-
Bleulandpad
zie Bleulandweg.
-
Bleulandweg
dr. Jan Bleuland (1756 - 1838), een Goudse stadsarts. Bleuland werd geboren in het huis 'De Winthondt', Hoge Gouwe 47. Na zijn studie aan de Latijnse school op de Groeneweg trad hij in de voetsporen van zijn oom Cornelis Bleuland, chirurgijn in Gouda. Na een jaar 'stage' gelopen te hebben in het apothekersvak ging hij in 1774 medicijnen studeren in Leiden. In 1780 promoveerde Bleuland daar op een proefschrift 'Over het moeilijk of verhinderde doorslikken van spijzen'. Direct na het afronden van zijn studie vestigde hij zich in Gouda als stadsdokter. De in zijn Goudse periode geschreven medische verhandelingen trokken zozeer de aandacht, dat Bleuland in 1791 werd benoemd tot hoogleraar in de anatomie aan de Academie van Harderwijk. In 1795 ging hij als hoogleraar naar Utrecht, waar hij anatomie, natuurkunde van de mens en verloskunde doceerde. Koning Lodewijk Napoleon benoemde Bleuland tot 'ridder van de Hollandse Unie'; tijdens het verblijf van Lodewijk Napoleon in Utrecht was Bleuland consulterend geneesheer van de koning. In 1826 ging hij met emeritaat; zijn verzameling anatomische objecten (2075 stuks) werd door het Rijk aangekocht ten behoeve van het onderwijs aan de Utrechtse Universiteit.
-
Bleysstraat
Ludovicus Adrianus (Ludo) Bleys (1906 - 1945), een Nederlandse rooms-katholieke geestelijke en verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Bleys was pater in het klooster van de Kapel in 't Zand. Tijdens de oorlog was hij zeer actief in het verzet; zo was hij één van de oprichters van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers in zijn woonplaats Roermond. Zijn verzetsnaam was 'Lodewijk'. Na de oorlog trok hij het land door om over de achtergronden van het verzet te spreken. Op weg naar een spreekbeurt verongelukte hij bij Gorinchem door een losgelopen voorwiel van zijn jeep. Deze was in onderhoud bij een garage in Utrecht waar een aantal voorwaardelijk vrijgelaten NSB'ers werkten, die vertelden dat zij heel simpel een auto-ongeluk konden arrangeren. Of er daadwerkelijk sabotage is gepleegd is nooit opgehelderd. In 1946 werd aan Bleys postuum het Verzetskruis 1940-1945 toegekend.
-
Blikslagershof
het metaalbewerkersberoep. Blik is geplet en vertind plaatijzer, dat is uitgeslagen in dunne bladen, waarna er allerlei huishoudelijke voorwerpen van worden gemaakt. De ambachtsman die voorwerpen van blik maakt en repareert heet blikslager. De tinnegieters en blikslagers kregen in Gouda in 1640 een eigen gilde.
-
Bloemendaalpassage
het winkelcentrum Bloemendaal (dat overigens niet in de wijk Bloemendaal, maar in de wijk Plaswijck ligt). Zie ook Bloemendaalseweg.
-
Bloemendaalseweg
het gelijknamige ontginngingsgebied en de latere polder. De naam Bloemendaal is gebruikt voor het ontginningsgebied ten oosten van de Gouwe. Die ontginning vond plaats in de eerste helft van de 12e eeuw, nadat de bisschop van Utrecht daarvoor toestemming had gegeven. De polder Bloemendaal dateert van 1331 en is de oudste polder van het hoogheemraadschap van Rijnland. In dat jaar gaf Jan van Beaumont aan onder andere 'zijn getrouwen luyden van Bloemendael' toestemming om binnen Bloemendaal een afwateringskanaal aan te leggen en te onderhouden. Dit kanaal mocht met een sluis in de Hollandsche IJssel afwateren. In de polder Bloemendaal bevond zich (op de plaats van het huidige Albrechtsveld) de eerste parochiekerk van Gouda, de voorloper van de Sint-Janskerk.
-
Bloklandpolderstraat
de Bloklandsche of Langeveldsche polder bij Ter Aar (gemeente Nieuwkoop). In 1595 kregen de ingelanden van het Langeveld in Korteraar vergunning om hun land te mogen omkaden en bemalen. In 1602 was de inpoldering voltooid. De polder werd aanvankelijk aangeduid als 'polder in het Langeveld' of 'Langeveldse polder'. Later werd ook de benaming 'Bloklandse polder' gebruikt. De naam Blokland is afgeleid van het woord 'beloken' en betekent 'ingesloten of afgesloten land, land zonder uitweg of uitwatering'. Rond de jaarwisseling 1857/1858 sprak men voor het eerst over een mogelijke vereniging van de polder met de Korteraarsche polder. In 1883 is vergunning gegeven om de uitgeveende plassen in de oostelijke delen van de Bloklandsche en Korteraarsche polders droog te maken, zijn de twee plassen door één dijk omringd en is het totale gebied onder één bemaling gebracht. Vervolgens zijn beide polders in 1892 verenigd tot één nieuwe polder: de Vereenigde Bloklandsche en Korteraarsche polder.
