Regesten uit het Archief van de stad Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Regest 0001/161
    Schout, burgemeesters, schepenen en vroedschap verklaren dat zij met de stad Dordrecht voor de tijd van tien jaren een regeling hebben getroffen betreffende het stapelrecht van laatstgenoemde stad, die aansluit op de regeling die Dordrecht op 22 april 1453 met de andere steden van Holland gemaakt heeft.
  • Regest 0001/162
    Burgemeesters, schepenen en raad regelen de schouw door de schout en heemraden van het land van Stein op het land buitendijks langs de IJssel van Claes Jacobsz westwaarts tot het klooster toe.
  • Regest 0001/163
    Schepenen oorkonden dat Anthonis Ghijsbrechtsz verklaard heeft schuldig te zijn aan Coman Claes Jansz een rente van een half £ Hollands per jaar op zijn twee huizen aan de Nieuwehaven (W = Claes Claesz, O = Cornelis Meeusz).
  • Regest 0001/164
    Hertog Philips van Bourgondië geeft het klerkambacht van Gouda aan Heynric van Vars, barbier van de graaf van Chaerloes, onder verplichting om aan de tegenwoordige bezitter Dirc Sonderdanck jaarlijks een vergoeding te betalen.
  • Regest 0001/165
    Burgemeesters, schepenen en raad van Sluis oorkonden dat een geschil met de stad Gouda over de heffing van 12 miten schrijfgeld van elke ton Gouds bier dat binnen het zwin van Sluis wordt gebracht in der minne is geschikt in dier voege dat de waarden deze heffing zullen betalen tenzij de Goudse poorters het bier zelf slijten. Voorts bepalen zij termijnen voor de betaling van bierschulden aan Goudse poorters.
  • Regest 0001/166
    Hertog Karel de Stoute belooft na de dood van zijn vader de handvesten en andere rechten van de stad Gouda te zullen bekrachtigen.
  • Regest 0001/167
    Deken en kapittel van de kerk van St. Salvator te Utrecht verlenen de burgemeesters, schepenen, raden en bestuurders van de stad Gouda de cijns, het gerecht en de heerschappij van het land van Stein.
  • Regest 0001/168
    Burgemeesters, schepenen en raad regelen de schouw van de hoge dijk in het land van Stein en de benoembaarheid tot schout of heemraad.
  • Regest 0001/169
    Het Hof van Holland, uitspraak doende in het proces tussen Vrederick van der Zevender en burgemeesters, schepenen en raad van de stad Gouda, betreffende de geldsoort waarin de door graaf Aelbrecht aan Vrederic's grootvader Vrederic in 1363 geschonken erfpacht groot 50 £ per jaar van het recht van de windmolen te Gouda moet worden voldaan, bepaalt, dat Gouda kan volstaan met ponden van 40 groten Vlaams totdat de graaf voor het recht van de wind te Schoonhoven zware ponden zou verlangen.
  • Regest 0001/170
    Hertog Philips van Bourgondië oorkondt dat Jan van Heemsteede ten overstaan van stadhouder en leenmannen van Holland hem heeft opgedragen de hoge en lage heerlijkheid van Benthuizen met de tienden ten behoeve van Cornelis van Dorp, en dat hij laatstgenoemde hiermede beleent.
  • Regest 0001/171
    Jan van Heemsteede Gerytsz oorkondt dat hij met toestemming van de hertog van Bourgondië het ambacht van Benthuizen met de hoge en lage heerlijkheid en de tienden heeft verkocht aan Cornelis van Dorp. Hij ontslaat de baljuw, schout, bode, gezworen dienaars en ingezetenen van de eed aan hem gedaan.
  • Regest 0001/172
    Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij in overleg met de gemene vroedschap met het klooster van St. Margarete in de Hofstraat, nonnen regularissen van de orde van St. Augustijn, een regeling hebben getroffen betreffende de goederen die zij mogen hebben en de erfenissen die zij mogen ontvangen.
