Straten Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Kannenburg
    het kasteel de Cannenburch in de gemeente Vaassen (Gelderland). Het kasteel wordt in 1365 voor het eerst vermeld. Nadat het kasteel in de loop van de 15e eeuw was vervallen tot een ruïne, kwam het in 1543 in bezit van maarschalk Maarten van Rossem, die het tot een statig slot liet herbouwen. In de 18e eeuw is het gemoderniseerd. Het kasteel - dat tegenwoordig eigendom is van de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen - is inmiddels opnieuw gerestaureerd en opengesteld voor het publiek. In de straatnaam wordt het kasteel met een K gespeld om de alfabetische volgorde tussen Ganzenburg en Kruidenburg niet te doorbreken. Het voorstel aan de gemeenteraad was om deze straat de naam Kronenburg te geven, naar het gelijknamige kasteel bij Loenen aan de Vecht, in de 13e eeuw bewoond door Gerard van Velzen en in 1296 gevangenis van graaf Floris V. Dat kasteel werd in 1672 verwoest en daarna herbouwd als landhuis, maar afgebroken in 1837. De chef van de afdeling Burgerzaken maakte tegen de naam Kronenburg schriftelijk bezwaar vanwege de gelijkenis met de reeds bestaande straatnaam Cronestein, wat tot verwarring aanleiding zou kunnen geven. Blijkens de notulen van de gemeenteraad is het oorspronkelijke voorstel evenwel ongewijzigd aangenomen. Deze straat zou dus eigenlijk Kronenburg moeten heten.
  • Karekietstraat
    een geslacht van zangvogels (wetenschappelijke naam: Acrocephalus) , waarvan twee soorten, de grote en de kleine, broeden in het gebied van de Reeuwijkse en Sluipwijkse Plassen. De grote karekiet broedt in flinke oppervlakten stevig, overjarig riet aan de rand van open water. Dat heeft vooral te maken met het zware nest, dat door jong riet of andere vegetatie niet kan worden gedragen. De vogel broedt in een groot deel van Europa en overwintert in tropisch Afrika. Ook de kleine karekiet broedt in rietlanden. De vogel komt regelmatig buiten het dichte riet, zodat hij relatief vaak wordt gezien. De kleine karekiet komt in vrijwel alle laaglandgebieden van Europa voor.
  • Kastanjestraat
    kastanjehout, een Europese hardhoutsoort. Het hout van deze bomen is uitstekend timmerhout en gaat enkele tientallen jaren mee zonder dat het hoeft te worden behandeld. Kastanje (wetenschappelijke naam: Castanea) is een geslacht van loofbomen. De tamme kastanje komt van nature voor in het Middellandse Zeegebied. De boom heeft een levensduur van ongeveer 500 tot 1500 jaar. De gewone paardenkastanje groeit van nature in de dalen van het Balkangebergte en is een uitstekende boom voor brede bermen langs wegen en als solitair in parken en plantsoenen. Pas in de 17e eeuw is deze boom ingevoerd in Nederland, om buitenplaatsen en landgoederen te sieren. De meeste kastanjebomen worden 30 tot 40 m. hoog.
  • Kattenburcht
    zie Kattensingel.
  • Kazernestraat
    de voormalige kazerne van het 3e bataljon 4e regiment infanterie aan de Varken-markt. Ten oosten van de huidige straat is in het midden van de vijftiende eeuw het Maria Magdalenaconvent opgericht, een vrouwenklooster voor bekeerde prostituees. Na de hervorming werd de kapel afgebroken en op de plaats van het hoofdgebouw werd rond 1613 een pesthuis gebouwd. In 1799 trok een bataljon militairen in het pesthuis, dat in 1841 werd vergroot en verbouwd tot een kazerne voor het garnizoen van Gouda. Het voormalige pesterf, begraafplaats voor pestlijders, werd ingericht als exercitieterrein. De kazerne sloot in 1922. De Kazernestraat is aangelegd op de plaats van een gedempt watertje of zijl.
  • Keenwerf
    keen, een Duits scheepstype dat veel verwantschap met de Nederlandse aak vertoonde. De naam keen is mogelijk afgeleid van het Duitse Kahn of Kähn, wat de algemene aanduiding voor een schuit is. Door de lange smalle vorm en en lichte bouw kon het met de stroom mee afzakken en stroomopwaarts worden gesleept. De keen kon zwaar worden getuigd om tegenstrooms van elk zuchtje wind te kunnen profiteren. Kenmerkend voor een keen, ook wel bovenlander of overlander genoemd, was het grote klaphekken roer, dat bij kanaalvaart in korte sluizen door een speciale constructie kon worden samengeklapt.
