Gegevens & afbeeldingen » Straten Gouda

Objecten

• Distelvlinderstraat
  distelvlinder (wetenschappelijke naam: Vanessa cardui), een trekvlinder uit de onderfamilie van de Nymphalinae. Distelvlinders hebben oranje vleugels met zwarte en witte vlekken. Aan de onderzijde van de achtervleugels zitten vijf oogvlekken. De spanwijdte is 5 tot 6 cm. Distelvlinders komen overal ter wereld voor, behalve op de Noordpool, de Zuidpool en in Zuid-Amerika. De vliegtijd in de Benelux is van mei tot oktober; in tropische gebieden is de vlinder het hele jaar door te vinden.
• Dobbestraat
  Theodorus Dobbe (1901 - 1944), een Nederlandse verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Dobbe was hoofdvertegenwoordiger van een linoleumfabriek in Krommenie en gelovig katholiek. Tijdens de Duitse bezetting hield hij zich bezig met wapens-, munitie- en explosievensmokkel, spionage, sabotage, hielp Joodse onderduikers en verspreidde het illegale blad Vrij Nederland. In 1941 werd Dobbe door de Duitse Sicherheitsdienst (SD) in de val gelokt, maar hij wist te ontsnappen uit een Utrechtse gevangenis. Begin 1944 kreeg hij de leiding over het Zuid-Nederlandse deel van de Landelijke Knokploegen. Tijdens een poging om een collaborateur te liquideren werd hij op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) opgepakt en door de SD op diezelfde dag bij Dieren (Gelderland) doodgeschoten.
• Doesburgweg
  de Hanzestad Doesburg. Doesburg kreeg stadsrechten in 1237. Door de strategische ligging aan de monding van de Oude IJssel en de Gelderse IJssel, is Doesburg lange tijd een belangrijke vestingstad geweest. Doesburg had ook een prominente economische en bestuurlijke functie. In 1447 is Doesburg in het Hanzeverbond opgenomen, maar behoorde niet tot de grootste Nederlandse Hanzesteden. Na de 15e eeuw nam de welvaart af door de verzanding van de IJssel en de schade die de Tachtigjarige Oorlog en de Franse bezetting met zich meebrachten. De Hanzestad verviel tot een marktplaatsje, dat slechts als vesting nog enige betekenis behield.
• Doggerpad
• Doggersbanklaan
• Doorslag
  een doorslag, een verbinding in het slagenlandschap. Hier is het bedoeld als verbindingsweg tussen twee straten.
• Dotterplantsoen
  dotterbloem (wetenschappelijke naam: Caltha palustris), een plant uit de ranonkel-familie, die zowel in moerassige graslanden als aan waterkanten groeit. Het verspreidingsgebied beslaat grote delen van Europa, de gematigde delen van Azië en Noord-Amerika. De bloeiperiode loopt van maart tot april en soms nog van augustus tot september. De ongeveer 4 cm. grote bloemen tellen vijf tot acht gele kelkbladen, geen kroonbladen en talloze meeldraden.
• Drapiergang
  de in het verleden in dit stadsdeel gevestigde lakenindustrie. Drapenieren of drapie-ren is het maken van laken, stof die is gemaakt van wol. Een drapenier (of laken-reder) was een persoon die zich, ongeveer vanaf de middeleeuwen tot het einde van de achttiende eeuw, bezighield met de vervaardiging en de verkoop van laken. Hij was een ondernemer die de wol inkocht en de eigenlijke lakenfabrikage uitbesteedde aan verschillende ambachtslieden zoals wassers, ververs, spinners, wevers, volders en droogscheerders. Het Goudse drapeniersgilde bestaat sinds vóór 1501. In 1514 vond een fusie plaats met het weversgilde. Na de Opstand bleef de lakenfabricage bestaan, maar de drapeniers waren niet meer verenigd in een gilde.
• Dreef
  dreef of drift, een brede landweg, geschikt om er vee langs te drijven.
