Straten Gouda

Objecten

• Vlonderpad
• Vogelkersgaarde
  gewone vogelkers (wetenschappelijke naam: Prunus padus), een boom uit de rozenfamilie. De gewone vogelkers komt voor in Europa en grote delen van Azië. Hij groeit van nature op vochthoudende zand- en leemgrond op open terrein en langs bosranden. De gewone vogelkers kan 10 m. hoog worden en bloeit begin mei met een overdadige, sterk geurende, witte bloemenpracht. De boom dankt zijn wetenschappelijke naam aan het feit dat hij in groten getale aan de rivieroever van de Po voorkwam (Prunus is de Latijnse naam voor pruim en padus is het oude Latijnse woord voor de Italiaanse rivier Po).
• Vogelplein
  de ligging van het plein in de zogenaamde Vogelbuurt. Een deel van het Vogelplein heette aanvankelijk IJsvogelstraat.
• Volmolenhof
  volmolen, een industriemolen die werd gebruikt om wol te 'vollen'. Vollen of vervilten was een nabewerking van geweven wollen stof waardoor de kwaliteit sterk verbeterde. De weefselstructuur werd namelijk dichter en vaster gemaakt. Om dit te bereiken moest het natte laken uren-, soms dagenlang, worden gekneed in een kuip met aarde, urine en zeep. Aanvankelijk was dit mensenwerk, later zijn volmolens (aangedreven door paarden, wind of water) toegepast, die met houten stampers het laken bewerkten. Bij de met water aangedreven volmolen kon het scheprad uitwendig van de molen zijn aangebracht, maar in de steden was het scheprad meestal inwendig geplaatst. Het water stroomde dan onderlangs de molen door een duiker. Gouda kende twee van deze volmolens: de 'Kleine volmolen' aan de Veerstal en de 'Grote volmolen' aan de Punt. Zij kregen hun water via duikers die in verbinding stonden met de Hollandsche IJssel.
• Voltaweg
  graaf Alessandro Giuseppe Antonio Anastasio Volta (1745 - 1827), een Italiaanse natuurkundige. Volta raakte al jong geïnteresseerd in elektriciteit. In 1775 verbeterde hij de elektrofoor, een apparaat om statische elektriciteit te produceren. Hij richtte zich ook enkele jaren op de scheikunde en ontdekte in 1778 het brandbare moerasgas methaan. In 1779 werd hij benoemd tot hoogleraar in de natuurkunde aan de universiteit van Pavia, een leerstoel die hij bijna 40 jaar zou bekleden. Hij is de uitvinder van de naar hem genoemde voltaïsche cel ('Zuil van Volta'), een apparaat dat een ononderbroken elektrische stroom kon afgeven en de voorloper is van de elektrische batterij. De eenheid van elektrische spanning, de volt, is naar hem vernoemd. De straat kreeg in eerste instantie de naam Broekhuizenweg. Nadat de provincie Zuid-Holland de gemeenbesturen van Gouda en Waddinxveen opdroeg om de mogelijkheden van een nauwere samenwerking te onderzoeken, waarbij een fusie van beide gemeenten niet werd uitgesloten, is de straatnaam gewijzigd in Voltaweg. Waddinxveen kende immers al een straat met de naam Broekhuizen en op deze wijze wilde men voorkomen dat in een gefuseerde gemeente twee vrijwel gelijkluidende straten op korte afstand van elkaar zouden voorkomen, met alle verwarring van dien.
• Vondelstraat
  Joost van den Vondel (1587 - 1679), een Nederlandse dichter en toneelschrijver. Van den Vondel werd geboren in Keulen. Toen hij tien jaar was, verhuisde het gezin naar Amsterdam, waar hij later met zijn vrouw een zijde- en kousenhandel dreef. Na het faillissement van de kousenzaak werd hij suppoost bij de Amsterdamse Bank van Lening. Vondel stamde uit een doopsgezinde familie, maar ging over naar de rooms-katholieke kerk. Hij schreef treurspelen, hekeldichten, lofzangen en dodenklachten. Ook vertaalde hij werken van klassieke auteurs (onder andere 'Elektra' van Sophocles). Tot zijn bekendste werken behoren 'Palamedes of de Vermoorde Onnozelheid', 'Gijsbreght van Aemstel', 'Joseph in Dothan', 'Lucifer' en 'Adam in Ballingschap'. Zijn laatste werk is zijn eigen grafschrift: 'Hier leit Vondel zonder rouw / Hy is gestorven van de kouw'.
• Voorhavenwal
• Voorwillenseweg
  de polder Willens, die bij de middeleeuwse ontginning door twee weteringen in drie delen werd gesplitst: de Voor-, de Midden- en de Achterwillens. De Voorwillenseweg is de weg langs de zuidelijke wetering. Zie ook Willenskade. Volgens de oude legger van wegen en voetpaden heette de weg ook Zandweg, wat zowel een eigennaam als soortnaam kan zijn. Het deel van de weg dat in zuidelijke richting naar de Goejanverwelledijk loopt, had vroeger in de volksmond verschillende benamingen: Fantasielaan, Pastoorslaan, Pislaan, Spanjaardslaan en Vrijerslaantje.
