Straten Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Componistenlaan
    de centrale ligging van de laan in de Componistenbuurt. Een componist of toondichter is een persoon die muziek componeert. Dit wil zeggen dat hij deze bedenkt, creëert en meestal opschrijft.
  • Coniferensingel
    coniferen (wetenschappelijke naam: Coniferae, letterlijk: kegeldragers), een groep van ruim zeshonderd soorten planten. Ze heten zo omdat de zaaddragende structuren in een kegelvrucht zijn georganiseerd. Coniferen zijn over het algemeen bomen met naaldvormige bladeren. Ze groeien voornamelijk in de gematigde streken; in meer tropische gebieden groeien ze in de bergen. De meeste coniferen zijn zomer en winter groen, maar er zijn ook enkele soorten die 's winters de naalden verliezen. De straatnaam is gekozen, omdat de straten in dit gedeelte van het Groenhovenkwartier naar coniferen zijn genoemd.
  • Conventstraat
    het Maria Magdalenaconvent, een voormalig klooster gelegen aan de Nieuwe Markt. Het convent is opgericht in het midden van de vijftiende eeuw. Het was een vrouwenklooster voor bekeerde prostituees en was gewijd aan Maria Magdalena, de patroonheilige van (onder andere) de boetelingen, ofwel van iedereen die zijn slechte daden wil goedmaken. De ‘bekeerde susteren’ leefden volgens de strenge regel van St. Augustinus. In 1457 kregen de zusters diverse privileges van het stadsbestuur, onder andere vrijdom van accijns en het recht om werkzaamheden te mogen verrichten voor derden. Het Magdalenaconvent was een groot klooster. Rond 1500 verschafte het klooster onderdak aan ongeveer tweehonderd personen, inclusief kostgangers. Na de hervorming verloor het gebouw zijn functie als kloostercomplex. De kapel werd afgebroken en diverse onderdelen zijn gebruikt om het middenschip van de Sint-Janskerk te verhogen. De term convent heeft meerdere betekenissen, onder andere klooster, vergadering en een gemeenschappelijke woning (in tegenstelling tot een huis in een begijnhof). De term stamt van het Latijnse conventus, dat ‘samenkomst’ betekent.
  • Coornhertstraat
    Genoemd naar Dirck Volkertszoon Coornhert (1522 - 1590), een Nederlandse kunstenaar, geleerde, theoloog, musicus en publicist. Aanvankelijk was hij hofmeester bij de Heer van Brederode in Vianen, later werd hij in Haarlem notaris en stads-secretaris. Hij kwam in contact met Willem van Oranje en stelde in 1566 de tekst op van het Verbond van edelen. Hij werd door de Spanjaarden gevangen genomen maar ontsnapte en vluchtte naar Duitsland. In 1572, bij de terugkeer van Willem van Oranje, werd hij secretaris van de Staten van Holland. Toen hij het aan de stok kreeg met de geuzenadmiraal Lumey vluchtte hij weer naar Duitsland. Na tien jaar ballingschap keerde Coornhert terug in Haarlem en vestigde zich er weer als notaris. Coornhert was een humanist. Hij stond een politiek voor van overleg en tolerantie en pleitte voor geloofsvrijheid nadat het katholicisme werd verboden. Dit bracht hem, samen met zijn bijdrage aan politieke strijdschriften, in conflict met calvinistische predikanten en stadsbestuurders. In 1585 vluchtte hij voor de derde keer, van Delft naar het liberale Gouda. Hij was een bekwaam graveur en etser en had in Gouda een prentenwinkel. Hij werd begraven in de Sint-Janskerk. Coornhert heeft veel geschriften op zijn naam staan over theologie, moraal, strafstelsel en staatsinrichting.
  • Corssenpolderstraat
    de Corssenpolder, een oude particuliere polder, gesticht vóór 1632, bij Zoeterwoude.