  • Regest 0001/173
    Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij met het klooster van St. Marie op de Gouwe, nonnen regularissen van St. Augustijns orde, hebben geregeld wat het klooster zal mogen ontvangen en erven.
  • Regest 0001/174
    Hertog Philips van Bourgondië oorkondt dat de stad Gouda te kennen heeft gegeven dat zij gaarne wil voldoen aan het verzoek van zijn zoon om in de plaats van het Haastrechtse veer een wagenbrug te maken, mits haar ter tegemoetkoming in de kosten en wegens het derven van veerrechten het recht wordt gegeven om tol te heffen. Hij geeft de stad toestemming om een brug over de IJssel boven de kerk van Haastrecht te leggen en daarop hetzelfde tarief toe te passen als voor het veer geldt, onder voorwaarde dat de schepen daardoor kunnen varen zonder de masten te strijken.
  • Regest 0001/175
    Schepenen van de stad Haastrecht oorkonden dat Aernt Scijf Gijsbrechtsz aan de stad Gouda verkocht heeft het erf tussen zijn gevel en het huis van Jacob Allairtsz, van het midden van de straat tot de wilgen aan de IJssel, langs het erf genaamd de Veerstal, onder voorwaarde dat dit erf onbebouwd zal blijven en dat er een goot zal mogen liggen van zijn huis naar de IJssel, onder verband van het huis waarin hij woont (O = Adriaen Adriaensz; W = de stad Gouda).
  • Regest 0001/176
    Notaris dr. Adrianus Walteri Gherardi, priester, verklaart op verzoek van de burgemeester van Gouda Heynricus Alberti dat de rentmeester van de domeinen - die van de hertog van Bourgondië opdracht ontvangen had om het recht van makelaardij van het koren niet meer te verpachten, maar zelf te innen -, van Geryt die Bruyn en Jan Dircxz, vennoten, voor 59 hoed haver, van Govert die Bruyn voor 48½ hoed haver, van Wibrant Gerytsz voor 35 hoed haver, van Jan Gerytsz voor 29 hoed gerst en van Geryt Ghijsenz. voor 48 hoed tarwe een halve braspenning per hoed geëist heeft, waartegen de burgemeesters en schepenen van Gouda zich verzet hebben omdat de poorters nooit recht van makelaardij van koren hebben betaald.
  • Regest 0001/177
    Hertog Karel de Stoute bevestigt alle handvesten die zijn voorvaderen en hij aan de stad Gouda gegeven hebben.
  • Regest 0001/178
    Het Hof van Holland, uitspraak doende in het proces tussen de procureur-generaal van Holland en de stad Gouda over de boeten als bedoeld in de oorkonde van 23 december 1451 (inv.nr. 0001. 453) en het recht van makelaardij, ontzegt, wat de boeten betreft, de eiser zijn eis, en veroordeelt, wat de makelaardij betreft, de stad, om dat recht aan de graaf te voldoen tot zij met bescheiden kan aantonen dat dit recht haar gegeven is.
  • Regest 0001/179
    Hertog Karel de Stoute bekrachtigt de minnelijke schikking tussen de stad Gouda en Gherart van Blois van 27 augustus 1471, waarbij overeengekomen is, dat de brug te Haastrecht voor rekening van de stad verplaatst zal worden naar Gouda, dat de stad gedurende 14 jaren de opbrengst zal genieten mits betalende aan Gherart van Blois 100 Leeuwen van dertig stuivers per jaar; dat de stad van Gherart voornoemd in erfpacht zal ontvangen het veer over de IJssel voor Gouda tegen betaling van 127 Leeuwen per jaar, losbaar met de penning 20, en dat na 14 jaren de brug in goede staat aan Gherart zal worden opgeleverd.
  • Regest 0001/180
    Schout, burgemeesters, schepenen en raad van Haarlem oorkonden dat zij met het stadsbestuur van Gouda zijn overeengekomen om elkanders poorters vrij te stellen van het recht van exue.