-
Burglust
de ligging van de groenstrook tussen de buurten, waarvan de straatnamen eindigen op '-burg' en '-lust'.
-
Burgvlietkade
de hofstede Burgvliet, die op de hoek Karnemelksloot-Breevaart stond en waarvan de landerijen zich in noordelijke richting langs de vaart uitstrekten. De hofstede is rond 1930 afgebroken. De hofstede was genoemd naar de kunstminnende burgemeester Arent van der Burgh, die haar in 1710 tot een centrum van Goudse dichters maakte.
-
Callunalaan
calluna of struikheide (wetenschappelijke naam: Calluna vulgaris), een altijd groen blijvend heestertje uit de heidefamilie, dat op heidevelden, in bossen en in kalkarme duinen groeit.
-
Calslaan
mr. Joseph Maria Laurens Theo Cals (1914 - 1971), een Nederlandse politicus. Cals was aanvankelijk advocaat en procureur in Nijmegen. Van 1950 tot 1952 was hij staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; vervolgens was hij tot 1963 minister op hetzelfde departement. Tijdens zijn ministerschap kwamen onder andere de Wet op het wetenschappelijk onderwijs en de Wet tot regeling van het voortgezet onderwijs (de 'Mammoetwet') tot stand. In 1965 - 1966 was Cals minister-president en minister van Algemene Zaken. Na de val van het kabinet, in de zogenaamde 'Nacht van Schmelzer', is hij benoemd tot minister van Staat. Vanaf 1967 was hij voorzitter van de Staatscommissie Cals-Donner tot herziening van de Grondwet.
-
Cappenerhof
zie Cappenersteeg.
-
Catsveld
zie Ridder van Catsweg.
-
Cederweg
cederhout, een gemakkelijk te bewerken duurzame roodachtige houtsoort met een opvallende geur. Het wordt gebruikt voor lichte binnen- en buitenconstructies, zoals sigarenkistjes, meubelen en in de jachtbouw. Ceder (wetenschappelijke naam: Cedrus) is een geslacht van naaldbomen uit de dennenfamilie, waarvan uit Noord-Afrika, Klein- en Midden-Azië afkomstige soorten in parken worden aangeplant. De ceder is verwant aan de den en de spar, waarmee de kegelvormige groeiwijze overeenkomt. Ceders kunnen 40 tot 50 m. hoog worden. Bekende soorten zijn de Libanonceder en de Blauwe Atlasceder.
-
Chopinstraat
Frédéric François Chopin (1810 - 1849), een Poolse componist en pianist en één van de grootste toondichters uit de muziekgeschiedenis. Op zevenjarige leeftijd gaf hij zijn eerste composities uit; op zijn achtste jaar gaf hij zijn eerste openbare concert. Tijdens een buitenlands tournee kwam Polen in 1830 tevergeefs in opstand tegen haar Russische bezetters, waarna Chopin als balling in Parijs bleef en later de Franse nationaliteit aannam. Hij overleed aan tuberculose en is begraven op het kerkhof Père-Lachaise in Parijs, maar zijn hart is ingemetseld in een pilaar in de Kerk van het Heilige Kruis in Warschau. Chopin schreef voornamelijk pianomuziek. Hij bouwde diverse muzikale vormen verder uit zoals de ballade en het scherzo en was verantwoordelijk voor diverse innovaties in vormen als de pianosonate, wals, nocturne, etude, impromptu en prelude.
-
Cipresweg
cipreshout, een duurzame houtsoort die in de antieke wereld werd gebruik voor de bouw van schepen, tempeldeuren en sarcofagen. Moderne toepassingen zijn meubelen en de zijkanten en achterkant van flamenco gitaren. Tibetanen gebruiken cipreshout als zuiverende wierrook. Cipres (vroeger: Cypres) is de naam van een aantal coniferengeslachten met naald- of schubvormige bladeren, veelvuldig aangeplant in parken en tuinen. De uit Noord-Amerika afkomstige moerascipres is in Nederland een bekende sierboom. De klassieke cipres is de Italiaanse cipres, uit het Middellandse Zeegebied. De cipres wordt gezien als treurboom maar symboliseert ook, door zijn altijd groene verschijning en de leeftijd van 500 jaar die hij kan bereiken, het leven en de eeuwigheid. Hij is daarom vaak op mediterrane kerkhoven te vinden.
-
Citroenvlinderstraat
citroenvlinder (wetenschappelijke naam: Gonepteryx rhamni), een dagvlinder uit de witjesfamilie. De vleugels van het mannetje zijn citroengeel, die van het vrouwtje geelwit . De citroenvlinder is een zwervende soort en komt voor in grote delen van Noord-Afrika, delen van Azië en in grote delen van Europa, waaronder Nederland. De citroenvlinder is één van de langstlevende vlindersoorten en kan meer dan een jaar oud worden. De vliegtijd is van juli tot en met oktober en van februari tot en met mei. In de tussentijd houdt de vlinder een winterslaap.
