Straten Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Polderrotonde
    de ligging van de rotonde in het poldergebied van de Krimpenerwaard.
  • Poonwerf
    poon, een zeilend vracht- en passagiersschip dat vooral in Zuid-Holland en Zeeland werd gebruikt. Het kwam voor van de 13e tot de 20e eeuw en enkele exemplaren zijn zelfs in ijzer gebouwd. De poon is wat korter, breder en hoekiger in de kimmen dan de tjalk. Doordat de poon mooie vloeiende lijnen heeft, was hij duurder in de bouw dan andere schepen. Dit was zowel voor de houten als ijzeren uitvoering het geval, daardoor kwam er minder vraag naar. Toen het ook nog gangbaar werd om schepen te verlengen (er een recht middenstuk tussen te zetten) om het verlies aan laadruimte te compenseren na de inbouw van een motor, was het met de poon gedaan.
  • Populierepad
    populiere(n)hout, een matig sterke en zachte houtsoort die zich goed laat zagen en schaven. Het wordt onder andere gebruikt voor de fabricage van klompen, keukengereedschap, speelgoed, meubelen, board, spaanplaat en in de papierindustrie. Populier (wetenschappelijke naam: Populus) is een geslacht van loofbomen uit de wilgenfamilie. Populieren zijn zeer snelle groeiers en zijn kaprijp na 15 tot 25 jaar. De maximale leeftijd van de populier ligt op ongeveer 200 jaar; de bomen kunnen tot 40 m. hoog worden. Van alle populiersoorten heeft de ratelpopulier of esp het grootste verspreidingsgebied. Hij komt in heel Europa voor, maar ook in de gematigde streken van Azië, China, Japan en Noord-Amerika. Andere soorten zijn de grauwe abeel en de zwarte populier.
  • Pottenbakkerssteegje
    de pottenbakkers, die hier hun bedrijf uitoefenden. In de tweede helft van de negentiende eeuw had het bedrijf van pottenbakker Dirk van der Kist (die zelf aan de Raam woonde) waarschijnlijk een uitgang in dit steegje.
  • Pottersplein
    de Potterspoort, één van de vijf oude stadspoorten van Gouda. Door deze poort gingen de pottenbakkers naar hun ovens, die vanwege brandgevaar voor de vele houten huizen in de stad buiten de poort stonden. De poort bestond uit een vierkant poortgebouw met twee wachttorens, was aan drie zijden door water omgeven en had een ophaalbrug ongeveer ter hoogte van het huidige Bolwerk. In 1618 werd het gebouw vervangen door een nieuwe poort die ook als gevangenis dienstdeed. In de achttiende eeuw werden de torens verwijderd. Het gebouw was toen vijftien meter lang en acht meter breed. In 1843 werd de Potterspoort gesloopt.
  • Praamwerf
    praam, een vrachtschip met veel varianten. Een praam is een platbodemvaartuig voor de binnenwateren, bestemd voor het vervoer van landbouwproducten, vee en dergelijke. De praam behoort (met de aak) tot de oudste scheepstypes die bekend zijn, en komt al voor in de Romeinse tijd. Het woord 'praam' betekent drukken, in de betekenis van: 'met een vaarboom voortbewegen'. Na de middeleeuwen ontwikkelde de praam zich tot een groot (tot 20 m.) schip dat zelfs voor de vaart op de Zuiderzee en in de kustwateren werd gebruikt. De diepgang was nooit meer dan ongeveer 60 cm.
  • Pretoriaplein
    Pretoria, vanaf 1 mei 1860 de hoofdstad van de voormalige Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal). Dit was een onafhankelijke staat in het zuiden van Afrika, gesticht door blanke Zuid-Afrikaanse boeren die in de jaren veertig van de 19e eeuw diep het binnenland van Zuid-Afrika waren binnengetrokken. De stad is gesticht in 1855 door de Boerenleider Marthinus Pretorius. Hij vernoemde de stad naar zijn vader Andries Pretorius, die na de overwinning op de Zoeloes in de slag bij Bloed-rivier in 1838 als een volksheld werd vereerd. Tegenwoordig is Pretoria de bestuurlijke hoofdstad (waar de regering zetelt) van Zuid-Afrika.