  • Keerkring
    keerkring of breedtecirkel, een denkbeeldige cirkel rond de aarde die alle punten op een bepaalde breedtegraad verbindt. De Kreeftskeerkring bevindt zich op ongeveer 23½ graden noorderbreedte, de Steenbokskeerkring op ongeveer 23½ graden zuiderbreedte. Op of rond 21 juni staat de zon loodrecht boven de Kreeftskeerkring. Op het noordelijk halfrond begint dan de zomer, op het zuidelijk halfrond de winter. Als op of rond 21 december de zon loodrecht boven de Steenbokskeerkring staat is de situatie net omgekeerd. Het gebied tussen de keerkringen wordt de tropen genoemd. De naam is ook een verwijzing naar de rotonde aan de zuidzijde van de straat, waar het doorgaande verkeer moet keren vanwege de aanwezige afsluitingspaal.
  • Kerkhoflaan
    de ligging van de laan bij de in 1832 in gebruik genomen oude Algemene Begraafplaats aan het doodlopende eind van de Prins Hendrikstraat. De laatste bijzetting was in 1976; de begraafplaats is tegenwoordig een gemeentelijk monument.
  • Kerkpolderpad
    de voormalige Kerkpolder in Alphen aan den Rijn, gesticht in 1474. De polder werd ook 'Polder achter de kerk' genoemd, naar de 'Kerkmolen' die de polder bemaalde en gelegen was achter de Alphense kerk. De polder is in 1649 samengevoegd met de Zanepolder tot de 'Grote polder' of 'Grote Westendse polder'. Tegenwoordig is dit de Alphense wijk Kerk en Zanen.
  • Kerstroosgaarde
    kerstroos (wetenschappelijke naam: Helleborus niger), een plant uit het geslacht nieskruid van de ranonkelfamilie. De kerstroos is een vaste plant van ongeveer 30 cm. hoogte, die in het wild voorkomt op de hellingen van de oostelijke Noord- en Zuid-Alpen. De plant bloeit met één of een paar witte of roze bloemen. Hoewel de naam kerstroos suggereert dat de plant rond de kerst bloeit, komt deze pas in februari tot bloei en bloeit tot april. De kerstroos is zeer giftig. De gemalen en gedroogde wortels werden vroeger als niespoeder gebruikt. Verder werd de kerstroos gebruikt als braakmiddel en middel tegen obstipatie.
  • Kervelgaarde
    kervel (wetenschappelijke naam: Anthriscus cerefolium), een vaste plant uit de schermbloemenfamilie en familie van peterselie. Het is een tweejarig kruid dat tot 70 cm. hoog kan worden. Kervel wordt algemeen geteeld en is soms verwilderd; oorspronkelijk was het een inheemse plant in Zuidoost-Europa en West-Azië. Door de Romeinen meegebracht naar het westen, was het in de middeleeuwen vooral in kloostertuinen te vinden. Kervel heeft een lichte, wat zoete anijsachtige smaak en wordt als keukenkruid gebruikt in soepen, salades, sauzen, vis- en vleesgerechten.
  • Kesperstraat
    dr. Lodewijk Albert Kesper (1857 - 1926), een Nederlandse auteur/letterkundige. Kesper studeerde klassieke letteren aan de Rijksuniversiteit in Leiden, waar hij in 1886 promoveerde. Daarvoor was hij al als leraar klassieke talen werkzaam aan het gymnasium in Gouda. In 1889 werd hij tevens conrector. In 1892 werd hij daarnaast aangesteld als gemeentearchivaris van Gouda, een functie die hij tot zijn ontslag (daartoe gedwongen door een toenemende hardhorendheid) bleef vervullen. Hij publiceerde verscheidene verhandelingen en artikelen over de Goudse geschiedenis, waaronder artikelen in de Goudsche Courant en het boek 'Geschiedenis van het gymnasium te Gouda' uit 1897.
  • Kievitstraat
    kievit (wetenschappelijke naam: Vanellus vanellus), een weidevogel uit het polderland. De kievit heeft een zwarte rug met een groene of paarse metaalglans, een witte onderzijde en een lange dunne kuif. Het aantal weidevogels in Nederland is de laatste decennia sterk achteruit gegaan, maar de kievit heeft zich aangepast aan de intensivering van de landbouw en broedt tegenwoordig behalve op akkers en weiden ook op andere open terreinen. In de winter vormen kieviten grote groepen en trekken over korte afstanden naar het zuiden. Een groot gedeelte van de Nederlandse populatie blijft in Nederland.
