-
Sint Antonieklooster
-
Dwarsstraat
-
Spoorstraat
de verbinding die de straat was van de binnenstad met de spoorweg, toen deze nog niet was ondertunneld.
-
Noodgodssteeg
-
Sluipwijksekade
-
Vlaamsehaven
-
Buurtje
de herkomst van deze naam is niet duidelijk. Als 't buurtje buiten Dijkspoort' komt het voor in een trouwboek uit 1734. Er zal een groep huizen mee zijn bedoeld.
-
Nieuwe Veerstal
een plaats waar men wordt overgezet, waar een veer is. De naam Nieuwe Veerstal is gegeven ter onderscheiding van de Veerstal, die reeds bestond. Zie ook Veerstal. De Nieuwe Veerstal bestaat eigenlijk uit twee delen, uit verschillende tijdvakken. De kade ten oosten van de Haven is aangelegd in 1582 na de afbraak van het kasteel. De Nieuwe Veerstal en de (Oude) Veerstal waren toen van elkaar gescheiden door de Havensluis. Na de totstandkoming van de verbindingsweg tussen de Schielands Hoge Zeedijk (bij de Mallegatsluisbrug) en de Goejanverwelledijk (bij het Hanepraaigemaal) in de jaren 1956 - 1957, werd de naam Nieuwe Veerstal ook gegeven aan de nieuwe weg ten zuiden van het Tolhuis.
-
Aakwerf
aak, een vaartuig voor gebruik op de binnenwateren en de grote rivieren. De kenmerken van een aak zijn een platte bodem die voor en achter omhoog is gebogen en dan maar weinig smaller wordt en een hoekige overgang van de scheepsbodem naar de zijden en hoekige boegen. Een moderne uitvoering met eigen motor is de rijnaak. De elementaire vormen van de aak zijn nog terug te vinden in duwbakken en de dekschuiten van aannemers van waterwerken.
-
Aalberseplein
prof. mr. Petrus Josephus Mattheus Aalberse (1871 - 1948), een Nederlandse rooms-katholieke staatsman. Aalberse, hoogleraar in de arbeidswetgeving aan de Technische Hogeschool in Delft, was van 1918 tot 1922 de eerste minister van Arbeid in Nederland. Van 1922 tot 1925 was hij minister van Arbeid, Nijverheid en Handel. Onder zijn bewind kwam in 1919 de Arbeidswet tot stand die de arbeidsduur van werknemers regelde. In 1920 werd hij de eerste voorzitter van de Hoge Raad van Arbeid, de voorloper van de Sociaal-Economische Raad (SER). Aalberse was van 1936 tot 1937 voorzitter van de Tweede Kamer en van 1937 tot 1947 lid van de Raad van State.
-
Aardewerkpad
het voormalige gebruik van het terrein, waar tot in de tweede helft van de twintigste eeuw het handbeschilderde Goudse plateel of aardewerk vandaan kwam.
-
Acaciaplein
acaciahout, dat vanwege de fijne nerf, de warme oranjebruine kleur en de duurzaamheid in trek is voor onder meer meubelen en trappen. Acaciahout is bovendien zonder te impregneren buiten bruikbaar en is daardoor een alternatief voor tropisch hout. Acacia (wetenschappelijke naam: Robinia pseudoacacia) is een uit Noord-Amerika afkomstige, in Nederland veel aangeplante en vaak verwilderde, sierheester of boom uit de vlinderbloemenfamilie.
-
Achterwillensebocht
de Achterwillenseweg, waarin een omlegging ('bocht') is aangebracht in verband met de tunnel in de Goudse Houtsingel/Goverwellesingel onder de spoorlijn Gouda - Utrecht.
-
Achterwillenseweg
de polder Willens. De ontginning van dit gebied kwam in drie fasen tot stand, waarbij elke fase is afgerond met een achterkade (waarop een tiendweg kon worden aangelegd) en een wetering (ten behoeve van de ontwatering). Op die manier is het gebied Willens gesplitst in drie delen: de Voor-, de Midden- en de Achterwillens. De Achterwillenseweg is de weg langs de meest noordelijke wetering.
-
Achthovenpolderpad
de Achthoven- of Achthovenerpolder bij Leiderdorp, ten noorden van de Oude Rijn. De aanleg van de kade om de polder dateert van ongeveer 1440; de bemaling vindt vanaf 1492 plaats. In 15e eeuwse bronnen is de polder aangeduid als 'Die Achte Hoeven', naar het aantal boerderijen dat zich er bevond. Onder deze polder ligt de tunnel van de hogesnelheidslijn, die is aangelegd om het Groene Hart zo weinig mogelijk nadeel van de spoorlijn te laten ondervinden.
-
Aderpolderweg
de Aderpolder of Aapolder in Alkemade (gemeente Kaag en Braassem). De polder was, samen met de Huigsloterpolder, een eiland in het Haarlemmermeer. Na de droogmaking van het Haarlemmermeer kwam het gebied buiten de ringdijk te liggen en werd het een aparte polder. De polder ontleent zijn naam aan wateren die hier het land doorsneden, in het bijzonder de Aa, Ade of Oud-A. In 1979 is de polder opgegaan in het waterschap De Oude Veenen.
-
Agnietenstraat
het voormalige Sint-Agnietenklooster of Agnietenconvent. Dit vrouwenklooster is gesticht omstreeks 1400 en lag aan de oostzijde van de Kleiweg, tussen de Nieuwstraat en de Sint Anthoniestraat. Toen in 1572 Gouda zich aansloot bij Willem van Oranje, werd de openbare uitoefening van de katholieke godsdienst verboden en kwam er een einde aan de Goudse kloosters. De kloostergebouwen werden door het stadsbestuur verkocht of verhuurd aan particulieren. Dat lot trof ook het Agnietenconvent, waarin zich Vlaamse tapijtwevers vestigden. Van het Agnietenconvent bleef op den duur alleen de vijftiende-eeuwse kapel bewaard. In 1653 werd daarin de Bank van Lening gevestigd. Later bood de kapel onderdak aan diverse instanties, zoals het Arbeidsbureau, de Distributiedienst, het Postkantoor en het Kunstcentrum Burgvliet. De Agnietenkapel is in de jaren 1972 - 1975 gerestaureerd.
-
Akeleistraat
akelei (wetenschappelijke naam: Aquilegia), een geslacht van kruidachtige, winterharde vaste planten uit de ranonkelfamilie. Het geslacht kent ongeveer 120 soorten die voorkomen in Europa en Midden- en Noord-Amerika. Ze hebben drielobbige bladeren en opvallende bloemen die in diverse kleuren te koop zijn. De meeste soorten bloeien van half april tot half juli.
-
Akkerlust
een Zuid-Hollandse boerderijnaam die onder meer voorkomt in Stompwijk en Zoetermeer.
-
Albrechtsveld
Albrecht, hertog van Beieren en graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen (1336 - 1404). In de jaren 1358 - 1389 was hij ruwaard (voogd) voor zijn krankzinnig geworden broer Willem V; na diens dood in 1389 volgde hij hem officieel op. In 1375 bekrachtigde hij het Goudse privilege van 1272. Albrecht, een typische vertegenwoordiger van de ridderschap, bevorderde de handel en nijverheid in zijn drie graafschappen. Hij drong de macht van de gilden terug en begunstigde de opkomende burgerij. Verder stimuleerde hij de ontwikkeling van Den Haag van een klein dorp tot een echte hofstad. Hij leefde jaren in onmin met zijn zoon en opvolger Willem VI (1365 - 1417), de vader van Jacoba van Beieren.