-
Koekoekplein
koekoek (wetenschappelijke naam: Cuculus canorus), een vogel uit het Hollandse polderland. De koekoek is een middelgrote, slanke vogel met spitse vleugels en een lange afgeronde staart. De koekoek komt voor in de gematigde zones van Eurazië, van West-Europa en Noord-Afrika tot Kamtsjatka en Japan. De koekoek is een trekvogel die grote afstanden aflegt en in Afrika ten zuiden van de evenaar overwintert. De koekoek is een broedparasiet: het vrouwtje legt haar eieren in nesten van andere vogelsoorten en laat het broeden en grootbrengen van de jongen over aan die andere soort.
-
Koekoekstraat
zie Koekoekplein.
-
Koerierspad
de koerier(ster)s die in de bezettingsjaren 1940 - 1945 een belangrijke functie in het verzet vervulden. Koeriers verkenden de omgeving, waren belast met het overbrengen van berichten aan verzetsmensen of -groepen, en zorgden voor de verspreiding van voedselbonnen, valse persoonsbewijzen, illegale kranten en wapens. Omdat koeriers hun verzetswerk in het openbaar uitvoerden, liepen zij enorme risico's. Veel vrouwen deden koerierswerk, aangezien het voor mannen in de loop van de oorlog steeds gevaarlijker werd om zich op straat te begeven. Zij werden steeds actiever gezocht voor tewerkstelling in Duitsland.
-
Kolfwetering
de Jan Verzwollewetering, die tussen de Karnemelksloot tot aan de Hollandsche IJssel de Kolfwetering werd genoemd. In het kader van de werkverschaffing in de jaren dertig van de 20e eeuw is dit watertje gedempt. De naam Kolfwetering is waarschijnlijk ontleend aan de kolfbaan bij de herberg Kaap de Goede Hoop aan de Karnemelksloot, ter hoogte van het huidige appartementengebouw 'de Karn' (tussen het voormalige belastingkantoor en de Jan Verzwollebrug). Bij het kolfspel moet een bal met een kolfstok via een paal in een speelveld worden geslagen om zo punten te scoren. Het was vanaf de middeleeuwen eeuwenlang het populairste Nederlandse volksspel, tot het eerst door biljarten en later door voetballen werd verdrongen. Gouda kende meerdere kolfbanen. De bekendste waren die van de sociëteiten 'de Réunie' aan de Oosthaven en 'Ons Genoegen' aan de Boele-kade.
-
Kolkmanstraat
mr. Maximilien Joseph Caspar Marie Kolkman (1853 - 1924), een Nederlandse rooms-katholieke politicus. Voor hij de politiek in ging was hij advocaat en notaris. Hij werd in 1888 lid van de Tweede Kamer en was in de jaren 1908 - 1913 minister van Financiën. Dankzij Kolkman kreeg Nederland een motorrijtuigenbelasting. Na zijn aftreden als minister werd Kolkman gekozen tot lid van Provinciale en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Vanaf 1916 tot zijn overlijden combineerde hij deze functie met een hernieuwd lidmaatschap van de Tweede Kamer.
-
Kompas
de ligging van de rotonde in een gebied dat sterke binding heeft met de scheepvaart. Een kompas is een instrument dat het noorden aangeeft en dat daardoor kan worden gebruikt om de richting te bepalen waarin men zich beweegt. Een kompas bestaat meestal uit een soort van doos met een stift in het midden van de bodem, waarop een magneetnaald zich vrij kan bewegen onder invloed van het aardmagnetisch veld.
-
Kongsbergstraat
Kongsberg, één van de drie partner- of jumelagesteden waarmee Gouda vriendschappelijke contacten onderhoudt. Kongsberg ligt in Noorwegen, in de provincie Buskerud, ongeveer 80 km. ten westen van de hoofdstad Oslo. De stad ligt in een natuurrijke omgeving, met bossen en bergen, meren en rivieren, op een hoogte van zo'n 160 m. boven de zeespiegel, en telde op 1 januari 2013 ruim 25.000 inwoners. De stad is in 1624 gesticht door de Deens/Noorse koning Christian IV onder de naam 'Konings Bierg' (Konings Berg), nadat er kort daarvoor in de omgeving zilvererts was gevonden. Sinds 1956 levert Kongsberg elk jaar een grote kerstboom aan Gouda, die tijdens Kaarsjesavond wordt ontstoken en daarna nog ruim twee weken prominent op de Markt staat.