  • Provincialeweg
    de provincie Zuid-Holland, die de weg in eigendom en beheer heeft.
  • Prunuslaan
    prunus, een geslacht van ruim 400 soorten voornamelijk bladverliezende sierbomen, fruitbomen, heesters en vaste planten uit de rozenfamilie. De Nederlandse naam is sierkers. De soorten komen voornamelijk voor op het noordelijk halfrond. Van nature komen in Nederland, voornamelijk in Zuid-Limburg, alleen zoete kers en de gewone vogelkers voor; andere soorten werden als vrucht- of sierboom ingevoerd uit Zuid-Europa, Azië en Noord-Amerika. Tot die andere soorten behoren: de abrikoos, de amandel, de Japanse sierkers, de perzik en de pruim. De bloemen zijn wit, roze of wit met een roze hart. De vrucht is een steenvrucht, waarvan de binnenwand bestaat uit een stenige wand; in die pit (de 'steen') zit het eigenlijke zaad.
  • Puccinistraat
    Giacomo Antonio Domenico Michele Secondo Maria Puccini (1858 - 1924), een Italiaanse componist. Puccini is geboren in een muzikale familie. Na een korte carrière als kerkorganist besloot hij operacomponist te worden, waarna hij van 1880 tot 1883 studeerde aan het conservatorium van Milaan. Hij was geen enorm productieve componist; in zijn latere leven was hij vooral een levensgenieter, die af en toe een opera schreef als hij even krap bij kas zat. De opera's die hij schreef zijn echter wereldberoemd, zoals 'Manon Lescaut', 'La Bohème', 'Tosca', 'Madame Butterfly', 'La Rondine', het drieluik 'Il trittico' en het onvoltooide 'Turandot'. Hij wordt beschouwd als één van de grootste operacomponisten aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw.
  • Punterwerf
    punter, een verzamelnaam voor de diverse typen platbodemscheepjes die in vroeger tijden zijn ontwikkeld in de veengebieden van Overijssel. Van oorsprong zijn het kleine houten schepen voor het vervoer van turf. De punter kwam later voor in de veengebieden van Overijssel, Friesland, Zuid-Holland en Utrecht, en in de bollenstreek en de Zaanstreek. De voortbeweging van de boot geschiedt door menskracht, door te 'punteren' met een punterstok of vaarboom.
  • Raaigras
    raaigras (wetenschappelijke naam: Lolium), een plantengeslacht uit de grassenfamilie. Het geslacht komt voornamelijk voor in Europa en Azië, met enkele soorten in Amerika, Noord-Afrika en Australië. Soorten die in Nederland voorkomen zijn Engels, Italiaans en Westerwolds raaigras. Veel soorten zijn zeer voedselrijk en worden daarom gebruikt in weilanden en als hooi voor het vee. In graslanden in de omgeving van Gouda is raaigras een algemeen voorkomende grassoort. Het stuifmeel of de pollen van raaigras zijn belangrijke veroorzakers van hooikoorts.
  • Raaphorstpolderweg
    de Raaphorstpolder in de gemeente Wassenaar, ten zuiden van de bebouwde kom. De polder is gesticht in 1632, toen Heyndrick van Raaphorst vergunning kreeg om een windwatermolentje aan de Veenwatering te bouwen. Op een polderlijst van 1653 wordt de 'Raephorstpolder' vermeld, met een omvang van ruim 93 morgen. (Een morgen is een oud-Nederlandse oppervlaktemaat waarmee een gebied werd aangeduid dat in één ochtend kon worden geploegd; een Rijnlandse morgen kwam overeen met 0,85 hectare.) In 1878 is de Raaphorstpolder met drie andere polders opgegaan in de Duivenvoordse- en Veenzijdse Polder.
