werken componeerde. Constantijn Huygens was de vader van de natuur- en wiskundige Christiaan Huygens.
-
Cornelis Ketelstraat
Cornelis Ketel (1548 - 1616), een Goudse portretschilder. Ketel is geboren in Gouda als buitenechtelijk kind van Elisabeth Jacobsdr. Ketel en de kunstverzamelaar Govert Jans van Proyen. Zijn eerste leerjaren bracht hij door in het atelier van zijn gelijknamige oom, Cornelis Jacobsz. Ketel, in Gouda. Op 18-jarige leeftijd werd hij leerling van de Delftse schilder Anthonie van Blokland. Na een jaar vertrok hij naar Parijs, maar na een paar maanden gebood de Franse koning dat alle onderdanen van de koning van Spanje uit Frankrijk moesten vertrekken, waarna hij terugkeerde naar Gouda. Omdat hij in Gouda, vanwege de binnenlandse onlusten, weinig opdrachten kreeg vertrok hij in 1573 naar Londen om daar enkele Duitse lakenkooplieden te schilderen en voor het Engelse hof te werken. In 1581 keerde hij terug naar Holland en vestigde zich definitief in Amsterdam. Hij schilderde portretten voor de Hollandse burgerij en maakte schuttersstukken. Ook portretteerde hij collega-kunstenaars.
-
Da Costakade
dr. Isaäc da Costa (1798 - 1860), een Nederlandse dichter, stammend uit een aanzienlijk geslacht van orthodox Portugese joden. Da Costa studeerde aan het Atheneum Illustre in Amsterdam rechten en letteren en promoveerde in beide faculteiten. Kort na zijn huwelijk met zijn nicht Hanna Belmonte in 1822, ging het echtpaar over tot het orthodoxe Christendom. Da Costa werd één van de voorvechters van het Réveil, een protestants-christelijke reactie op het liberalisme. Da Costa schreef Latijnse en Nederlandse gedichten, waarin hij van zijn geloof en zijn politieke opvattingen getuigde. Bekende werken van hem zijn 'Bezwaren tegen den geest der eeuw', de tijdzang 'Wachter wat is er van den nacht?' en het gedicht 'Hagar'. Vanwege de Joodse afkomst van Da Costa werd de straatnaam gedurende de Duitse bezetting gewijzigd in Javakade. In mei 1945 werd de oude naam in ere hersteld.
-
de Andel
een kleistrook langs de Gouwe waarop een huis was gevestigd met de naam 'De Andel'. Twee leden van de straatnamencommissie stelden voor om de parkeerplaats de naam 'De Goudse Pijp' te geven, mede in verband met de reeds bestaande 'Goudse Poort', maar dit voorstel is niet overgenomen.
-
De Baan
de Baanstraat, die tot in het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw ongeveer op dezelfde plaats liep. De Baanstraat was vernoemd naar een lijnbaan en hield verband met de touwslagerijen op en aan de voet van de stadswallen.
-
de Clerstraat
Johanna Cornelia de Cler-de Bruin (1891 - 1971), een Nederlandse verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1931 tot 1941 was zij in Leiden lid van de gemeenteraad voor de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij. Zij raakte betrokken bij het verzet en met name bij de distributie van illegale bladen. Jo de Cler werd verraden, maar zij kwam daar tijdig achter en kon het aanwezige illegale materiaal in de Kagerplassen storten.
-
De Deel
-
De Genestetstraat
ds. Petrus Augustus de Genestet (1829 - 1861), een populaire Nederlandse dichter-predikant uit het midden van de 19e eeuw. Hij was in de jaren 1852 - 1859 remonstrants predikant in Bloemendaal bij Haarlem. In zijn korte leven heeft hij slechts een beperkt aantal gedichten kunnen schrijven. Hij schreef geen zogenaamde domineespoëzie, maar eenvoudige, natuurlijke, vaak geestige gedichten, die toegankelijk zijn voor een breed publiek. Vooral zijn 'Leekedichtjes', voornamelijk gericht tegen de orthodoxie, zijn bekend gebleven.
-
de Kempenaerstraat
mr. Jacob Matthaëus de Kempenaer (1793 - 1870), een Nederlandse liberale staatsman. De Kempenaer werd na een rechtenstudie in Leiden rijksadvocaat in Gelderland. Hij was enige malen lid van de Tweede Kamer. Als één van de zogenaamde Negenmannen had hij een belangrijk aandeel in de grondwetsherziening van 1848. Als minister van Binnenlandse Zaken diende hij in 1848 - 1849 een aantal organieke wetten in. In zijn latere politieke loopbaan nam hij afstand van de liberale voorman Thorbecke en diens beginselen.
-
de Kortestraat
Abraham de Korte (1895 - 1945), een Goudse verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Hij was koek- en banketfabrikant. Tijdens de Duitse bezetting sloot hij zich aan bij de Ordedienst, later bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij zorgde in LO-verband (de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers) voor onderduikers. Gedropte wapens werden in zijn bakkerij aan de Lange Noodgodssteeg en in zijn pakhuis aan de Punt opgeborgen. De Korte werd verraden en gearresteerd op 15 maart 1945. Na de aanslag op de SS-Obergruppenführer Rauter op 3 april 1945 werd De Korte op de Hoflaan in Rotterdam gefusilleerd.
-
de Korverplantsoen
Johannes Marinus ('Bok') de Korver (1883 - 1957), een Nederlandse voetballer. De Korver speelde van 1902 tot 1923 in het eerste elftal van de Rotterdamse voetbalclub 'Sparta'. Hij was bijna die volledige periode spil en aanvoerder. Met Sparta werd hij vijfmaal landskampioen. Hij speelde 32 wedstrijden voor het Nederlands elftal en was daarvan meer dan tien jaar de aanvoerder. Met het Nederlands elftal won hij tweemaal een bronzen medaille op de Olympische Zomerspelen: in 1908 in Londen en in 1912 in Stockholm. Aangezien er in die tijd nog geen betaald voetbal bestond, hadden voetballers er nog een baan bij; zo was De Korver ook referendaris en hoofd van de afdeling Sport en Recreatie van de gemeente Rotterdam. Vanaf 1913 zat hij namens de liberale Vrijheidsbond in de Rotterdamse gemeenteraad.
-
De Kwekerij
de ligging van de straat over de voormalige stadskwekerij. In het begin van de 20e eeuw, gelijk met de aanleg van de spoorlijn Gouda - Schoonhoven, vestigde de 'Gemeentekwekerij' zich op het driehoekige terrein tussen de toen nog bestaande Kolfwetering en de spoorlijn, waar de laatste een slinger naar het oosten maakte. Het terrein van de kwekerij was grotendeels in gebruik als tuin voor basisscholen uit Gouda, toen het moest plaatsmaken voor het zorgcentrum Hanepraij.
-
de Rijkestraat
Adriaan de Rijke (1921 - 1944), een Goudse verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. De Rijke was timmerman. Tijdens de Duitse bezetting was hij lid van een landelijke knokploeg. Hij werd gevangen genomen bij een overval op een distributiekantoor en op 6 juni 1944 gefusilleerd in Den Haag (Bloemendaal).
-
De Schopschijf
een werktuig in de keramische industrie. Een schopschijf is een groot houten wiel waartegen de pottenbakker schopt om een daaraan verbonden draaitafeltje of een draaischijf in beweging te brengen.