Regesten uit het Archief van de stad Gouda

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Regest 0001/121
    Lodewijck van Treslong bekrachtigt de verkoop van het land van Stein door zijn broeder Jan aan de stad Gouda.
  • Regest 0001/122
    Hertog Philips van Bourgondië geeft de stad Gouda toestemming om de reiskosten van de vertegenwoordigers van Gouda in de vredesdelegatie naar Engeland, ten bedrage van 66 gouden Engelse nobels, in mindering te brengen op het aandeel van de stad in de bede.
  • Regest 0001/123
    Georgius, bisschop van Vich, geeft op verzoek van de burgemeesters van Gouda de elect van Utrecht opdracht om het klooster van de minderbroeders te Gouda te hervormen naar het voorbeeld van het klooster van St. Omer, het te stellen onder het decreet van het concilie van Konstanz, en de broeders van slecht gedrag te vervangen door broeders van St. Omer.
  • Regest 0001/124
    Johan van Uutkerc, ridder, kastelein en kapitein te Gouda, erkent dat de schout telken jare na het afleggen van zijn rekening van het schoutambt ten hove de helft van de boeten aan de stad Gouda moet uitkeren, zoals dat reeds ten tijde van Johan bastaard van Blois het geval was. Voorts belooft hij dat hij bij overtreding van de keuren op de neringen niet zal schikken tenzij met toestemming van het gerecht, en dat hij zal bevorderen dat het ambt door één schout tegelijk bediend wordt.
  • Regest 0001/125
    Johan van Zulen en van Natewissch oorkondt dat hij Roedolff Gerytsz die Vrijenz een tiend in het land van Stein tussen de dijk en de Willens, gemeen met de stad Gouda, tot een recht erfleen gegeven heeft.
  • Regest 0001/126
    Burgemeesters, schepenen, raden en rectoren oorkonden dat zij van de deken en het kapittel van St. Salvator te Utrecht de heerlijkheid Stein, met de broektienden, cijns en gerecht, gelegen tussen Hekendorp, de IJssel, de vrijheid van Gouda en de Reeweg, met het recht van voordracht van de baljuw of schout, voor twee oude Franse schilden per jaar tot een erfleen hebben ontvangen.
  • Regest 0001/127
    Willem van Bezoyen, Adaem van der Duyn en Willem van Gent oorkonden dat in hun tegenwoordigheid Roelof van Haastrecht ten behoeve van zijn zoon Wouter afstand heeft gedaan van het veer van Haastrecht en de visserij op de IJssel aldaar.
  • Regest 0001/128
    Philips van Bourgondië oorkondt dat Roelof van Haastrecht, die zo oud en ziek is dat hij niet reizen kan, gecompareerd is voor de leenmannen Willem van Besoyen, Adriaen van der Duyn en Willem van Ghent, om ten behoeve van zijn zoon Wouter van Haastrecht afstand te doen van het veer te Haastrecht en de visserij in de IJssel tussen de Gouwe en de Wierickesloot, welke lenen behoren tot de heerlijkheid van Arkel. Hij geeft deze goederen aan Wouter voornoemd tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar witte handschoenen.
  • Regest 0001/129
    Hertog Philips van Bourgondië verklaart na een onderzoek door de baljuw van Rijnland dat het ambacht van de Vrije Hoeve in het land van Stein tot het grondgebied van het Sticht behoort en daarom bedevrij is.
  • Regest 0001/130
    Schepenen oorkonden dat Geryt Pauwensoen verklaard heeft dat broeder Dirck Dircxsoen, priester van de regulierenorde, eigenaar is van een rentebrief groot 40 schellingen per jaar (inv.nr. 0001. 2696), tot meerdere zekerheid waarvan hij het huis dat hij bewoont aan de Westhaven (Z = Willem Pieter Baertsz; N = Claes Hugensz) verbindt.
  • Regest 0001/131
    Schout en schepenen oorkonden dat Geryd Paeuwenz bij een panding gewonnen heeft het erf afkomstig van Geryd Claesz tussen het huis van Jan Jacobsz en de dwarssloot in Tevencoep (W = de erfgenamen van Hagen Roelofsz; O = Jan Wittensz).
  • Regest 0001/132
    Burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij met toestemming van de gemene vroedschap de landgenoten en buren van het land van Stein het tijnsrecht hebben verkocht.
  • Regest 0001/133
    Paus Eugenius IV herroept alle overeenkomsten van de Observanten met de stad Gouda enerzijds, en van de Conventuelen met de pastoor van Gouda anderzijds, en stelt het Observantenklooster onder de rechtsmacht van de generaal der familia ultramontana en de vicaris van de Keulse provincie.
  • Regest 0001/134
    Hertog Philips van Bourgondië bepaalt dat de familieleden van beide partijen bij doodslag of kwetsing in zijn landen van Holland en Friesland zes weken lang de vrede moeten bewaren en dat de keuren dienaangaande hiermede in overeenstemming gebracht moeten worden. Tevens brengt hij het recht van zeventuig op eenparige voet.
  • Regest 0001/135
    Hertog Philips van Bourgondië, uitspraak doende in een geschil tussen Dordrecht en enige steden en dorpen van Noord-Holland en Friesland, regelt voor de tijd van vijf jaren het stapelrecht van Dordrecht.
  • Regest 0001/136
    Hertog Philips van Bourgondië oorkondt dat Jan van Treslong, kanunnik van Oudmunster te Utrecht, afstand heeft gedaan van een kamp land genaamd Kalverenbroek bij het land van Stein ten behoeve van Raes van Treslong, zoon van zijn broeder Lodewijk; dat hij Raes voornoemd hiermede beleend heeft en dat diens vader Lodewijk daarvoor manschap heeft gedaan onder voorwaarde dat Raes zelf manschap zal doen zodra hij mondig is, en onder voorbehoud dat heer Jan de lijftocht die hij aan Kalverenbroek heeft zal blijven genieten.
  • Regest 0001/137
    Hertog Philips van Bourgondië belooft de stad Gouda uit de opbrengst van de vreemde - en hopaccijnzen schadeloos te stellen voor de te zijnen behoeve verkochte lijfrenten ten bedrage van 500 £ van 40 groten Vlaams per jaar.
  • Regest 0001/138
    Hertog Philips van Bourgondië verleent de Minderbroeders van de observantie van de orde van St. Franciscus in de conventen van Mechelen, Antwerpen, Gouda, Leiden, Delft en Alkmaar zijn bescherming.
  • Regest 0001/139
    Burgemeesters, schepenen en raad bevestigen de privileges van het land van Stein; zij geven keuren op het mestrekken, de schouw van waterschappen, dijken en sluizen, en de ambten van schout en heemraad.
  • Regest 0001/140
    Burgemeesters, schepenen en raad geven een vidimus van de akte van 31 november 1449.