Regesten uit de archieven van de gasthuizen

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Regest gasthuis 481
    Schepenen oorkonden, dat Harman Fransz aan Dirck Willemsz vrijwaring beloofd heeft voor een huis dat hij hem verkocht heeft in de Robaarsteeg noordwaarts van Willem Tielmans, onder verband van zijn huis genaamd "die Lombaert" achter de Vismarkt, oostwaarts van Geert Witte.
  • Regest gasthuis 482
    Kastelein, schout, burgemeesters, schepenen, gemene vroedschap en raad geven het gasthuis een reglement.
  • Regest gasthuis 483
    Schepenen oorkonden, dat Ghijsbrecht Jansz de Vrije de gasthuismeesters van Sint Catharinagasthuis vrijwaring beloofd heeft wegens een rentebrief van 1438.
  • Regest gasthuis 484
    Schout en buurlieden in de ban van Reeuwijk oorkonden dat Jacob Claesz verklaard heeft verkocht te hebben aan zijn zwager Jan Jansz 13 morgen land op het Nieuwdorp, tussen de Nieuwdorperdijk tot de Kleirede of Achterkade (O = Ghijsbert Geritz; W = het Sint Catharinagasthuis te Gouda), onder verband van 14 hont land in de Vogelenzang, tussen de Zijde en de Layxdijck.
  • Regest gasthuis 485
    Schepenen oorkonden, dat Lenaert Adriaen Huygez. beloofd heeft de rente gevestigd op de tuin in de Boelcade, welke zijn vader in 1539 had gekocht, te zullen betalen.
  • Regest gasthuis 486
    Schepenen oorkonden, dat Willem Heynricxz aan Barbel .....aerts vrijwaring beloofd heeft voor een huis op de Raem noordwaarts van Claes Woutersz onder verband van zijn huis in de Keyserstraat, noordwaarts van Machtelt Ghijsen.
  • Regest gasthuis 487
    Schepenen oorkonden, dat Willem Dircksz aan Jacob Dircksz heeft overgedragen de rentebrief, waardoor deze akte gestoken is.
  • Regest gasthuis 488
    Schepenen van Haastrecht oorkonden dat Roeloff Claesz verklaard heeft schuldig te zijn aan Bartgen Claes Sybartsweduwe een losrente van 28 stuivers per jaar op zijn kamer, tussen het kamertje van zijn moeder Bartgen en het Kerkhof.
  • Regest gasthuis 489
    Schout en buurlieden in het ambacht van Reeuwijk oorkonden dat Gijsbert Gerytz. verklaard heeft schuldig te zijn aan Cornelis Jacopsz een rente van 12 schilden per jaar, losbaar met 200 schilden, op 15 morgen land met het huis waarin hij woont op het Nieuwedorp, tussen de Nieuwendorpse dijk tot de Kleine Reede (O = de kerk van Reeuwijk; W = Jan Jansz Butenweg).
  • Regest gasthuis 490
    Claes Jacobsz, baggerman, wonende aan het verlaat buiten Potterspoort, verklaart 15 karolusgulden en 15 stuivers schuldig te zijn aan Neeltge Gheritsdr.
  • Regest gasthuis 491
    Schepenen oorkonden, dat Zyburch Dircxdr, weduwe van Jacop Jacobsz, als eigenaresse van een huis aan de Oosthaven, zuidwaarts van het Sint Catharinagasthuis, het gasthuis beloofd heeft dat zij niets zal doen om het oversteken van de plaats achter haar huis te belemmeren.
  • Regest gasthuis 492
    Schout en buurlieden in het ambacht van Reeuwijk oorkonden dat Jan Jansz Buytenweg c.s. de boedel van Jan Pieters en zijn vrouw Haessgen hebben verdeeld.
  • Regest gasthuis 493
    Schepenen oorkonden, dat ....boodt Aernoutsz verklaard heeft verkocht te hebben aan het St.- Catharinagasthuis 1/6 deel en een rente van 10 Wilhelmus schilden op 1/3 deel van het hofstedegeld.
  • Regest gasthuis 494
    Schepenen oorkonden, dat Henrick Evertsz alias Zouckpenninck verklaard heeft schuldig te zijn aan 't gasthuis van Sint Elisabeth 22 Carolusgulden, onder verband van zijn huis in de Robaarsteeg, westwaarts van Symon Jansz; Aertgen die zackdrager heeft zich hiervoor borg gesteld.
  • Regest gasthuis 495
    Schout en buurlieden van Hubertsgerecht en Snijdelwijk oorkonden dat Frans Cornelisz en Jacob Gerritsz, poorters van Gouda, verklaard hebben schuldig te zijn aan Gherrit Jacobsz een rente van 1 pond groten Vlaams per jaar, losbaar met 100 Karolusgulden, op een hofstede met 9 1/2 morgen land in het ambacht van Snijdelwijk, tussen de Hogeweg en de Bakwetering (N = Cornelis Geerlofz; Z = Kathrijn Jan Ballensz' weduwe).
  • Regest gasthuis 496
    Schepenen oorkonden, dat Jan Pietersz houtenback als voogd van Quirijn en Aeltge Dirck Willemsz weeskinderen, aan Maritge Pietersdr, weduwe van Dirck voornoemd, heeft verkocht en overgedragen een huis in de Robaarsteeg, westwaarts van Pieter Jansz Paniel.
  • Regest gasthuis 497
    Baljuw en gezworenen van het land van Stein oorkonden dat de gasthuismeesters van het Sint Catharinagasthuis ingevolge een resolutie van de vroedschap van 12 mei 1557 verklaard hebben schuldig te zijn aan de weeskinderen van Claes Floren een rente van 12 Carolusgulden per jaar, losbaar met 32 pond groten Vlaams, op 2 viertel land in de Willens, tussen de IJssel en de landscheiding, O = Cornelis Pietersz en Jan Gerrijtsz, W = het St. Margrietenconvent.
  • Regest gasthuis 498
    Schepenen oorkonden, dat Cornelia Jansdr verklaard heeft schuldig te zijn aan het Sint Catharinagasthuis en Lenaert Carelsz c.s. elk voor de helft 100 Carolusgulden en 10 stuivers, onder verband van haar huis in de Kleiwegsteeg (W = Allart Dircxz; O = Steffenye Claesdr).
  • Regest gasthuis 499
    Schepenen oorkonden, dat Dammas Claesz verklaard heeft schuldig te zijn aan Jan Pietersz 21 pond groten Vlaams, onder verband van zijn tuin in de Kluizenaarskade buiten de Tiendewegspoort, noordwaarts van Willem die Ghier.
  • Regest gasthuis 500
    Schepenen oorkonden, dat Neeltge Jansdr, weduwe van Jacob Harmansz, verklaard heeft schuldig te zijn aan het St.-Catharinagasthuis wegens verzorging van haar man 20 Carolusgulden, onder verband van haar huis in de Vogelenzang (Z = Gerrit Geerlofz; N = Cornelis Dircksz).