Straten Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Staringstraat
    mr. Antony Christiaan Winand Staring (1767 - 1840), een Nederlandse dichter. Staring bracht zijn jeugd door in Gouderak en Gouda, waar hij de lagere school en de Latijnse school aan de Groeneweg doorliep. In 1783 verliet hij Gouda om rechten te gaan studeren in Harderwijk en landbouwkunde in Göttingen (ten zuiden van Hannover). In 1791 vestigde hij zich op zijn landgoed 'De Wildenborgh' bij Vorden (Gelderland), waar hij zich onder andere wijdde aan landontginning. Als patriot bekleedde hij politieke ambten. Staring was een romantische dichter, wat blijkt uit de onderwerpen waarover hij schreef (legenden, beschrijvingen van de natuur) en de wijze waarop hij dat deed (gevoelig en humoristisch). Enkele werken van zijn hand zijn 'Gedichten', 'De hoofdige boer', 'Marco' en de 'Jaromir'-cyclus.
  • Statensingel
    de Staten van Holland, aanvankelijk een adviescollege van de graaf van Holland en vanaf 1572 het hoogste bestuursorgaan van het gewest Holland. De Staten van Holland bestonden eerst uit afgevaardigden van de ridderschap en de zes grootste steden, waaronder Gouda. Na 1572 werd het aantal zogenaamde stemhebbende steden uitgebreid tot achttien. De Staten van Holland kwamen tenminste viermaal per jaar bij elkaar, onder leiding van de landsadvocaat, na 1617 raadpensionaris geheten. Beslissingen werden bij meerderheid van stemmen genomen. De Staten van Holland benoemden samen met de staten van de andere gewesten de leden van de Staten-Generaal van de Nederlanden. De Staten van Holland zijn na de Franse inval in 1795 ontbonden.
  • Stationsplein
    de ligging van het plein bij het NS-station.
  • Stavorenweg
    de Hanzestad Stavoren. Stavoren is ontstaan rond het jaar 900 en kreeg in de 11e eeuw stadsrechten, die in 1118 door keizer Hendrik V werden bevestigd. De groot-schippers en kooplieden uit Stavoren onderhielden belangrijke handelsrelaties met de landen rond de Oostzee, met name bij het transport van graan naar Holland. In 1385 werd Stavoren lid van de Hanze. De schippers uit Stavoren kregen bij passage van de Sont voorrang bij de tolheffing, wat een flinke tijdwinst opleverde. Aan het einde van de middeleeuwen verzandde de haven en raakte het stadje in verval. In de 17e en 18e eeuw kwamen er betere tijden met zeevaart naar verre landen, maar in de 19e eeuw ging Stavoren verder achteruit. Van de eens zo internationale haven bleef niet veel over.
  • Steeckterpolderstraat
    de Steeckterpolder (tegenwoordig de Polder Steekt) in de gemeente Alphen aan den Rijn. De polder ligt ten oosten van de Gouwe en ten zuiden van de spoorlijn Bodegraven - Alphen. De polder is gesticht in 1486. De herkomst van de poldernaam is niet geheel duidelijk, mogelijk is er een relatie met palen, staketwerk of paalwerk.
  • Steijnpad
    zie Steijnkade.
  • Steinenburg
    de ligging van de groenstrook tussen de buurten, waarvan de straatnamen eindigen op -stein en -burg.
  • Stolpenburg
    de boerenhofstede Stolpenburg aan de Herenweg in Moerkapelle (gemeente Zuidplas). De boerderij is een stolphoeve, een in Zuid-Holland zeer zeldzame boerderij-vorm. Dit boerderijtype komt vooral voor in de Noord-Hollandse streek West-Friesland. De boerderij is in opdracht van Johan Herrewijn junior uit Haarlem na 1660 gebouwd. Daarmee is dit het op één na het oudste gebouw in Moerkapelle.