  • Crabethpark
    de gebroeders Dirck Pieterszoon Crabeth (ca. 1505 - 1574) en Wouter Pieterszoon Crabeth (ca. 1520 - 1589), Goudse glazeniers die onder andere een 20-tal gebrandschilderde ramen in de Sint-Janskerk hebben vervaardigd (1555 - 1571). Het bijzondere van de beide broers Crabeth is dat zij niet alleen het glas, maar ook de ontwerpen (de cartons) zelf maakten. Dirck Crabeth heeft niet alleen glas-in-lood gemaakt. Er zijn ook tekeningen van hem bewaard gebleven, ontwerpen van wandtapijten en zelfs bouwkundige kaarten. Dirck is ook enige tijd kerkmeester geweest. Wouter Crabeth was naast glazenier betrokken bij het stadsbestuur: in 1575 was hij mede-afgevaardigde van het stadsbestuur en ontmoette in Dordrecht Willem van Oranje toen hij met succes pleitte voor versterking van de stadswallen. Over het persoonlijke leven van de gebroeders Crabeth is weinig bekend. Dirck had geen nakomelingen, Wouter wel. Deze afstammelingen hebben belangrijke en hoge posities bekleed in Gouda en ook in landelijke bestuursfuncties. Zijn zoon Pieter was burgemeester van Gouda en zijn naar hem genoemde kleinzoon Wouter Crabeth was een bekende kunstschilder. Dirck Crabeth was bevriend met de Goudse schilder Cornelis Jacobsz. Ketel en moedigde diens neef Cornelis Ketel aan om ook te gaan schilderen.
  • Crabethstraat
    zie Crabethpark.
  • Crocuspad
    crocus (wetenschappelijke naam: Crocus), een knolgewas uit de lissenfamilie, waarvan vele soorten en variëteiten als voorjaarsbloemen in tuinen en parken worden uitgezet. Crocussen zijn vooral afkomstig uit de bergen rond de Middellandse Zee. Het grootste deel van de ongeveer 80 soorten is afkomstig uit de Balkan en Klein-Azië. De bekendste soort is de bonte crocus.
  • Cronestein
    de ridderhofstede Cronesteyn, ontstaan rond 1300 uit een versterkte boerderij. Het heette aanvankelijk Heer-Wouterserf, naar de eigenaar Wouter van Haarlem. Rond 1400 kwam het landgoed in handen van Floris van Alkemade en werd de hofstede 'Van Alkemade' genoemd. In 1510 werd het omgedoopt tot Cronesteyn, waarschijnlijk afgeleid van de naam Elisabeth van Cronenburg, de echtgenote van één van de Van Alkemades. De hofstede wisselde nog vele malen van eigenaar, maar raakte in de 18e eeuw in verval. In het begin van de 19e eeuw is het huis afgebroken.
  • Cronjéstraat
    Petrus Arnoldus Cronjé (1835 - 1911), een Transvaalse generaal. Met de opmars van zijn Boerencommando naar Potchefstroom in december 1880 en het uitvaardigen van een proclamatie, begon de Eerste Zuid-Afrikaanse Vrijheidsoorlog of Eerste Boerenoorlog (1880 - 1881). In de Tweede Vrijheidsoorlog (1899 - 1902) versloeg hij in 1899 de Engelsen bij de Modderrivier en bij Magersfontein, maar in 1900 moest hij met zijn leger bij Paardenburg capituleren. Cronjé werd gevangengezet op St. Helena. Na de oorlog werd hij vrijgelaten en ging naar de Verenigde Staten. Daar maakte hij deel uit van het 'Boereoorlogsirkus' (Boer War Circus), waarin een groep veteranen de veldslagen van de Boerenoorlog naspeelde. Het leverde hem de bijnaam 'circusgeneraal' op. Cronjé stierf op Coney Island.
  • Dagpauwoogstraat
    dagpauwoog (wetenschappelijke naam: Inachis io), een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. De vlinder is een zwervende soort en komt voor in vrijwel heel Europa en de gematigde gebieden van Azië. De soort is vooral te vinden in graslanden en bloemvelden, maar ook in tuinen als daar planten als de vlinderstruik in staan. De dagpauwoog heeft een spanwijdte van 5 tot 6 cm. Zowel de bovenste als de onderste vleugels hebben in de bovenste buitenhoek een grote oogvlek die bestaat uit witte, blauwe en paarse kleuren op een zwarte achtergrond. Wanneer de vlinder zich bedreigd voelt opent hij zijn vleugels, waarbij de ogen zichtbaar worden, dit om vijanden af te schrikken.
  • Dammaspolderpad
    de Dammas-Floriszpolder, een oude particuliere polder, gesticht in 1627, bij Woubrugge (gemeente Kaag en Braassem). In 1627 zijn de Dammas-Floriszpolder en de Claes-Rijnenburgerpolder samengevoegd tot de Doespolder.
