Regesten uit het archief van het Oudemannenhuis (Willem Vroesenhuis) te Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Regest Oudemannenhuis 22
    Schout en buurlieden van Moordrecht verklaren dat Wouter IJsbrantsz heeft gekocht van mr. Gheryt Heynricxz uit Gouda twee viertel land te Moordrecht, strekkende van de Tiendeweg tot halverwege de IJssel (O = Daem Jansz; W = de erfgenamen van Cornelis Cornelisz). De koper blijft de koopsom schuldig tegen een rente van de "penninck twintich" onder verband van het gekochte, alsmede van een viertel land in Moordrecht (O = mr. Cornelis Jansz Prins te Den Haag; W = Wouter IJsbrantsz).
  • Regest Oudemannenhuis 23
    Schout en buurlieden van Sluipwijk c.a. verklaren dat Dirck Gyelisz van mr. Geryt Heynrixz. een elzenhouttuin heeft gekocht en daarop een huis heeft gebouwd, gelegen in het ambacht Ravensberg, aan weerszijden belend door de verkoper en strekkende van de Schoonbroekerdijk tot het land van de verkoper. De koper blijft de koopsom schuldig tegen een rente van de "penning sestyen" onder verband van het gekochte.
  • Regest Oudemannenhuis 24
    Schout van Noord- en Zuid- Waddinxveen en buurlieden "in den zelfven ambocht" (Noord- èn Zuid- W. ?) verklaren dat Cornelis Willem Janszoon (Cornelis Willemsz) aan het Oudemannenhuis een losrente schuldig is van 1 pond Vlaams per jaar, onder verband van zijn hofstede, huis, enz. met ca. 17 morgen land in Hubertsgerecht, strekkende van de Noordeindse weg tot de Alpher wetering, (N = Adriaen Hobbensz; Z = Willem Pietersz en Griete Reyers weduwe).
  • Regest Oudemannenhuis 25
    Verklaring dat mr. Gheryt Heinricksz (nu) te Haarlem een aantal rentebrieven (waarvan de transcriptie volgt) heeft geschonken aan het Oudemannenhuis. Hiervoor krijgt hij (en zijn erfgenamen) de nominatie van twee proveniers. Voorts moet het Oudemannenhuis elke vrijdag aan elf oude mannen, door hem aan te wijzen, een groot uitkeren, mits zij die dag de mis hebben bijgewoond.
  • Regest Oudemannenhuis 26
    Schout Dirck van Vliet (van IJsselveer of Snelrewaard ?) verklaart dat ten gunste van Dievertgen Henricxdr een losrente is verkocht (aan Adriaen Goesenz ?) van 3 gouden Bourgondische Philipsschilden (nu ƒ 3.3.0) per jaar, ter vervaging van een erfpachtakte uit 1454, die (tijdelijk) vermist is.
  • Regest Oudemannenhuis 27
    Schout en heemraden van Noord- Polsbroek verklaren dat Claes Willemsz en zijn zuster Aeltgen Willemsdr hebben verkocht aan Jan Adriaensz van Donghen te Schoonhoven en Wijtman Jan Wijtmansz van Bavel, een zoon van Marrijcken Adriaensdr, een lijfrente van ƒ 18 per jaar, aflosbaar met ƒ 150. Tot zekerheid stellen de verkopers een stuk land van 8 morgen met daarop een huis, hof, (hooi)berg en schuur, gelegen te Noord-Polsbroek, alsmede de aanspraken op 5 morgen land die zij in erfpacht bezitten van het kapittel te IJsselstein, gelegen direkt boven de voornoemde 8 morgen, terwijl beneden deze 8 morgen Claes Sebastiaensz c.s. een stuk grond van 12 morgen in eigendom heeft; de 8 morgen strekt zich uit van de halve voorwetering tot halverwege de landscheiding.
  • Regest Oudemannenhuis 28
    Schepenen verklaren dat Wouter Diertsz bekende schuldig te zijn aan Neeltgen Claesdr een eeuwigdurende erfrente van 5 schellingen min 4 groten Vlaams per jaar, onder verband van het door hem gekochte huis en erf aan de Wijdstraat op de hoek van de Kerksteeg (N = Maerten Jansz Moel).