  • Stoofkade
    de herkomst van deze naam is niet duidelijk. Mogelijk is er enig verband met de kopstoven van elzen en wilgen. Kopstoof is de naam die is gegeven aan het sterk vertakte uiteinde van een geknotte wilg.
  • Strausserf
    Johann Baptist Strauss jr. (1825 - 1899), een Oostenrijkse componist en violist. Johann Strauss jr. was de zoon van Johann Strauss sr. (1804 - 1849), die de Weense wals populair maakte. Reeds op jonge leeftijd trad hij in zijn vaders voetsporen. Op negentienjarige leeftijd vormde hij een eigen orkest, waarmee hij door heel Europa reisde en ook de Verenigde Staten van Amerika bezocht. Hij werd beroemd door zijn vele walsen, waaronder 'An der schönen blauen Donau', 'Wein, Weib und Gesang' en 'Wiener Blut'. Na de doorbraak van de Franse operette ging Johann Strauss jr. zich ook met dit genre bezighouden. Hij componeerde zestien operettes, onder andere 'Die Fledermaus' en 'Der Zigeunerbaron'. Johann Strauss jr. stierf op 73-jarige leeftijd aan een longontsteking.
  • Stresemannpad
    dr. Gustav Stresemann (1878 - 1929), een Duitse politicus. Van 1907 tot 1912 en van 1914 tot 1918 was Stresemann lid van de Rijksdag voor de Nationalliberale Partei. Na de Eerste Wereldoorlog richtte hij de Duitse Volkspartij op, een invloedrijke partij tijdens de Weimarrepubliek. In 1920 werd hij opnieuw in de Rijksdag gekozen en van augustus tot september 1923 was hij rijkskanselier. Van 1923 tot zijn dood was hij minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens zijn ministerschap voerde hij de herstelbetalingen (voortvloeiend uit het Verdrag van Versailles) uit en knoopte hij betrekkingen aan met Frankrijk. In 1925 sloot hij het Verdrag van Locarno en in 1926 trad Duitsland toe tot de Volkenbond. In 1926 ontving Stresemann samen met zijn Franse en Britse collega's Briand en Chamberlain de Nobelprijs voor de Vrede.
  • Strookpolderstraat
    de voormalige Strookpolder tussen Zoeterwoude-Dorp en Hazerswoude-Dorp. De polder is gesticht in 1628 en is in 1767 opgegaan in de Bent- en Delf- of Generale polder (die op haar beurt weer is opgegaan in Polder Groenendijk). In het gebied ligt nog steeds de oude kade De Strook.
  • Struisgras
    gewoon struisgras (wetenschappelijke naam: Agrostis capillaris, synoniem: Agrostis tenuis), een geslacht van vaste planten uit de grassenfamilie. In het wild groeit gewoon struisgras op vochtige plekken en in weilanden, in wegbermen en in het bos. Ook komt het voor op ietwat zure gronden van heide en veengebieden. Daarnaast is het één van de belangrijkste grassoorten voor gazons en zeer geschikt voor golfbanen. De plant wordt 10 tot 70 cm. hoog en heeft lange ondergrondse uitlopers. Gewoon struisgras bloeit van juni tot en met augustus met een 5 tot 15 cm. lange pluim. Tot de struisgrassen behoren ook hoog struisgras, moerasstruisgras en wit struisgras.
  • Swadenburg
    de sterkte Swadenburg onder Zwammerdam uit de 13e eeuw. In 1165 liet de Hollandse graaf Floris III bij Swadenburg een dam in de Oude Rijn leggen om wateroverlast in Holland tegen te gaan. Tijdens de zogenaamde 'Loonse Oorlog' (1203 - 1206, de strijd om de opvolging van graaf Dirk VII van Holland), maakte graaf Lodewijk II van Loon aanspraak op de graventitel. Hij was de echtgenoot van Ada van Holland, de dochter van Dirk VII. Hij nam het op tegen Willem I, de jongere broer van Dirk VII. Willem had troepen geconcentreerd bij de Swadenburg, maar in 1204 kreeg het Loonse leger de Swadenburg zonder problemen in handen omdat veel troepen bij de nadering van het leger de stelling ontruimden. Toch lukte het Lodewijk niet om zijn concurrent uit te schakelen en uiteindelijk moest hij het veld ruimen.