-
Koningsmantelstraat
koningsmantel (wetenschappelijke naam: Nymphalis antiopa), een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. Het is een grote roodachtig zwarte vlinder met een opvallende gele vleugelrand. Daaraan dankt hij zijn bijnaam 'rouwmantel', omdat het lijkt of hij uit rouw een zwarte mantel over gele vleugels draagt. De vlinder komt in Europa vrij algemeen voor in gemengde en naaldbossen. In Nederland is hij als dwaalgast te vinden. De vliegtijd is van maart tot en met september.
-
Koolwitjestraat
klein koolwitje (wetenschappelijke naam: Pieris rapae), een dagvlinder uit de familie witjes. Het klein koolwitje komt voor in grote delen van Europa, Noord-Afrika, Azië en Japan. Het vrouwtje zet haar eitjes af op verschillende koolsoorten, vandaar ook de naam. De witte vleugels hebben een lengte van 21 tot 27 mm. Ze hebben een donkere tip aan de bovenkant van de voorvleugel en zijn gesierd met enkele zwarte vlekken. Sterke gelijkenis met het klein koolwitje vertoont het groot koolwitje (Pieris brassicae) dat een vleugellengte heeft van 28 tot 32 mm.
-
Kornoeljelaan
kornoelje (wetenschappelijke naam: Cornus), de naam van tientallen soorten heesters uit de kornoeljefamilie. De Rode kornoelje (Cornus sanguinea), die tot 4 m. hoog kan worden, komt van nature voor in de Nederlandse bossen. Uit Midden-Europa, China of Noord-Amerika afkomstig zijn de als sierheester gekweekte soorten zoals de Gele Kornoelje, de Chinese kornoelje en de Japanse kornoelje.
-
Kraaiheidelaan
kraaiheide (wetenschappelijke naam: Empetrum nigrum), een kleine, altijd groenblijvende heester uit de kraaiheidefamilie. Het is een bloeiende heidesoort, met blaadjes die 's zomers intens groengekleurd en in de winter opvallend bruinrood zijn en met zwarte bessen. Aan dat laatste dankt de plant zijn naam: de bessen zijn zo zwart als kraaien. Kraaiheide wordt aangetroffen op heidevelden, in de kalkarme duinen ten noorden van Bergen (N.H.), de Westfriese waddeneilanden en in veengebieden die daaraan grenzen.
-
Kramersweg
Jacob Janszoon Kramers (1802-1869), een Nederlandse lexicograaf en onderwijzer. Kramers was aanvankelijk onderwijzer in Vreeswijk, later in Schoonhoven, en vestigde zich in 1847 in Gouda. Hier werkte hij een twintigtal jaren als lexicograaf voor de uitgeverij G.B. van Goor Zonen. Hij was de meest productieve lexicograaf van de 19e eeuw. Behalve enkele schoolboeken was hij de samensteller van de 'Algemeene Kunstwoordentolk' (1847), de 'Verkorte Woordentolk' (1848), het 'Geo-graphisch Woordenboek der gehele Aarde' (1852-1855), het 'Geografisch-Statistisch-Historisch Handboek' (1849), de 'Nouveau dictionnaire franc.-holl. et holl.-franc.' (1858-1862) en het 'Technologisch Woordenboek in vier talen' (1866-1874).
