Gegevens & afbeeldingen » Regesten uit de archieven van de gasthuizen

Objecten

• Regest gasthuis 361
  Schepenen oorkonden, dat Pieter Liclaesz verklaard heeft schuldig te zijn aan Sander Gerytsz een rente van 1 pond Hollands per jaar op zijn huis aan de Nieuwehaven nz (O = Jacob Willemsz; W = Aernt Baertoutsz).
• Regest gasthuis 362
  Schepenen oorkonden, dat Ghijsbrecht Claesz die volre verklaard heeft schuldig te zijn aan de gasthuismeesters van Sint Catharinagasthuis een rente van 6 schellingen Hollands per jaar op zijn huis in Hontscoop, O = Pouwels Willemsz, westelijk door Ghijsbrecht voornoemd.
• Regest gasthuis 363
  Schepenen oorkonden, dat Aernt Mathysz verklaard heeft schuldig te zijn aan Willem Heynricxz een rente van 1 Wilhelmus Hollands schild en 4 groten Vlaams per jaar op het huis waarin hij woont in de Keyserstraat, Z = Heynric Jansz, N = Pieter Heynricxz
• Regest gasthuis 364
  Schepenen oorkonden, dat coman Jan Jacobsz verklaard heeft schuldig te zijn aan de gasthuismeesters van Sint Catharinagasthuis een rente van 13 schellingen en 6 penningen Hollands per jaar op zijn huis aan de Goude, O = Cornelis Jan die balmakersz, W = Jan Hugenz
• Regest gasthuis 365
  Schepenen oorkonden, dat Pieter Scilt aan de gasthuismeesters van Sint Catharinagasthuis overgedragen heeft de rente onder verband van zijn huis in de Coenensteeg (O = de waterschap met de Vogelenzang; W = Jan Jacobsz de verwer).
• Regest gasthuis 366
  Schepenen van Leiden oorkonden dat Fye Dirck Rengersweduwe verklaard heeft verkocht te hebben aan mr. Dirc Willemsz van der Goude 1/4 van 21 1/2 morgen land in de Broec bij Gouda, gemeen met het land van het Sint Catharinagasthuis en het land van de weeskinderen van Symon Vredric Dircxz
• Regest gasthuis 367
  De schout in het ambacht van Waddinxveen oorkondt dat Kerstant Pietersz verklaard heeft eeuwigdurend gepacht te hebben van het St.-Catharinagasthuis op de Haven voor 2 1/4 Wilhelmusschilden per jaar een viertel land in de Broek (Z = Goesen de vleischouwer; N = Ghijsbrecht Sasbouts), onder verband van een viertel land "buten weech van Waensveenreweg ter Goude toe" (Z = Pieter Kerstantsz; N = Herman Dammesz weduwe).
• Regest gasthuis 368
  Schepenen in Leyden oorkonden dat Roelof, Baert en Pieternella, weeskinderen van Symon Vredericx, met toestemming van hun voogden Jan van Zonnevelt, Jacop van Zonnevelt, Florys Claesz en Clais Claisz en van de weesmeesters Huge Spruyt en Huge van Zwieten verklaard hebben verkocht te hebben aan het zusterhuis van Sinte Margriet buiten de Reynsburgerpoort te Leiden 1/4 van 21 1/2 morgen land in de Broec bij Gouda.
• Regest gasthuis 369
  Schepenen oorkonden, dat Pieter Lyclaesz verklaard heeft schuldig te zijn aan Sander Gerytsz een rente van 1/2 pond Hollands per jaar op zijn huis aan de Nieuwehaven (O = Jacob Willemsz; W = Aernt Baerntsz).
• Regest gasthuis 370
  Schepenen oorkonden, dat Adriaen coman Allaerts' weduwe aan de gasthuismeesters van Sint Catharinagasthuis vrijwaring beloofd heeft voor een viertel land in Gouderak (O = Diewer Dirc Jacobsz weduwe met haar kinderen; W = Aernt Jansz).
