-
Regest kloosters 744
Schepenen oorkonden, dat Jan Claesz en Wouter Claesz aan de pater van Sinte Maria Magdalenaklooster gedurende 2 jaar en 6 weken vrijwaring beloofd hebben voor 2 1/2 morgen land, die zij hem verkocht hebben en welke gelegen zijn in Bloemendaal naast het Brigittenland westwaarts. De vrijwaring geschiedt onder verband van het huis van Wouter Claes., gelegen in Honscoep.
-
Regest kloosters 745
Mater, ondermater en gemene zusteren van Sint-Andries- zusterhuis te Rugge bij de stad Den Briel beloven aan heer Garbrant, priester, en zijn conventualen, genaamd de Collatiebroeders, vrijwaring voor een huis aan de Gouwe, dat vroeger aan Willem Aelbertsz heeft toebehoord, onder mededeling dat zij en twee van haar medezusters, Lysbet en Geert, dochters van Willem Aelbertsz, na zijn dood diens erfenis onderling gedeeld hebben.
-
Regest kloosters 746
Schout en buurlieden in het land van Stein oorkonden, dat Huych Gijsbertz, verkocht heeft aan het convent van de Collatiebroeders tot St. Paulus 1 1/2 viertel land, gelegen in het land van Stein.
-
Regest kloosters 747
Schepenen oorkonden, dat Huych Gijsbertz vrijwaring beloofd heeft aan het convent van de Collatiebroeders voor 1 1/2 viertel land in het land van Stein, die hij aan het klooster verkocht heeft. De vrijwaring geschiedt onder verband van zijn huis aan de Oosthaven.
-
Regest kloosters 748
Schout en gezworenen van Ouderkerk a/d IJssel oorkonden, dat Pieter Dirckz. met zijn moeder, Neel Dirck weduwe, verklaard hebben gezamenlijk schuldig te zijn aan het altaar van Sinte Loey in de St.- Janskerk te Gouda 3 schilden per jaar, staande op 6 morgen land, gelegen in de Nesse in het genoemde ambacht, zich uitstrekkende "uuyt die IJssel totter lantscheydinghe toe". Bij niet betaling zal berechting moeten volgen door de deken ter Gouwe. De rente is aflosbaar tegen de penning 15.
-
Regest kloosters 749
Ghijsbertus Willemsz Raet, priester, verklaart ontvangen te hebben van frater Stephanus, terminarius van de orde der Predikheren, 2 Hollandse schilden als jaarlijkse census van het huis van deze orde te Gouda, betrekking hebbende op de termijn, welke afliep op 1 mei 1504.
-
Regest kloosters 750
Schepenen oorkonden, dat de uitvoerders van het testament van wijlen Pieter Evertsz met Marritgen, zijn weduwe, aan het convent van de Collatiebroeders vrijwaring beloofd hebben gedurende 2 jaar en 6 weken voor het huis, dat zij hun verkocht hebben, hetwelk gelegen is in de Begijnensteeg, oostelijk naast de "Jherusalem". De vrijwaring geschiedt onder verband van het huis van Marritgen, gelegen aan de Gouwe.
-
Regest kloosters 751
Schepenen oorkonden, dat Cornelis Bosch aan Adriaen Willemsz vrijwaring beloofd heeft voor een stuk land, gelegen aan de Tiendeweg, dat Willem Dirxz Blanckert hem verkocht heeft. De vrijwaring geschiedt onder verband van het huis van Cornelis Bosch in de Groenendaal.
-
Regest kloosters 752
Notaris Cornelis Jacobi uit het bisdom Luik instrumenteert, dat heer Gijsbertus Wilhelmi Raet, vicaris van de parochiekerk, bij testament aan de Collatiebroeders vermaakt zijn kapel "'t heilich graft" (N = hun klooster). Deze Jeruzalemkapel zullen de broeders moeten onderhouden, en daarin zullen zij wekelijks 12 missen opdragen. Voorts zullen de broeders iedere week 13 aalmoezen geven, elk ter waarde van 1 stuiver, één aan de celebrant van de mis in de kapel, de andere aan 12 arme mannen. Op gewone dagen zal van de drie lampen bij het Heilig Graf er één overdag branden, terwijl op enige met name genoemde feestdagen de drie lampen dag en nacht zullen branden. Verder zullen de broeders op het jaargetijde van heer Gijsbertus, van zijn moeder en van Geertruid Florensdr de requiemmis zingen. Als vergoeding voor een en ander zal heer Gijsbertus aan de Collatiebroeders een rente geven van 16 pond groten 3 solidi 4 denarii, alsmede zijn huis gelegen zuidelijk van het raadhuis, tussen de Markt en de Naaierstraat. Mochten de gelden in de toekomst niet meer toereikend zijn, dan zullen de opgelegde lasten verminderd worden, volgens de beslissing van de onderpastoor en twee vicarissen van de parochiekerk.
-
Regest kloosters 753
Schepenen oorkonden, dat Volkert Jansz verkocht heeft aan Willem van Stein een wijngaard, gelegen "an der stede muer", zich uitstrekkende van "Thienwegspoort tot Stinckenborchs toern toe".