  • Raesbergenstraat
    Cornelis Raesbergen, de eerstbekende schoolmeester in Gouda, vermeld in 1376.
  • Ranonkelplantsoen
    ranonkel (wetenschappelijke naam: Ranunculus), een geslacht van ongeveer 400 soorten planten uit de ranonkelfamilie. Het zijn meestal overblijvende, kruidachtig planten met helder gele of soms witte bloemen. Enkele soorten hebben oranje of rode bloemen. Er zijn een- en tweejarige soorten. Alle soorten zijn giftig voor vee, maar hun onaangename smaak zorgt dat het vee ze vanzelf laat staan. Tot de ranonkels die in Nederland voorkomen behoren onder andere de boterbloem, de waterranonkel en het gewoon speenkruid. Sommige gekweekte soorten zijn vanwege hun grote, helder gekleurde bloemen populair als tuinplant.
  • Ravelplein
    Maurice Joseph Ravel (1875 - 1937), een Franse componist van Baskische afkomst. Ravel kreeg op zevenjarige leeftijd zijn eerste pianolessen en is in 1889 toegelaten tot het Parijse conservatorium. Zijn pianistenopleiding maakte hij niet af. Toch begon Ravel naam te maken als componist, aanvankelijk met pianomuziek en liederen en later ook met orkestmuziek. Eén van zijn meesterwerken is de Bolero, een ballet dat hij in 1928 componeerde. Hij geldt als één van de voornaamste componisten van de 20e eeuw en als de belangrijkste impressionist in de klassieke muziek.
  • Ravelstraat
    zie Ravelplein.
  • Reeuwijkpolderplantsoen
    de Polder Reeuwijk in Bodegraven-Reeuwijk. De polder ligt ten noorden en noord-westen van de Reeuwijkse Plassen. De polder wordt voor het eerst vermeld in 1537. Vanaf 1543 was de polder Reeuwijk een bemalen polder: Rijnland gaf vergunning om met twee of drie molens op de Oude Rijn uit te wateren omdat er niet meer kon worden afgewaterd op de dichtgeslibde Hollandsche IJssel. Daarbij is de voorwaarde gesteld dat de polder goed met een kade omsloten moest worden. In de 19e en 20e eeuw zijn de grenzen van de polder enkele malen aangepast; in 1978 is de polder opgeheven en opgenomen in het waterschap De Gouwelanden.
  • Regoutstraat
    mr. dr. Edmond Robert Hubert Regout (1863 - 1913), een Nederlandse rooms-katholieke politicus. Regout was een telg uit het Maastrichtse geslacht van groot-industriëlen in het glas-, kristal- en aardewerkbedrijf. Hij startte zijn loopbaan als officier van justitie. In 1905 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer. In 1910 werd hij benoemd tot minister van Justitie, samen met zijn broer Louis Hubert Willem Regout die minister van Waterstaat werd. Hij bracht de Zedelijkheidswet tot stand. Hierin werden onder andere pornografie, homoseksuele relaties van volwassenen met minderjarigen en abortus strenger bestraft, met bovendien een verbod op bordelen, vrouwenhandel en gokken. Regout overleed plotseling aan een hartverlamming tijdens zijn ministerschap.
  • Reigerstraat
    reiger (wetenschappelijke naam: Ardeidae), een familie van vogels uit de orde van roeipotigen. De familie telt 67 soorten. De in Nederland meest voorkomende reiger-soort is de blauwe reiger; andere soorten die in Nederland voorkomen zijn de grote en kleine zilverreiger, de purperreiger en de roerdomp. De blauwe reiger (Ardea cinerea) komt voor in de gematigde streken van Europa en Azië. Hij is in heel Nederland te vinden; tegenwoordig ook in stedelijke gebieden. Hij wordt ongeveer 90 cm. hoog en gemiddeld 25 jaar oud. De vogel broedt van februari tot in juni, in grotere of kleinere kolonies. De nesten worden hoog in de bomen gebouwd; een enkele keer in struiken of rietvelden.