  • Regest Oudemannenhuis 29
    Schout en buurluiden van Broek, Thuil en 't Weegje verklaren dat de voogden van Cornelis Engelsz, weeskind van Engel Cornelisz hebben overgedragen aan Jacob Jacobsz van Wijngaerden ca. 2 morgen land in Thuil bij de Mallemolen, strekkende van het land van Heyndrick Gerritsz Buytenweg tot de Tiendeweg of aan de vliet van de Mallemolen (O = de leprozen en het land afkomstig van de nonnen op de Gouwe; W = de Waddinxveense wetering of mr. Heyndrick Dircxz te Amsterdam). Op de grond rust een losrente van 6 pond Vlaams ten gunste van de kinderen van Gerrit Beuckelsz te Leiden.
  • Regest Oudemannenhuis 30
    Broeder Wouter Jacobsz Maes en Heyndrick Heyndricxz, priester, verklaren dat zij Wijtman Jan Wijtmansz, jongeman uit Dongen, in levenden lijve hebben aangetroffen ten huize van Nellitge, weduwe van mr. Jan Adriaenz. van Dongen.
  • Regest Oudemannenhuis 31
    Notaris Cornelis Willemsz verklaart dat Petronella Bastiaansdr van Schoonhoven, weduwe van Jan Adriaansz van Donghen, nu woonachtig te Gouda, heeft geschonken aan de regenten van het Oudemannenhuis een lijfrente van ƒ 18, op het leven van Jan Adryaansz van Donghen en Wijtman Jan Wijtmansz van Vavel (= Bavel); van deze lijfrente is de helft ad ƒ 75 afgelost. Van de rente moet op alle vier hoogtijdagen een half vat bier ten behoeve van de oude mannen worden gekocht.
  • Regest Oudemannenhuis 32
    Schepenen verklaren dat Heyltgen Henrixdr., weduwe van Cornelis Cornelisz, krachtens het testament van laatstgenoemde, aan het Heilige Geesthuis en het Oudemannenhuis een losrente heeft overgedragen van 9 gulden per jaar, op 11 maart 1582 gevestigd door Leuloff Lourisz (te Bodegraven), alsmede aan het Oudemannenhuis een losrente van 1 gulden per jaar, op 17 januari 1546 gevestigd door Cornelis Gerritsz ten overstaan van Jan Pietersz, schout van Nieuwerkerk a/d IJssel. De inkomsten voor het Oudemannenhuis zullen moeten worden gebruikt ter verbetering van het bier dat de oude mannen totnutoe te drinken kregen. Blijft het Oudemannenhuis in gebreke, dan vervallen alle inkomsten aan het Heilige Geesthuis.
  • Regest Oudemannenhuis 33
    Schepenen verklaren dat Heyltgen Henrixsdr erin heeft toegestemd dat de renten die in de akte aan de voorzijde aan het Oudemannenhuis zijn overgedragen niet aan het Heilige Geesthuis zullen vervallen, ook al mocht worden verzuimd ze voor verbetering van het bier van de oude mannen te gebruiken. Van hun kant hebben mr. Cornelis Henrixsz en mr. Gerrit Gerrit Bouwensz als vaders van het Oudemannenhuis beloofd de inkomsten jaarlijks voor het beoogde doel te zullen gebruiken en dat ten behoeve van hun opvolgers te registreren; Heyltgen zal te allen tijde vrij toegang tot dat register hebben.
  • Regest Oudemannenhuis 34
    Schepenen verklaren dat Thomas Mestdach heeft verkocht aan Jacob Joosten, metselaar, een losrente van 3 gulden per jaar. Tot zekerheid is aan de schuldeiser de eigendom overgedragen van een huis en erf aan de noordzijde van de Nieuwehaven (O = de schuldeiser; W = Neeltgen Benyens).
  • Regest Oudemannenhuis 35
    Schepenen verklaren dat Trijn Jansdochter, weduwe van Huych Lenertsz, heeft verkocht aan Hillegondt Ghijsbertsdr een losrente van ƒ 2 per jaar, onder eigendomsoverdracht tot zekerheid van haar huis en erf aan de zuidzijde van de Lange Noodgodsstraat ("Oostnoodgodsteech") (O = Jacob Symonsz Sobbe; W = Cornelis Govertsz, kleermaker). Na aflossing van de losrente is de schuldeiser verplicht de eigendom weer over te dragen.