-
Regest kloosters 754
Burgemeesteren, schepenen, raden en ingezetenen van Delft oorkonden, dat zij verkocht hebben aan het convent van Sint Jheronymusdale binnen Delft een rente van 2 pond 2 schellingen groten Vlaams per jaar, aflosbaar tegen de penning 16.
-
Regest kloosters 755
Schout en buurlieden in het land van Stein oorkonden, dat Gheen Jansz verklaard heeft schuldig te zijn aan Jan Jacopsz 9 Rijnse guldens per jaar aan rente, staande op een viertel land, gelegen in de Willens, zich uitstrekkende van de halve IJssel tot de Nieuwenbroekskade. De rente is losbaar de penning 20.
-
Regest kloosters 756
Gharbrandus, rector, en overige broeders van het Sint Paulusconvent, genaamd het Collatiehuis te Gouda, verklaren tot aflossing van een vroegere akte, waarbij zij zich verbonden hadden ten behoeve van de broeders van het S. Hieronymusklooster te Delft een dagelijkse mis in hun klooster te zullen opdragen, aan het genoemde klooster een bedrag van 40 pond schuldig te zijn. Zij beloven daarvoor jaarlijks op de feestdag van Johannes de Doper een rente van 2 pond aan de broeders in Delft uit te betalen, waarbij zij zich het recht voorbehouden de hoofdsom geheel of gedeeltelijk te lossen.
-
Regest kloosters 757
Frederik IV, markgraaf van Baden, bisschop van Utrecht, geeft aan de Collatiebroeders het recht om, ook wanneer de feestdag van Paulus' bekering valt op zondag septuagesima of daarna, op die dag bepaalde lofzangen ter ere van deze heilige te zingen, alsook om dan eventueel het octaaf van die feestdag te vieren. Zij verkrijgen tevens het recht om op 30 juni bepaalde gedeelten van het brevier te zijner ere te bidden en ten slotte, om, wanneer gedurende de tijd van het octaaf van Pinksteren af tot aan Advent, en van het octaaf van Driekoningen af tot aan septuagesima, éénmaal per week de "horae" voor de patroonheilige gebeden worden, dit beurtelings te doen ter ere van St. Paulus en St. Martinus.
-
Regest kloosters 758
Frederik IV, markgraaf van Baden, bisschop van Utrecht, erkent de echtheid van een reliek, door Jacobus Coelman op 29 september 1506 aan de Collatiebroeders gegeven op aandrang van de minderbroeder Gerardus van Gouda, te weten een gedeelte van een rib van St. Paulus, welke - afkomstig uit Rome - vroeger door een graaf van Nassau aan het Cisterciënserklooster Solismons in het bisdom Luik geschonken was. Tevens verleent hij een aflaat van 40 dagen toties quoties, wanneer men in de kerk van de Collatiebroeders en bij de bedoelde reliek bepaalde gebeden zal doen, of zal bijdragen tot het onderhoud van de kerk of tot versiering van het beeld van St. Paulus, waarin de reliek is geborgen.
-
Regest kloosters 759
Pater en gemeen-broeders van het Collatiehuis van St. Paulus verklaren dat zij Marritgen Claesdr en Jan Heynricz. Shoorn, haar overleden man, uit dankbaarheid voor de weldaden van hen ondervonden, aan al hun geestelijke goederen deelachtig maken.
-
Regest kloosters 760
Dirck van Bockhoven verkoopt ten overstaan van schepenen van Gouda aan Goedert van Zuydoert een huis in de Peperstraat. De enen helft wordt door Goedert van Zuydoert gekocht voor hem zelf, en de andere helft koopt hij in zijn kwaliteit als voogd van Margriete Heinricxdr. van Outhuesden.
-
Regest kloosters 761
Goedert van Zudoert en Margarete Henricxdr. van Outhuesden verhuren aan Dirryck van Bockhovenen een huis, dat zij van hem gekocht hebben tegen een huurprijs van 1 pond groten Vlaams; Dirryck van Bockhovenen zal het huis kunnen terugkopen tegen betaling van 16 pond.
-
Regest kloosters 762
Schout en landgenoten in het ambacht van Calver en Broeck oorkonden, dat Dirc Jansz verklaard heeft schuldig te zijn aan meester Claes Scaer, priester, 2 schilden 14 stuivers per jaar aan rente, staande op zijn hofstede met 9 morgen land, gelegen in het genoemde ambacht. De rente is losbaar de penning 15.
-
Regest kloosters 763
Schout en gezworenen in Polsbroek, in het gerecht van IJsselstein, oorkonden, dat Jacob Rons verklaard heeft schuldig te zijn aan Deric Jan Jacobszoonsz 22 1/2 Beierse guldens per jaar aan rente, staande op 7 morgen land, gelegen in Polsbroek (W = de kerk van Polsbroek), en op 1 viertel land, gelegen in Polsbrouck, die Jacob Rons gemeenschappelijk bezit met de heren van de Duitse orde te Utrecht. De rente is losbaar de penning 20.