-
Regest Oudemannenhuis 2
Schepenen verklaren dat Everet Claesz bekende schuldig te zijn aan Katelijne Foeyendr een eeuwigdurende rente van 3 pond Hollands per jaar, onder verband van zijn huis en erf aan de (Lage) Gouwe aan het einde van de Vismarkt (W = heer Jan van der Goude; O = Gheret Arntsz).
-
Regest Oudemannenhuis 3
Schepenen verklaren dat Hughe Jacobsz en Katherijn, weduwe van meester Jacob, bekenden gezamenlijk schuldig te zijn aan Aernd Scutter een eeuwigdurende rente van 4 oude schilden per jaar, onder verband van hun beider huizen en erven aan de Westhaven (Z = Lauwe Claesz; N = Jan Rose).
-
Regest Oudemannenhuis 4
Schepenen verklaren dat Claes Ockersz die cuper bekende schuldig te zijn aan Griet Hughe Hughensz' dochter een eeuwigdurende rente van 2 Franse kronen per jaar, onder verband van zijn woonhuis en erf in de Spieringstraat (O = het St.- Margaretaklooster ("die oude besloten susteren") en de Spieringstraat; W = de gracht ("die stede waterscap")).
-
Regest Oudemannenhuis 5
Schepenen verklaren dat Jacob Claesz bekende schuldig te zijn aan Dirc Jacobsz een eeuwigdurende rente van 1 1/2 pond Hollands per jaar, onder verband van zijn drie kamers en erven in de Geryd Gijbensoenssteeg (een steeg tussen de Oosthaven en de Spieringstraat) (W = Pieter Scilt; O = Dirc Jansz).
-
Regest Oudemannenhuis 6
Schepenen verklaren dat Florys Jansz bekende schuldig te zijn aan Pieter Woutersz een eeuwigdurende rente van 1 pond Hollands per jaar, onder verband van zijn kamer en erf, waar hij nu in woont, in de Scutterdoelenstege (Doelenstraat) (W = Heinric Jacobsz; O = Pieter Woutersz).
-
Regest Oudemannenhuis 7
Schepenen verklaren dat Claes Ocker die cuper bekende schuldig te zijn aan Traveys Heyenz een eeuwigdurende rente van 1 gouden Engelse nobel per jaar, onder verband van zijn drie huizen erven Achter de Kerk "bi de stede wedde" (hoek Spieringstraat / Molenwerf) (O = het St.-Margaretaklooster ("die nonnen uutter Spierincstraet"); W = Rijcoud Mathijsz; N = de Molensteeg (straat?); Z = Claes Kerstantz).
-
Regest Oudemannenhuis 8
Schepenen verklaren dat Jan Baertsz bekende schuldig te zijn aan Govert Jansz een eeuwigdurende rente van 2 pond Hollands per jaar, onder verband van zijn vier kamers en erven aan de Cappenersteeg (O = Jacob Jansz; W = de schuldenaar), en voorts zijn woonhuis aan de Zeugstraat (Suychstraet) (Z = Geryt Roynck; N = de Cappenersteeg).
-
Regest Oudemannenhuis 9
Schepenen verklaren dat Huge Roeloffsz bekende schuldig te zijn aan Jacob Dircxz een eeuwigdurende rente van 1 gouden Engelse nobel per jaar, onder verband van zijn woonhuis aan de Hoogstraat, (N = Dirc Govertsz; Z = Martijn Claesz, Wigger Jansz en Katherijn Harmans weduwe).
-
Regest Oudemannenhuis 10
Schepenen verklaren dat Aryaen Allertsz te kennen heeft gegeven dat hij eigenaar is van een erfrente van een pond Hollands per jaar ten laste van het huis van Jacob Jacobsz in de Groenendaalsteeg (W = Huge Jacobsz; O = Jacob Gijsbertsz). De originele akte, die dateerde van Sint- Jansdag in midzomer 1391, is tijdens de grote stadsbrand (van 1438) verloren gegaan. Om die reden wordt deze akte daarvoor in de plaats gesteld.
-
Regest Oudemannenhuis 11
Schepenen verklaren dat de Heilige- Geestmeesters bekenden krachtens testament van Lijsbeth Geerloff Gerytsz' weduwe, non in het St.- Mariaklooster aan de Gouwe, een "schepenen rentenbrieff" te hebben ontvangen van 1 Engelse nobel per jaar, waar doorheen deze akte is getransfigeerd. Zij beloven deze rentebrief niet te zullen vervreemden.
-
Regest Oudemannenhuis 12
Schepenen verklaren dat de Heilige Geest-meesters bekenden krachtens testament van Lijsbeth Geerloff Gerytsz' weduwe, non in het St.- Mariaklooster aan de Gouwe, een "schepenen rentenbrieff" te hebben ontvangen van 2 Franse kronen per jaar, waar doorheen deze akte is getransfigeerd. Zij beloven deze rentebrief niet te zullen vervreemden.