  • Regest Oudemannenhuis 36
    Schepenen verklaren dat Jacob Joosten Spelle, metselaar, heeft overgedragen aan Ghijsbert Harmansz Bouwen vier losrenten elk van 3 gulden per jaar, respectievelijk gevestigd door Pouwels Jorisz, schuitevoerder, Jan Gerritsz van de Walle, linnenwever, Thomas Mestdach en Michiel Joosten van de Want, elk onder verband van zijn huis aan de Nieuwehaven. Ghijsbert Harmensz heeft op zijn beurt deze rentebrieven overgedragen aan het Oudemannenhuis in mindering op een preuve ten behoeve van een oude man die hij in dat huis heeft gekocht.
  • Regest Oudemannenhuis 37
    Schout, burgemeesters en molenmeester(s) van Moordrecht verklaren overeengekomen te zijn met Jacob Jacobsz van Wingerden, dat zij - in ruil voor enkele roeden land om de Mallemolenwerf te verbreden - laatstgenoemde het eeuwigdurende recht geven om een brug te leggen over (de sleuven bij ?) de tocht van de molen een brug te leggen om met zijn vee zijn land te kunnen bereiken. Zo nodig zal men hem een nadere akte daarvan verstrekken.
  • Regest Oudemannenhuis 38
    Schout en schepenen van Moordrecht verklaren dat Maerten Tonisz bekende "bij decreet" gekocht te hebben een stuk land, toebehoord hebbende aan de kinderen van zijn broer Arien Tonisz, met uitzondering van een werf, waarop ten gunste van Heynderick Jansz een hypotheek rust. Deze werf is gelegen tussen de dijkwetering en de dubbele dijkwetering (O = Claes Luyten; W = Maerten Tonisz). Hij doet afstand van alle aanspraken op deze werf ten gunste van Heynderick, mits deze het banwerk aan beide weteringen zal verrichten ter breedte van de werf; de overige lasten komen ten laste van Maerten.
  • Regest Oudemannenhuis 39
    Burgemeesters, schepenen en raad verklaren dat de regenten van het Oudemannenhuis bekenden ontvangen te hebben van de executeurs van het testament van Dirck Jansz Thoen, alias Cock, een losrentebrief van 75 pond Vlaams per jaar (hoofdsom twaalfhonderd ponden ? - onleesbaar wegens tekstverlies). De regenten beloven hiervoor een eeuwigdurende preuve in stand te zullen houden, ter begeving van Ghijsbert Jansz Sas, broer van de testateur, en zijn nakomelingen, samen met twee verwanten van de kant van Alijt Dirck Hoensz, zijn grootmoeder en zusters van moederszijde. Een arm familielid heeft voorrang bij plaatsing boven een vreemde. De regenten zullen bij aflossing van de losrente steeds zorgdragen voor een nieuwe belegging van het geld. Indien het Oudemannenhuis zou ophouden te bestaan, zal de losrente of de vervangende belegging ten goede komen aan de Heilige Geest en het St.-Catharinagasthuis; mocht daarna het Oudemannenhuis toch weer als zodanig fungeren, dan moeten deze instellingen het kapitaal weer restitueren.
  • Regest Oudemannenhuis 40
    Schepenen verklaren dat de regenten van het Oudemannenhuis bekenden ontvangen te hebben wegens de verkoop van zes losrentebrieven, gelegateerd door Annitgen Jacob Molen dochter als beurs voor een student, een bedrag van ƒ 179.10.-. Als belegging hebben zij een losrente van 5 pond Vlaams per jaar gekocht ten laste van de stad Delft uit 1483; deze dient tevens als belegging van een som van ƒ 200, gefundeerd door Geerte Pieters, weduwe van Willem Pietersz Storm.
  • Regest Oudemannenhuis 41
    Schout en buurluiden van Broek, Thuil en 't Weegje verklaren dat de voogden van de kinderen van Maritgen Dircxdr te Oudewater, verwekt door wijlen Jacob Meesz en door Thomas den Engelsman, als erfgenamen van wijlen Emmichgen Hermensdr, vrouw van Jacob Jacobsz van Wijngaerden, hebben overgedragen aan Willem Pietersz 2 morgen weiland in Thuil bij de Mallemolen, strekkende van de wetering waar het land van Jacob Pietersz Thuynman begint tot in de molenvliet, met de brug tot op de Tiendeweg (O= de leprozen; W = de Waddinxveense wetering.