  • Denneweg
    denne(n)hout, een wit tot grauwwitte houtsoort die zich gemakkelijk laat bewerken. Dennenhout wordt gebruikt voor constructietoepassingen, emballage (kratten en kisten), voor spaanplaat en triplex en voor kaasplanken (omdat het geen hars bevat en geen geur verspreidt). Den (wetenschappelijke naam: Pinus) is de naam van een geslacht van naaldbomen uit de dennenfamilie. De bladeren staan in bundels van twee of meer naalden. Bossen met dennensoorten zijn dominant in de koudere regionen zoals in de bergen en in Scandinavië. In Nederland is veel Corsicaanse den en grove den aangeplant om het stuifzand vast te leggen. Deze dennen houden enorme stuifzandgebieden op de Veluwe in toom.
  • Dercksenstraat
    Willem Johannes Dercksen (1884 - 1944), een Goudse verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Hij was directeur van een farmaceutische groothandel. Tijdens de Duitse bezetting verleende hij hulp aan onderduikers; aanvankelijk zelfstandig, later in verband van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. Na zijn arrestatie op 7 augustus 1944 werd hij weggevoerd naar Oranienburg. Hij overleed in het concentratiekamp Sachsenhausen.
  • Deventerweg
    de Hanzestad Deventer. Deventer, één van de oudste steden van Nederland, was in de late middeleeuwen dankzij haar gunstige ligging een bloeiende handels- en havenstad. De noord-zuidroute over de IJssel verbond het Noord- en Oostzeegebied met het Rijnland en de oost-westroute over land vormde een verbinding van Duitsland met Holland, Zeeland en Vlaanderen. Via Deventer werden onder andere vis, huiden, laken, zout, wijn, rogge, hout, natuursteen, turf, boter en kaas verhandeld. Deventer speelde een prominente rol binnen de Hanze. Jaarlijks organiseerde de stad zes jaarmarkten, die elk meerdere dagen duurden. In 1495 ontving de stad van de Duitse keizer het predikaat 'Vrije keizerlijke Hanzestad'.
  • Diepenbrockhof
    Alphons Johannes Maria Diepenbrock (1862 - 1921), een Nederlandse componist. Diepenbrock wilde dirigent worden maar studeerde klassieke talen op aandringen van zijn vader en werd leraar aan het Stedelijk Gymnasium in 's-Hertogenbosch. In 1894 gaf hij die baan op om in Amsterdam privéles in klassieke talen te geven. Zoveel mogelijk tijd besteedde hij aan het componeren. Hij was een autodidact op muziekgebied die tot de grootste Nederlandse componisten wordt gerekend. In veel van zijn werk speelt de menselijke stem een rol. Zijn oeuvre omvat meer dan 150 composities: liederen, symfonische liederen, koorwerken met begeleiding, a capella koorwerken en toneelmuziek.
  • Dijkgraafslag
    dijkgraaf, de voorzitter van het bestuur van een grote polder of een waterschap. De functie van dijkgraaf is vergelijkbaar met die van burgemeester. Een dijkgraaf is voorzitter van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur van een waterschap. Het dagelijks bestuur van een waterschap wordt college van dijkgraaf en heemraden genoemd. Een dijkgraaf wordt benoemd door de Kroon voor een periode van zes jaar. Bij waterschappen die geen dijken in beheer hebben heet deze functie 'watergraaf'.
  • Dijkstraat
    vroeger en nu nog in de buurt aanwezige dijken, in het bijzonder de dijk van de voormalige spoorlijn Gouda - Schoonhoven (1914 - 1942). Zie ook Zanddijk.
  • Dillegaarde
    dille (wetenschappelijke naam: Anethum graveolens), een plant uit de schermbloemenfamilie, verwant aan anijsachtige kruiden zoals venkel en kervel. Dille heeft fijne, naaldachtige bladeren. Het is een kruid met een heel verfijnde smaak.
  • Dillenburgsingel
    Slot Dillenburg, een slot in Dillenburg in de deelstaat Hessen in Duitsland, dat in 1240 door Hendrik de Rijke, graaf van Nassau, is gebouwd. De eerste houten versie van het slot is gebouwd op de huidige Schlossberg, maar afbeeldingen daarvan ontbreken. Beroemde bewoners van het slot waren Willem van Oranje (die er in 1533 is geboren), Maurits van Oranje (die er in 1567 is geboren) en Jan van Nassau, een jongere broer van Willem van Oranje en de stamvader van het nu in Nederland regerende vorstenhuis (die er in 1606 is overleden). Vanuit dit slot organiseerde Willem van Oranje het Nederlandse verzet tegen de Spaanse onderdrukkers. Tegenwoordig is er van het oorspronkelijke slot bijna niets meer over. Het is in 1760 tijdens de Zevenjarige Oorlog door de Fransen vernietigd.