-
Regest gasthuis 241
Schepenen oorkonden, dat Clameynse Aelbrecht Jacobsz' weduwe bij een panding gewonnen heeft een rente van 6 schellingen Hollands per jaar op de twee huizen van Heynric Hermansz buiten het Tiendewegspoorthuis (O = Florys Wobbrechtsz; W = Pieter Voppenz).
-
Regest gasthuis 242
Schepenen oorkonden, dat Huelman Claesz bij een panding gewonnen heeft een rente van 4 schellingen 6 penningen Hollands per jaar op het huis waarin Willam Jacobsz woont aan de Tiendeweg (W = Godevaert Dyrxz; O = de vest), welke rente spruit uit een rente gevestigd in 1397.
-
Regest gasthuis 243
Schepenen oorkonden, dat Hoelman Claesz bij een panding gewonnen heeft een rente van 4 schellingen en 6 penningen Hollands per jaar op het huis van Willam die olyslagher aan de Tiendeweg (W = Godevaert Dircxz; O = de vest), welke rente spruit uit een rente gevestigd in 1397.
-
Regest gasthuis 244
Schepenen oorkonden, dat Vrede Pietersz verklaard heeft schuldig te zijn aan Claes Gherydsz een rente van 1 Engelse nobel per jaar op het huis waarin hij woont aan de Gouwe (O = Mathijs Aernd Picxz, W = Jan Yzebrantsz), en op zijn huis achter het voornoemde huis over de gracht (O = Claes Wittenz, W = Jan Yzebrantsz voornoemd).
-
Regest gasthuis 245
Schepenen oorkonden, dat Allaert Willamsz verklaard heeft schuldig te zijn aan het gasthuis een halve Engelse nobel per jaar op het huis en achterhuis waarin hij woont achter Heinric die maerscalc in Doudelle (O = Dyrc Jansz, W = Heinric voornoemd en Jan Jansz).
-
Regest gasthuis 246
Schepenen oorkonden, dat Hughe Jacobsz en zijn vrouw Jan Jan Broecmansdr verklaard hebben schuldig te zijn aan het gasthuis een rente van 3 Engelse nobels per jaar op het huis waarin zij wonen aan de Westhaven (Z = Lauwerys Claesz; N = Florys Jacob Minnenz), onder verband van het huis van Jacob van der Goude in de Twijstaet (Z = Jan Adegast; N = Diirc die Poerter).
-
Regest gasthuis 247
Schepenen oorkonden, dat Clameynsse Aelbrecht Jacobsz' weduwe bij een panding gewonnen heeft een rente van 6 schellingen Hollands per jaar op de twee huizen van Heynric Hermansz buiten het Tiendewegspoorthuis aan de Tiendeweg (O = Florys Wobbrechtsz; W = Pieter Voppenz).
-
Regest gasthuis 248
Schepenen oorkonden, dat Claes Trafeyssenz verklaard heeft schuldig te zijn aan de gasthuismeesters een rente van 1 pond Hollands per jaar op het huis waarin hij woont in de Vlaemincstraat (O = Oedekijn Gherydsdr, W = Aef Gherydsdr).
-
Regest gasthuis 249
Schepenen oorkonden, dat Clameynsse Aelbrecht Jacobszoonsweduwe bij een panding gewonnen heeft een rente van 6 schellingen Hollands per jaar op de twee huizen van Heynric Hermansz buiten des Tiendewegspoorthuis aan de Tiendeweg (O = Florys Wobbrechtsz; W = Pieter Voppenz).
-
Regest gasthuis 250
Schout en schepenen oorkonden dat heer Jan Pietersz, priester, bij een panding gewonnen heeft het huis van Floris die cuper in de Borchstraat, naast Jan Claesz
-
Regest gasthuis 251
Schepenen oorkonden, dat Wobbrecht Jansz verklaard heeft schuldig te zijn aan Jacob Synck een rente van 18 schellingen en 2 penningen Hollands per jaar op zijn kamer in de Gheryd Gijbenzoonssteeg (W = Claes Jansz; O = Wobbrecht voornoemd).
-
Regest gasthuis 251
Schepenen oorkonden, dat Cornelis Claesz verklaard heeft schuldig te zijn aan Pieter Hillebrantsz een rente van 25 schellingen Hollands per jaar op zijn huis in de Keizerstraat (N = Kerstijn Jacob Dircxz weduwe; Z = Gheriid Gherydsz).
-
Regest gasthuis 253
Schepenen oorkonden, dat Willam Heerbrantsz verklaard heeft schuldig te zijn aan Jan Willamsz een rente van 20 schellingen Hollands per jaar op zijn huis aan het einde van de Raamweg bij de Gouwe (W = Claes Jansz; O = Symon Groenlandsz).
-
Regest gasthuis 254
Schout en schepenen oorkonden dat Huelman Claesz bij een panding gewonnen heeft het huis van Jacob Minne Jacobsz en zijn vrouw Geertruud Jansdr in de Twijstraat (Z = Kerstant Boudijnsz).
-
Regest gasthuis 255
Schout en schepenen oorkonden dat de gasthuismeesters bij een panding gewonnen hebben een rente van 32 schellingen en 8 penningen op het erf met opstallen van Jan de Brabander in de Boomgaardstraat, westwaarts van Pieter Jansz.
-
Regest gasthuis 256
Schepenen oorkonden, dat Harman Jansz en Dyeduwy Maertijnsdr verklaard hebben schuldig te zijn aan de gasthuismeesters en de Heiligegeestmeesters een rente van 10 schellingen Hollands per jaar op het huis waarin zij wonen in Hontscoep, W = Mathijs Claesz, O = Hildegond Bartouds.
-
Regest gasthuis 257
Schepenen oorkonden, dat Ermbout Ermboudtsz verklaard heeft schuldig te zijn aan Geryd Woutersz een rente van 1 pond Hollands per jaar (O = Jan Woutersz, W = de Raemweg).
-
Regest gasthuis 258
Schepenen oorkonden, dat Emme coman Jans weduwe en haar weeskind Claer Jansdr verklaard hebben schuldig te zijn aan Vrederic Woutersz een rente van 9 pond Hollands per jaar op het 5/6 deel van Emme en 1/6 deel van Claer van het huis waarin zij wonen in de Twijstraat (W = Alijd Dirc Jansz' weduwe; N = Claes Gerydsz). Daarmee is een rente gevestigd in 1362 vervallen.
-
Regest gasthuis 259
Schepenen oorkonden, dat Dirc van der Weyde verklaard heeft schuldig te zijn aan het gasthuis een rente van 3 pond Hollands per jaar op het huis waarin hij woont op de dijk bij de Veerstal op de hoek van de Peperstraat (W = Jacob Cosijnsz).
-
Regest gasthuis 260
Schepenen oorkonden, dat Claes Jansz verklaard heeft schuldig te zijn aan Barte coman Hugenweduwe een rente van 2 Engelse nobels op het huis waarin zij woont aan de Goude, W = Mathys Mathysz die scrienmaker, O = Jan Symonsz