-
Krugerlaan
Stephanus Johannes Paulus (Paul) Kruger (1825 - 1904), een Zuid-Afrikaanse staatsman. In de Eerste Boerenoorlog deed Kruger van zich spreken als een belangrijke leider met een groot militair inzicht. Het leverde hem viermaal het presidentschap op van de Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal). In 1899 brak de Tweede Boerenoorlog uit en een jaar later verliet Kruger Zuid-Afrika met het Nederlandse slagschip 'De Gelderland', dat was gestuurd door koningin Wilhelmina. Om steun te vragen voor de Boeren verbleef Kruger een tijd in Nederland, waar hij overal met groot enthousiasme werd gehuldigd. Op 6 december 1900 passeerde hij Gouda per trein; op het spoorwegstation werd hij officieel begroet door het gemeentebestuur en deputaties van meer dan 40 verenigingen.
-
Kruidenburg
Kruidenburg, de naam van een huis langs de Oude Rijn in Zwammerdam. De eerste vermelding van de woning dateert van 1615. De naam 'Kruijdenburgh' wordt voor het eerst gebruikt in een akte uit 1703. Het huis is in de loop der eeuwen door verschillende families bewoond. In 1922 is de woning verkocht aan de veehouder J.A. Hooftman, die diverse veranderingen op het terrein liet aanbrengen. In 1925 werd een varkensstal gebouwd, in 1930 volgde de bouw van een koestal. Het boerenbedrijf van de familie Hooftman werd beëindigd in 1985, waarna de boerderij een woonfunctie kreeg.
-
Kwartslag
de vorm van het aangrenzende gebouw, namelijk een kwart van een cirkel.
-
Lafeberhof
Anton Pieter Maarten Lafeber (1893 - 1972), de schrijver van een boek over het Goudse dialect. Aanvankelijk was hij houtdraaier, maar in de crisisjaren kwam hij in dienst bij de gemeente als incasseerder van het spaarfonds. Hij bezocht de klanten van het fonds aan huis en noteerde de gesproken taal in een kwitantieboek. Toen hij in de avonduren conciërge werd van de handelsavondschool kreeg hij het beheer over de opleidingsbibliotheek en daarmee toegang tot de vakliteratuur over taalwetenschappen. Ook werd hij correspondent van de dialectencommissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Het door hem verzamelde materiaal heeft hij na zijn pensionering verwerkt tot een standaardwerk over het Goudse dialect. Voor dit werk werd hij in 1965 door prins Bernhard onderscheiden met een Zilveren Anjer. Het boek Het dialect van Gouda werd in 1967 uitgegeven door de Oudheidkundige Kring ‘Die Goude’ met financiële steun van de Stichting voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek.
-
Lakerpolderplein
de Lakerpolder, een eiland in de Kagerplassen bij Warmond (gemeente Teylingen). De polder is in 1632 gesticht. De naam is ontleend aan de Laeck, het water tussen dit eiland en de Zwanenburgerpolder. In 1978 is de polder opgenomen in het waterschap De Oude Veenen. Het poldereiland is onbewoond en heeft geen bebouwing, met uitzondering van de rond 1818 gebouwde Lakermolen.
-
Landluststraat
een boerderijnaam die in de omgeving van Gouda wordt aangetroffen. Langs de Oude Rijn bij Alphen aan den Rijn staat een meer dan 350 jaar oude langgevelboer-]derij met die naam. Ook in Harmelen bevindt zich een boerderij 'Landlust'; deze boerderij is mogelijk gebouwd in de 17e eeuw en gemoderniseerd in de 19e eeuw.
-
Landmeterslag
landmeter, een wettelijk gediplomeerde en beëdigde technicus die (bijvoorbeeld in dienst van een waterschap of hoogheemraadschap) onroerend eigendom, publiek of privaat, bebouwd of onbebouwd, identificeert, afbakent, opmeet en schat.
-
Lanseloetstraat
ridder Lanseloet van Denemerken, de hoofdpersoon uit een Middelnederlands toneelstuk. Het is één van de vier abele spelen die vervat zijn in het Hulthemse handschrift. Het is rond 1486 in Gouda gedrukt bij Govert van Ghemen en omvat 952 in rijm opgestelde regels. Het stuk handelt over de (onmogelijke) liefde tussen personen van verschillende standing. Uiteindelijk sterft Lanseloet van liefdesverdriet.