• Driehoeven
  de drie straten waarvan de naam eindigt op '-hoeve', waarop deze straat toegang geeft.
• Driestromenpad
• Drieweghof
  zie Driewegplein.
• Driewegpad
  zie Driewegplein.
• Driewegplein
  de zogenaamde driewegsluis in de Breevaart, het Reeuwijksche Verlaat. De sluis is in 1604 in opdracht van de stad Gouda gebouwd om een betere verbinding over het water te verkrijgen met Reeuwijk en Sluipwijk. De sluis heeft een toegang vanuit Gouda en twee uitgangen in de richting van Reeuwijk: de Breevaart en de Molenvliet die slechts door een smalle kade van elkaar zijn gescheiden. De Breevaart vormt de verbinding met Reeuwijk-Brug. De Molenvliet vormde een vaarverbinding, achter de Wethouder Venteweg en langs de Platteweg via de plas Elfhoeven, met Sluipwijk. Omdat in de sluis kon worden geschut op de Breevaart en/of de Molenvliet, is de sluis ook bekend onder de naam Dubbel of Dubbeld Verlaat. Zie ook Reeuwijksche Verlaat.
• Drossaardpad
  zie Drossaardslag.
• Drossaardslag
  drossaard, oorspronkelijk tafeldienaar van de heer. Later ontwikkelde de drossaard zich tot hofmeester en bestuursambtenaar. Zijn functie was te vergelijken met die van een baljuw, met taken als het handhaven van de openbare orde, het opsporen, vervolgen en eventueel terechtstellen van misdadigers en het toezicht houden op de rechtspraak. Nog later was een drossaard of (land)drost een Nederlandse bestuursambtenaar die een gebied bestuurde dat niet gemeentelijk was ingedeeld. Zo was P.C. Hooft de drost van Muiden. In het Koninkrijk Holland (1806 - 1810) was de landdrost het hoofd van een departement (provincie). Ook het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders (de latere provincie Flevoland) werd tussen 1955 en 1996 bestuurd door een landdrost; de bekendste was Han Lammers.
• Dunantsingel
  Jean Henri Dunant (1828 - 1910), een Zwitserse bankier en oprichter van het Rode Kruis. Tijdens een zakenreis in 1859 was hij getuige van een veldslag tussen het Franse en het Oostenrijkse leger bij het Italiaanse plaatsje Solferino. Na deze veldslag lagen meer dan 38.000 mannen gewond, stervend of dood op het slagveld. Dunant richtte met hulp van Italiaanse vrouwen hulpposten in voor gewonden van beide partijen. In het boek 'Een herinnering aan Solferino' beschreef hij het idee om in de toekomst een neutrale organisatie op te richten, die de gewonden verzorgde als er oorlog was. Vervolgens reisde hij door Europa om zijn ideeën te promoten. Dit leidde uiteindelijk tot de oprichting van het Rode Kruis in 1863. In 1901 kreeg Dunant de allereerste Nobelprijs voor de Vrede uitgereik.
• Dutoitstraat
  ds. Stephanus Johannes du Toit (1847 - 1911), een Zuid-Afrikaanse leraar, schrijver en historicus. Du Toit was een veelzijdig begaafd Afrikaner: orthodox predikant, één van de voormannen van de Eerste Afrikaner Taalbeweging, oprichter van de Afrikaandersbond in 1879, superintendent van onderwijs in Transvaal in de jaren 1881 - 1888, dichter van het Zuid-Afrikaanse volkslied en redacteur van het weekblad Di Patriot, de verdediger van het Afrikaans. In 1883 - 1884 maakte hij deel uit van het driemanschap onder leiding van Paul Kruger, dat naar Engeland reisde om veranderingen te bepleiten in de 'Conventie van Pretoria' van 1881 die een einde maakte aan de Eerste Boerenoorlog. Het gezelschap bezocht daarnaast een aantal Europese landen waaronder Nederland.
• Dwarsslag
  de ligging van deze straat haaks of 'dwars' op twee andere straten.
• Dwarstocht