-
Claespolderstraat
Claes-Rijnenburger polder, een oude particuliere polder bij Woubrugge (gemeente Kaag en Braassem) en Hazerswoude (gemeente Alphen aan den Rijn). In 1627 zijn de Claes-Rijnenburgerpolder en de Dammas-Florisz. polder samengevoegd tot de Doespolder.
-
Clarissenhof
het voormalige klooster dat daar in de buurt heeft gestaan. Het Clarissenklooster is in 1466 gesticht en volgde de regels van de heilige Clara, een volgelinge van Franciscus van Assisi. In 1475 gaf het stadsbestuur toestemming aan het klooster om op het eigen terrein tussen de Turfmarkt en de Nieuwehaven een kapel te bouwen. Die kapel is in 1480 ingewijd. Tijdens de Reformatie zijn de Clarissen uit het klooster gezet en werd het gebouw geplunderd. In 1590 is het hoofdgebouw van het klooster aan de Nieuwehaven in acht delen verkocht en werd sindsdien bewoond door particulieren. In 1690 is het hele gebouw afgebroken. Het terrein bleef in gebruik als stadstimmerwerf en brandweerkazerne.
-
Clematislaan
Clematis, de wetenschappelijke naam van een geslacht van houtige klimplanten uit de ranonkelfamilie. Bekende soorten zijn de bosrank en de Italiaanse clematis. Voor de tuin is een groot aantal soorten en gekweekte bastaarden beschikbaar, die in kleur sterk uiteenlopen: wit, roze, rood, blauw of violet, terwijl de bloem ster- of schaalvormig kan zijn. De bloeiperiode loopt uiteen van mei tot september.
-
Clementpolderstraat
de Clement-Huygenspolder, een oude particuliere polder bij Woubrugge (gemeente Kaag en Braassem). De juiste ligging van de polder is onzeker.
-
Coenecoopbocht
het bedrijventerrein Coenecoop in de gemeente Waddinxveen. 'Coene(n)coop' of 'Koenekoop' is de naam van een ambacht in Zuid-Waddinxveen, vlakbij Zevenhuizen. In 1340 bepaalt graaf Willem IV dat alle inwoners van het ambacht Waddinxveen land mogen hebben in Coenecoop en dat wie 'één hond land' (ongeveer 30 m.) van wild veen tot korenland maakt twintig hond turf in Coenecoop mag delven. Dit was een lucratief aanbod en nog voor het einde van de 14e eeuw was het gebied van 120 hectare geheel uitgeturfd.
-
Coenecooppad
zie Coenecoopbocht.
-
Coenecooprotonde
zie Coenecoopbocht.
-
Colijnstraat
dr. Hendrikus Colijn (1869 - 1944), een Nederlandse antirevolutionaire staatsman. Na een militaire loopbaan bij het KNIL in Nederlandsch-Indië werd Colijn in 1909 lid van de Tweede Kamer. Van 1911 tot 1913 was hij minister van Oorlog. In 1914 werd hij lid van de Eerste Kamer en directeur van de Bataafsche Petroleum-Maatschappij. Van 1925 tot 1926 en van 1933 tot 1939 was hij minister-president van vijf kabinetten. Tijdens de crisis in de dertiger jaren voerde hij een strakke bezuinigingspolitiek. Na de Duitse bezetting van het Rijnland hield Colijn in 1936 een radiotoespraak waarin hij het Nederlandse volk verzocht rustig te gaan slapen. Tijdens de bezetting van Nederland steunde hij het verzet tegen de Duitsers. In 1941 werd hij gevangengenomen en geïnterneerd in Ilmenau (Thüringen), waar hij overleed.
-
Columbushof
zie Columbuslaan.
-
Columbuslaan
Christoffel Columbus (1451 - 1506), een Italiaanse zeevaarder, die in 1492 Amerika ontdekte. Overtuigd van de bolvorm van de aarde, meende Columbus dat Indië in westwaartse richting gemakkelijker te bereiken zou zijn dan langs de gebruikelijke weg oostwaarts. Gesteund door de Spaanse koningin Isabella van Castilië maakte hij vier reizen in westelijke richting (in 1492, 1493, 1498 en 1502) en ontdekte daarbij de Bahama-archipel, Cuba, Haïti en andere eilanden. In 1498 bereikte hij voor het eerst het vasteland (Venezuela). Hij bleef daarna zoeken naar een doorgang naar Indië. Zijn zeevaartkundige kennis, zijn moed en standvastigheid werden erkend, maar er was veel kritiek op zijn wanbeheer en zijn wreed optreden tegen de inheemse bevolking. Daardoor viel hij bij koning Ferdinand in ongenade en verloor hij zijn titel 'onderkoning'.