• Regest gasthuis 371
  Schepenen oorkonden, dat Dirc Sonderdanck aan de gasthuismeesters vrijwaring beloofd heeft voor een rente groot 3 3/4 Gwilemus Hollands schilden per jaar op de windmolen afkomstig van Jan Hugenz de molenair aan de Tiendeweg, de eerste buiten de Tiendwegspoort, onder verband van zijn huis in de Koster Gijzensteeg (W = Alijt Pieter Bosscopers' weduwe; O = Wijnen Berwouts' weduwe).
• Regest gasthuis 372
  Schepenen oorkonden, dat Aelbrecht Woutersz verklaard heeft schuldig te zijn aan de gasthuismeesters een rente van 1 Beyerse gulden en 4 groten Vlaams op zijn tuin met toekomstige opstallen aan de singel tussen de Kleiwegs- en Tiendewegspoorten (W = Ermgairt Harman Dammesz weduwe en haar kinderen; O = Aernt Jacobsz).
• Regest gasthuis 373
  Schepenen van Leiden geven een vidimus van een oorkonde.
• Regest gasthuis 374
  Schepenen oorkonden, dat Jan Evertsz verklaard heeft schuldig te zijn aan Geryt die kock Aerntsz een rente van 1 1/2 pond Hollands per jaar op zijn huis in de Coninckstraat, Z = Baertout van der Brugge, N = Geryt Jansz
• Regest gasthuis 375
  Schepenen oorkonden, dat Claer Feys Simonsz weduwe Adriaen Allaertsz vrijwaring beloofd voor 1/5 van een viertel land waarvan Jacob Willemsz en Geryt Luyt het overige bezitten in Broekhuizen (W = Adriaen voornoemd; O = de Heilige Geest), onder verband van haar huis in de Groenendaal (W = broeder Gillis Block).
• Regest gasthuis 376
  Schepenen oorkonden, dat heer Aelbrecht Gerytsz, priester, bij een panding gewonnen heeft een rente van 1/8 Engelse nobel en 7 penningen per jaar op de huizen van Adriaen Jacobsz en Dirc Lambrechtsz aan de Westhaven, Z = de Vest, N = Dirc Hagen, spruitende uit een rente gevestigd in 1451.
• Regest gasthuis 377
  Schepenen oorkonden, dat Ave Pouwel Pietersz weduwe en haar zoon Willem Pouwelsz verklaard hebben schuldig te zijn aan Jacob Symonsz een rente van 1 Engelse nobel per jaar op hun huis in de Koestraat (Z = Symon Jacobsz; N = Dirc Gerytsz).
• Regest gasthuis 378
  Schepenen oorkonden, dat Hoelman Ghijsbrechtsz verklaard heeft schuldig te zijn aan de gasthuismeesters van Sint Catharinagasthuis een rente van 1 1/2 Engelse nobel per jaar op zijn huis aan de Goude, Z = de weeskinderen van Jacob Jansz, N = Willem van Scouwen, spruitende uit een rente gevestigd in 1427.
• Regest gasthuis 379
  Schepenen oorkonden, dat Heynric Jansz verklaard heeft schuldig te zijn aan Emme Dirc die Bruynen weduwe een rente van 1 pond Hollands per jaar op zijn huis in de Keizerstraat (Z = Pieter Evertsz; N = Aernt Mathisz).
• Regest gasthuis 380
  Schepenen oorkonden, dat de gasthuismeesters van Sint Catharinagasthuis hen getoond hebben een schepenakte van 26 december 1338 (des saterdaghes in die Kors heyligedage) betreffende een rente van 7 schellingen Hollands per jaar op het huis van Harman Woutersz van Everdingen in de Koestraat (Z = Geryt Claesz, N = Willem Mathysz). Die akte is zo vergaan, dat deze ervoor in de plaats komt.