  • Swanenburghshofje
    het hofje van twaalf woningen, dat in 1693 werd gesticht ter uitvoering van het testament van Elisabeth Nathans Bars, weduwe van Noach Cornelisz. Swanen-burgh. Het testament, dat in 1689 werd verleden voor notaris Laurens Balbian, bepaalde onder andere dat boven de toegangspoort een gevelsteen moest worden aangebracht van hardsteen en daarop ‘een burchten met eenige Swaentjens rontom’. Deze steen bevindt zich nu in de tuin van Museum Gouda en draagt het jaartal 1693. De gevelsteen boven de toegangspoort van het hofje draagt het jaartal 1692. Het hofje werd gebouwd op een achtererf van de Spieringstraat, op het terrein van het in 1572 verbrande klooster van de reguliere nonnen van Sint Margriet, het Verbrande Erf. De huisjes zijn in 1892 herbouwd en in 1931 werd de ingang verplaatst naar de Groeneweg.
  • Sweelinckstraat
    Jan Pieterszoon Sweelinck (1562 - 1621), een Nederlandse componist, organist en muziekpedagoog. Sweelinck was de oudste zoon van organist Pieter Swibbertszoon en Elsken Jansdochter Sweeling (Sweelinck), dochter van de stadschirurgijn van Deventer. Als achternaam kreeg hij de naam van zijn moeder, vanwege de vooraanstaande positie van haar familie in Deventer. Jan Pieterszoon studeerde bij zijn vader en volgde hem als 15-jarige op als organist van de Oude Kerk in Amsterdam. Hij werd bewonderd om zijn orgelimprovisaties, imitatietechniek en variatiekunst; zijn faam als organist en leraar reikte tot ver buiten Holland. Van Sweelinck zijn meer dan 70 composities voor klavier (orgel en klavecimbel) overgeleverd, samen met ruim 250 vocale ensemblewerken. Hij geldt als de belangrijkste Nederlandse componist van de vroeg-moderne geschiedenis.
  • Symfoniehof
    zie Symfonielaan.
  • Symfonielaan
    symfonie, een muziekstuk waarin een aantal instrumenten tegelijk spelen. Een symfonieorkest bestaat uit strijkers (eerste violen, tweede violen, altviolen, celli, contrabassen), houtblazers (fluiten, hobo's, klarinetten en fagotten), koperblazers (hoorns, trompetten, trombones en tuba's), slagwerk (pauken, grote en kleine trom en triangel) en eventueel andere instrumenten, zoals harp of piano. De bezetting van het orkest hangt af van de compositie die wordt uitgevoerd.
  • Talmastraat
    Aritius Sybrandus Talma (1864 - 1916), een Nederlandse theoloog en antirevolutionaire politicus. Talma was predikant in achtereenvolgens Heinenoord, Vlissingen en Arnhem. In 1901 werd hij Kamerlid voor de Antirevolutionaire Partij. Van 1908 tot 1913 was hij minister van Landbouw, Nijverheid en Handel (waaronder ook Sociale Zaken viel). Als minister was Talma één van de grondleggers van de sociale wetgeving in Nederland. Zo bracht hij onder andere de Ziektewet, de Invaliditeits- en Ouderdomswet en een wijziging van de Arbeidswet tot stand. Na de door zijn partij verloren Tweede Kamerverkiezingen in 1913 werd hij predikant in Bennebroek, waar hij tot zijn overlijden verbleef.
  • Taxushof
    zie Taxusweg.