-
Bevolkingsregisters
-
Bijlagen bij de overdracht van bebouwde percelen
-
Cholera
-
10e penning
Tiende Penning van Maria van Hongarije: Maria van Hongarije was landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden namens haar broer keizer Karel V. Op 21 maart 1543 werd door haar de Tiende Penning ingesteld, een belasting van 10% op inkomsten uit vermogen. De belasting werd geheven in 1543, 1544, 1553, 1556, 1561 en 1564.
-
20e penning
De Twintigste Penning: een omzetbelasting van 5% op de verkoopprijs van onroerende goederen (huizen, landgoederen, enz.), geïnspireerd door een soortgelijke belasting die was ingevoerd door de Romeinse keizer Augustus (modern equivalent in Nederland: overdrachtsbelasting; en in België: registratierechten). Deze heffing was bedoeld als permanent.
-
Fabricageboeken
-
Brandemmergeld
Het brandemmergeld was een belasting die werd geheven om de kosten van de brandweer te dekken. Het brandemmergeld werd gebruikt om brandemmers, brandspuiten, brandhaken, brandladders en burgers die zich vrijwillig inzetten om branden te bestrijden.
Iedereen die een huis bezat, moest brandemmergeld betalen. De hoogte van het bedrag was afhankelijk van de grootte van het huis en de waarde van de inboedel. Het brandemmergeld werd meestal per jaar betaald.
-
50e penning
De generale contributie in de verponding of 50e penning in de 17e eeuw was een belasting op onroerend goed, zoals huizen, tuinen, erven en landerijen. Deze belasting werd geheven om bij te dragen aan de kosten van de landsverdediging en andere uitgaven van de overheid.
De verponding was een soort vermogensbelasting, waarbij de hoogte van de belasting afhing van de waarde van het onroerend goed. De 50e penning was een speciale vorm van verponding, waarbij eenmalig een extra hoge belasting werd geheven.
-
Bevolkingsregistratie
-
Betaalsrollen
-
Klap- en lantaarngeld
-
Verhuur en verkoopboeken
-
Stadsrekeningen
-
Grafboeken
-
40e en 80e penning
De 40e penning was een gewestelijke “overdrachtsbelasting” van
2,5%, die sinds eind 16e eeuw geheven werd bij bepaalde rechtshandelingen. Met name ging het om de overdracht van
onroerende zaken en rechten (obligaties, hypotheken, lijf- en
losrentebrieven), en het vestigen van zakelijke rechten zoals het
aangaan van leningen (o.a. uitgifte van een obligatie).
Voorts het overbedelen bij nalatenschappen of het uitkeren van een erfstelling (komt zeer beperkt voor). Sinds 1798 werd ook belasting geheven op het plaatsen van advertenties (familieberichten) in kranten. Plaatselijk mocht daarboven nog een toeslag worden geheven, de 80e penning (1,25%). In de praktijk fungeerden de stadssecretarissen als ontvangers.
-
Onroerend goed
-
Fabricage
-
Zorg
-
Bestuur
-
Algemeen
Niet in één van de andere rubrieken onder belasting te vatten bronnen.