• Voorzorg
• Vorstmanstraat
  dr. Marius Antonius Gijsbertus Vorstman (1805 - 1894), een Nederlandse theoloog en predikant. Na een studie letteren en theologie (waarna hij promoveerde in de theologie) werd Vorstman predikant. Via Well (Gelderland) en Katwijk kwam hij naar Gouda, waar hij van 1837 tot 1870 predikant was bij de Nederlands Hervormde gemeente. Hij was zeer bemind bij de Goudse burgerij, vooral door de aandacht die hij aan de armenzorg schonk. Vanaf 1855 maakte hij op verzoek van de Synode van de Nederlands Hervormde Kerk deel uit van een groep van twaalf geleerden, die elk een gedeelte van een nieuwe bijbelvertaling verzorgden. Naast de kerkgeschiedenis interesseerde hij zich ook voor de historie van Gouda en de naaste omgeving. Zo schreef hij diverse artikelen over onder andere de Sint-Janskerk, Erasmus en het klooster van Stein.
• Vossenburchkade
  de gebroeders Hendrick en Anthony Vossenburch, Goudse regenten uit de 17e eeuw. Zij waren eigenaren van de hofstede Burgvliet en aangelegen gronden. Mr. Anthony Vossenburch werd enige malen verkozen tot burgemeester van Gouda. De toevoeging '-kade' is een herinnering aan de sloot die langs de spoorlijn liep.
• Vossiusstraat
  Gerardus Joannes (of Jo(h)annis) Vossius (1577 - 1649), een Nederlands-Duitse theoloog, letterkundige, geschiedkundige en humanist. Vossius was aanvankelijk rector van de Latijnse school in Dordrecht. Van 1615 tot 1619 was hij regent van het Statencollege in Leiden. Aan de Leidse universiteit werd hij in 1622 benoemd tot hoogleraar in de welsprekendheid en de geschiedenis, later ook in het Grieks. In 1631 vertrok hij naar Amsterdam, waar hij met Caspar Barlaeus het Athenaeum Illustre oprichtte, en er rector en hoogleraar in de geschiedenis en staatswetenschap werd. Vossius was beroemd in Europa door zijn publicaties, die een groot deel van het terrein van de wetenschap van die dagen bestreken. Zo schreef hij handboeken over welsprekendheid, poëtica, taalkunde, theologie en geschiedenis.
• Vredebest
  de voormalige sociëteit 'Vredebest'. De straat ontstond in 1949 toen een doorbraak werd gemaakt van de Kattensingel naar het station. Daarvóór liep de Kattensingel door tot aan de Spoorstraat. Daar waar de singel overging in de Spoorstraat stonden de gebouwen van de sociëteit 'Vredebest' (voorheen caférestaurant/hotel 'De Romein') en sociëteit De Reünie. Deze gebouwen werden afgebroken om de nieuwe doorgang te realiseren. Burgemeester en wethouders wilden aanvankelijk aan deze nieuwe verbindingsweg de naam Stationsstraat geven. Bij nader inzien kwam burgemeester James met het voorstel om Vredebest te kiezen vanwege de historische achtergrond en de goede klank in de naoorlogse jaren.
• Vredeoord
• Vreelust
  Vreelust, een voormalige boerenhofstede aan de Laanslootseweg in Rotterdam-West. De hoeve, die is gesloopt in 1941, was een zuiver voorbeeld van een Zuid-Hollandse boerenwoning uit de 17e eeuw. Anno 2010 is het Rotterdamse Vreelust een gebied zonder bewoners; er staan geen woningen maar er zijn sportvelden en -accommodaties, een school en een brandweerkazerne.
• Vrijenhoefpolderweg
  de Vrijenhoefsche Veen- en Droogmakerij bij Ter Aar, vroeger Aarlanderveen (tegenwoordig de gemeente Nieuwkoop). Het gebied was vroeger bekend als de Hoef- en Schoutenpolder, gesticht in 1652. Sinds 1820 is de polder verveend en droogge-maakt, in verband waarmee de naam is veranderd.
• Vrijheidslaan
  de bevrijding van de Duitse bezetting in 1945.
• Vrijheidspad
• Vroonlandpolderstraat
  de Vroonlandse Polder bij Woubrugge (gemeente Kaag en Braassem), gesticht in 1638. De Vroonlandse Polder is in 1739 opgegaan in de Vierambachtpolder. Als in vroeger tijden de landheren zogenaamde woeste gronden (zoals niet-ontgonnen veengebieden) in leen uitgaven, reserveerden zij soms een deel voor zichzelf. Dit werd vroonland genoemd, land dat niet was onderworpen aan een leenverband en waar de bezitter dus volledige zeggenschap over had.
• Vrouwepoort
  de voormalige Onze-Lieve-Vrouwekerk aan de Nieuwehaven. De kerk werd in 1493 gebouwd in opdracht van de Rozenkransbroederschap. In de zestiende eeuw werd in de kapel een armenschool voor meisjes gesticht, die er gratis les kregen in lezen en godsdienst. Na de hervorming vond op 8 juli 1572 in deze kapel de eerste Goudse protestantse eredienst plaats. Dat was nog voordat de protestanten gebruik gingen maken van de Sint-Janskerk. In hetzelfde jaar vernielden vandalen het gebouw. De banken zijn in 1574 overgebracht naar de Sint-Janskerk. In 1585 is de kapel afgebroken, op de toren na, die nog van belang was vanwege zijn uurwerk en voor de opslag van brandemmers. Zie ook Vrouwesteeg.