  • Kikkerpad
    de beeldjes van de kikkers langs dit pad. Zie ook Boerensloot.
  • Kingstraat
    dr. Martin Luther King jr. (1929-1968), oorspronkelijk Michael Luther King, een Amerikaanse dominee, politiek leider en één van de meest prominente leden van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. King werd beroemd in de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw dankzij zijn geweldloze verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten. In 1963 hield hij de legendarische toespraak 'I have a dream'. Een jaar later kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede. Hij werd doodgeschoten toen hij op het balkon van het Lorraine Motel in Memphis stond.
  • Kleiwegplein
    de ligging van het plein ten noorden van de Kleiwegbrug en de Kleiweg. Zie Kleiweg.
  • Klimopstraat
    de plantengroei in het voormalige Goudse Bos. Klimop (wetenschappelijke naam: Hedera helix) is een groenblijvende, houtige klimplant uit de klimopfamilie. De plant groeit op vochtige, voedselrijke grond langs muren en tegen bomen waaraan de plant zich met korte luchtwortels vastklampt. Bloeiende klimop is voor vele insecten in de herfst een rijke bron van nectar en stuifmeel, omdat er dan weinig andere planten bloeien. De dofzwarte bessen zijn in de lente rijp en worden onder andere door merels gegeten. Klimop is een goede slaap- en schuilplaats voor allerlei vogels.
  • Klipperwerf
    klipper, een snel zeilschip met een scherpe boeg en meerdere masten dat eind 19e eeuw en begin 20e eeuw in gebruik was. Klippers haalden grote snelheden doordat ze slank en relatief klein waren maar wel een zeer groot zeiloppervlak hadden. Ze werden daardoor met name gebruikt voor de handel in etenswaren en andere goederen die konden bederven en op passagiersroutes. De komst van stoomschepen (die iets langzamer waren maar niet afhankelijk van de wind en daardoor een betrouwbare dienstregeling kenden) en de opening van het Suezkanaal (wat een kortere route voor stoomschepen betekende terwijl het te smal was voor grote zeilschepen) betekenden het einde van de klipper.
  • Kluitmanstraat
    Martinus Hendrik Kluitman (1808 - 1882), een Goudse onderwijzer. Kluitman was in Gouda hoofd van de zogenaamde Tussenschool. Dit was een gemeentelijke instelling, bestemd voor kinderen van weinig kapitaalkrachtige maar niet geheel onvermogende ouders. De school dankte haar naam aan haar plaats tussen de eveneens gemeentelijke 'armenscholen' en de particuliere 'burgerscholen'. Kluitman was een vooruitstrevend onderwijzer, die bij de Goudse bevolking in hoog aanzien stond. Zo begon hij zijn lessen in de aardrijkskunde met een historisch getinte beschrijving van zijn woonstad. Dit resulteerde in zijn 'Beknopte beschrijving der stad Gouda' in 1841. Hij was ook directeur van de Rijksnormaallessen, een instelling tot opleiding voor de lageronderwijsakte, die tot in de jaren twintig van de 20e eeuw in Gouda was gevestigd, en directeur van de 'Inrigting van onderwijs voor de kwekelingen van de openbare bewaarschool'.
  • Knipmolenweg
    de Knipmolen in de gemeente Voorschoten, aan de Vliet in de Knippolder, recht tegenover kasteel Duivenvoorde. Het is een poldermolen met een rietgedekte kap en een buitenscheprad. De molen dateert van 1814 en dankt zijn naam aan zijn oorspronkelijke functie: het bemalen van de Knippolder. De Knipmolen en de Knippol-der zijn vernoemd naar een voormalige hoefsmederij annex herberg aan de Vliet nabij een zogenaamde 'knijp', een vernauwing in de Vliet met een doorwaadbare plaats. De straatnaam is mede gekozen omdat de Molenbuurt door de Knipmolenweg in tweeën wordt geknipt. De naam herinnert tenslotte aan die van een houtzaagmolen 'De Knip', die in de 18e en 19e eeuw zou hebben gestaan bij een zogenaamd balkengat aan de Kromme Gouwe. Van deze molen is overigens niets bekend. In de volksmond werd een gedeelte van de Goudkade in de 20e eeuw nog steeds aangeduid met de naam De Knip.