-
Regest Oudemannenhuis 13
Schepenen verklaren dat Adriaen Allaertsz in een panding gewonnen heeft een eeuwigdurende rente van 9 schellingen en 10 penningen per jaar, rustende op een rij van vier huizen en erven van Nellen Peyen, gelegen Achter de Kerk (Z = de Koster Gijzensteeg; N = Hillebrant die kistenmaker). Deze erfrente spruit uit een erfrente van een Engelse nobel per jaar van 13 november 1450.
-
Regest Oudemannenhuis 14
De schout van het IJsselveer buiten Oudewater verklaart dat een eeuwigdurende "erfpacht" van 3 gouden Bourgondische Philipsschilden per jaar is gevestigd op de beterschap van een uiterdijk en boomgaard in IJsselveer.
-
Regest Oudemannenhuis 15
Schepenen verklaren dat coman Claes Jansz bekend heeft een eeuwigdurende rente van 16 nieuwe plakken per jaar schuldig te zijn aan Heynric Claesz, onder verband van zijn tuin in de Korte Akkeren (Prins Hendrikstraat ?) op de hoek van de Middelsteeg (Z = Symon Willemsz die Lege; N = de genoemde steeg, die bij de tuin behoort over de lengte van de tuin tot aan Willem Willemsz).
-
Regest Oudemannenhuis 16
Schepenen verklaren dat Airnt Claesz bekend heeft een eeuwigdurende rente van 1 pond Hollands per jaar schuldig te zijn aan Claes Jansz, onder verband van zijn woonhuis, het naastgelegen erf en een derde deel van zijn lijnbaan, naast elkaar in de Vlamingstraat gelegen (O = het erf van Wouter Jacobsz; W = de stadsmuur).
-
Regest Oudemannenhuis 17
Schepenen verklaren dat Claes Gerytsz bekende schuldig te zijn aan Pieter Gerytsz een eeuwigdurende rente van 1 1/2 pond Hollands per jaar, onder verband van zijn huis en erf aan de Oudelle (Markt wz) (W = Willem Jansz de metselaar; O = Walich Mertijnsz).
-
Regest Oudemannenhuis 18
Schepenen verklaren dat Kerstant Pietersz bekende schuldig te zijn aan Willem Aelbrechtsz een eeuwigdurende rente van 1 pond Hollands per jaar, onder verband van zijn huis en erf aan de Kleiweg (Z = Jan Joistenz.; N = Geryt Mairtijnsz).
-
Regest Oudemannenhuis 19
Schout en gezworenen van Krimpen a/d IJssel verklaren dat Claes Bouwensz bekende schuldig te zijn aan Lydewij die Goutsmitsdochter een losrente van 3 pond Hollands per jaar, onder verband van 10 hond land in Kortland, strekkende vanuit de IJssel tot aan de landscheiding (O = Huychges land; W = het molenweer).
-
Regest Oudemannenhuis 20
Schepenen verklaren dat Jacob Jansz die Vrije, tevens namens zijn vrouw Marichgen Gerrit de Vrijen dochter, als erfgenamen van Meynsge Gerrit die Vrije, overgedragen heeft aan Aeltgen Gerritsdr, weduwe van Gheen Symonsz, een aantal z.g. tuinrenten, betrekking hebbende op tuinen tussen de Potterspoort en de Kleiwegspoort, vanaf de tuin van Wouter die Lymsiers tot die van Gerrit Florysz toe. Het betreft renten op de volgende tuinen: 1 schild op die van Wouter die Lymsiers, 1 1/2 op Fije Jan die Moyen, 3 1/2 op Aert Cluyten, 12 stuivers op Dirrick Roloffsz, 3 schilden op Jan Willemssoon, 2 1/2 op Dirrick Roloffsz, 33 1/2 stuivers op Adriaen Dirrick Huyges., 8 stuivers op Jan Houten, 1 1/2 schild op Jan Houten, 17 1/2 stuivers op coman Symon, 1/2 schild op het St.-Catharinagasthuis, 10 1/2 stuivers op Dirrick Claessoon, 5 groten op resp. Braechgen Goessen, Dirrick Stellegen en Baernt Dirricxs., en 1/2 schild op Gerryt Florysz. Eventuele vrijwaring vindt plaats onder verband van het huis en erf van de verkoper aan de Westhaven, genaamd de Twaelff Manen (Z = Adriaen Jansz).
-
Regest Oudemannenhuis 21
Schout en gezworenen van Bodegraven verklaren dat Marijtgen, weduwe van Willem Philips, met haar voogd Kers Philipsz, bekende schuldig te zijn aan Kathrijn, weduwe van Maerten Aelbertsz, een losrente van 52 1/2 stuivers per jaar, onder verband van haar woonhuis (O = Willem Cornelisz; W = Claes Gelisz en Jacob Wijten).