-
Blommesteinsingel
het 14e eeuwse kasteel Bloemestein of Blommesteyn aan de Lek, even buiten Culemborg. Het is in het jaar 1390 ingenomen en tot de grond toe gesloopt door Otto XIII, heer van Arkel, die tot de Kabeljauwse partij behoorde. De toenmalige bewoner van het slot, ridder Johan van Bloemestein, behoorde tot de Hoeken. Het kasteel is nooit herbouwd; overblijfselen ervan zijn nauwelijks teruggevonden.
-
Bockenbergstraat
Pieter Cornelisz. Bockenberg (1548 - 1617), een Nederlandse geschiedschrijver. Hij werd geboren in Gouda, studeerde theologie in Leuven en werd in 1574 tot priester gewijd. Sindsdien had hij een reizend bestaan langs vele plaatsen in Europa, tot hij zich in 1583 inschreef aan de universiteit van Leiden als student in de letteren. Na twee jaar vertrok hij uit Leiden. Tijdens een verblijf in Den Haag rond 1587 ging hij over naar de Gereformeerde Kerk. Na in het huwelijk te zijn getreden, vestigde hij zich weer in Leiden. Vanaf 1589 concentreerde Bockenberg zich op de geschiedenis. In 1591 werd hij benoemd tot de officiële geschiedschrijver van Holland en Zeeland. Zijn levenswerk, 'Annales Hollandiae et Zeelandiae', is nimmer in druk verschenen; het manuscript bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
-
Bodegraafsestraatweg
de straatweg naar Bodegraven, die van 1839 tot begin 1949 in onderhoud was bij een particuliere maatschappij. Om dat onderhoud te bekostigen was er ter hoogte van de Ridder Dirkstraat een tolhek, waar tol werd geheven. Een tweede tol lag in Reeuwijk, aan het eind van de Raadhuisweg bij de Oud Reeuwijkseweg. Wie bij één van deze tollen had betaald, kon op vertoon van een betaalbewijs ook de andere passeren.
-
Boegpad
boeg, de voorsteven van een schip, ontworpen voor het verminderen van de weerstand van de scheepsromp bij het varen.
-
Boelhouwerstraat
Willem Martinus Christiaan Boelhouwer (1914 - 1945), een Goudse verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Als ambtenaar bij de technische dienst van de PTT bracht hij een aftakking tot stand van de telefoon van de Sicherheitsdienst in Gouda. Hij werd in februari 1945 gearresteerd, overgebracht naar Rotterdam en daar op 12 maart op het Hofplein gefusilleerd.
-
Boenstoep
-
Boerensloot
de landelijke omgeving nabij de Kinderboerderij en het kinderliedje over zeven kikkertjes, dat later in brons is verwerkt in een kunstobject bij de kruising Boerensloot/ Kikkerpad. (Tekst: Er zaten zeven kikkertjes / Al in een boerensloot / De sloot die was bevroren / De kikkertjes half dood / Ze kwekten niet, ze kwakten niet / Van honger en verdriet / Er zaten zeven kikkertjes / Al in een boerensloot.)
-
Bolwerk
het bolwerk dat in 1575 buiten de Potterspoort ter verdediging van de stad was aangelegd. Een bolwerk is een uitbouw in een verdedigingsmuur of -wal van waaruit flankerend vuur kon worden gegeven. Van deze verdedigingswerken had Gouda er vroeger drie: bij de Potterspoort, op de plaats van Klein Amerika en aan het westelijke einde van de Veerstal.
-
Boomgaardstraat
de boomgaard die ter plaatse aanwezig was, toen de straat in 1880 werd aangelegd.
-
Borsteeghstraat
Cornelis Borsteegh (1773 - 1834), een Goudse kunstschilder, illustrator en stadstekenmeester. Hij was de zoon van de uit Dordrecht afkomstige kunstschilder Nicolaas Borsteegh. Toen Cornelis vier jaar was verhuisden zijn ouders naar Gouda, waar hij opgroeide. Na een opleiding aan de Tekenacademie in Amsterdam werd hij in 1819 benoemd als stadstekenmeester van Gouda. Hij is vooral bekend geworden als schilder van winterlandschappen zoals 'IJsvermaak bij de Veerstalpoort'. Naast olieverfschilderijen vervaardigde hij aquarellen en litho’s. Ook was hij illustrator bij de artikelen van de schrijfster Anna Barbara van Meerten-Schilperoort in het tijdschrift 'Penélopé'. Na zijn dood schonk hij een legaat aan het weeshuis van Gouda, waardoor aan kinderen die het weeshuis verlieten wat meegegeven kon worden.
-
Boschlust
een boerderij met aansluitend bos langs de noordzijde van de Oude Rijn tussen Woerden en Harmelen.
-
Boschpolderstraat
de Boschpolder gelegen bij Leiderdorp en Woubrugge (gemeente Kaag en Braassem), gesticht in 1628. Dat zich daar vroeger een bos bevond blijkt uit de grote hoeveelheid boomstammen in de ondergrond. Hier zal het Holtland gezocht moeten worden, dat als een bezit van de Utrechtse kerk in de 10e eeuw voorkomt en dat de naamgevende kern van het latere graafschap Holland zou zijn geweest. De polder werd vanaf de oprichting bemalen door de Bosmolen In 2003 is de molen verplaatst in verband met de aanleg van de Groene Hart-tunnel; in 2004 is hij als Lagenwaardse molen in gebruik genomen in Koudekerk aan den Rijn.
-
Bosrankhof
zie Bosranklaan.