Gegevens & afbeeldingen » Regesten uit het Archief van de stad Gouda

Objecten

• Regest 0001/101
  Gravin Jacoba van Beieren geeft de stad Gouda de navolgende voorrechten. 1. De inwoners van Moordrecht, Nieuwerkerk, Capelle, Zevenhuizen, Waddinxveen, Boskoop, Middelburg, Sluipwijk, Reeuwijk, Zwammerdam, Bodegraven, Haastrecht, Stolwijk, Berg en Bergambacht kunnen tegen betaling van 2 Beierse guldens jaarlijks aan de grafelijkheid en 1 Beierse gulden per jaar aan de stad landpoorter van Gouda worden, en zullen dan alle voorrechten van Goudse poorters genieten. 2. De poorters zullen jaarlijks, zoals reeds gebruikelijk was, 4 tresoriers mogen belasten met het beheer van de inkomsten en de uitgaven van de stad. 3. De poorters die Gouda verlaten hebben of zullen verlaten, zullen vrij mogen terugkeren en beschermd worden, behoudens de vonnissen door schepenen tegen hen gewezen. 4. De poorters die zonder tolbaar goed haar tollen voorbij varen, kunnen volstaan met hun zeilen te strijken en te roepen "oirlof" zonder aan te leggen.
• Regest 0001/102
  Hertog Philips van Bourgondië, ruwaard van Holland, bevestigt alle handvesten die hertog Willem van Beieren en zijn voorouders aan de stad Gouda gegeven hebben.
• Regest 0001/103
  Philips van Bourgondië belooft dat hij het gerecht van de stad niet weder tegen haar privileges zal verzetten.
• Regest 0001/104
  Schepenen oorkonden dat Herman Jansz, Walich Pietersz, Baertout Dircsz en Evert Kerstantsz, dekens van St. Joostgilde, samen met de pinnes en straatarbeiders (turf- en zakkendragers) verklaard hebben afstand te doen van hun kapel en gasthuis op de Korte Gouwe op de hoek van Groenendaal ten behoeve van Dirc Jacobsz, Kerstant Claesz, Jan Aryaensz, Pieter Jansz en de buren, onder voorwaarde dat oude, arme of zieke pinnes en straatarbeiders in het gasthuis worden opgenomen.
• Regest 0001/105
  Hertog Philips van Bourgondië geeft de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda, tot verhaal van de door hen betaalde door de grafelijkheid in Vlaanderen en Brabant en aan de heren van Egmond verschuldigde lijfrenten, de opbrengst van de grafelijke beden in Noord-Holland.
• Regest 0001/106
  Hertog Philips van Bourgondië garandeert de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda terugbetaling uit de bede van het geld dat zij ten laste van enige steden en dorpen hebben voorgeschoten.
• Regest 0001/107
  De inhoud is gelijk aan die van het voorgaande regest.
• Regest 0001/108
  Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij met de gemene vroedschap hebben bepaald dat van degenen die in het gerecht gezeten hebben het lot dertien personen zal aanwijzen die vier tresoriers zullen kiezen, alsmede twee sleutelbewaarders van de kist met handvesten in de kerk.
• Regest 0001/109
  Geryt van Zuylen van Natewissch oorkondt dat hij Geryt die Vrije een tiend in het land van Stein, tussen de dijk en de Willens, gemeen met heer Jan die bastairt van Beloeys, tevoren bezeten door Wouter Koyfaes gegeven heeft tot een recht erfleen, te verheergewaden met een pond gengevaers (gingebare?).
• Regest 0001/110
  Adriaan van Treslong, ridder, heer van Fryeres le Petyt, oorkondt dat hij afstand heeft gedaan van alle aanspraken op de nalatenschap van zijn vader heer Jan de bastaard van Blois, heer van Treslong.
• Regest 0001/111
  Heer Wilem die Roever van Montfoort, ridder, oorkondt dat hij zijn neef Gheryt die Vrije een rente van een halve frank op de helft van de Sijp (= Rijp?) tienden bij Gouda, die Geryt voornoemd samen met heer Jan die bastaert van Beloeys houdt van Geryt van Zulen van Natewissch, verkocht heeft.
• Regest 0001/112
  Schepenen oorkonden dat Vreric Claesz en Willam Gerydsz Splinter Bouwensz vrijwaring beloofd hebben voor het huis in de Spieringstraat zuidwaarts van de minderbroeders, dat Vreric voornoemd hem verkocht heeft, onder verband van het huis dat Vreric bewoont in de Naaierstraat naast coman Claes Claesz, van zijn twee huizen in Tevencoep naast coman Claes Claesz voornoemd, van zijn huis in Oudelle naast Jannes de goudsmid, van zijn helft van het huis in Groenendaal naast Jacob Ghijsbrechtsz, en van het huis van Willem voornoemd in Groenendaal naast Doe Woutersz
• Regest 0001/113
  Hertog Philips van Bourgondië beleent Jan van Treslong, kanunnik van Oudmunster te Utrecht, met een kamp land genaamd Kalverenbroek, dat hij geërfd heeft van zijn vader Jan de bastaard van Blois.
• Regest 0001/114
  Schepenen oorkonden dat Splinter Boudijnsz de stad Gouda vrijwaring belooft heeft voor het huis in de Spieringstraat zuidwaarts van de Minderbroeders, dat hij de stad verkocht onder verband van het huis dat hij bewoont aan de Oosthaven naast Symon Pietersz.
• Regest 0001/115
  Schout en buren van het land van Stein oorkonden dat Arent Dirck Bouwenssensz met toestemming van Jan van Treslong, heer van Stein, aan het convent van de regulieren in het land van Stein heeft overgedragen een viertel land in een weer bij de Veerstal, gemeen met Jan Allertsz, met Otte Borre van Amerongen en met Roemer Harmanssz (O = Claes Evertsz; W = de Veerlaan).
• Regest 0001/116
  Schout en buren van het land van Stein oorkonden dat Jan Allertsz met toestemming van Jan van Treslong, heer van Stein, aan het convent van de regulieren in het land van Stein heeft overgedragen een viertel land bij de Veerstal, gemeen met voornoemde regulieren, met Otte Borre van Amerongen en met Roemer Hermansz (O = Claes Everaetsz; W = de Veerlaan).
• Regest 0001/117
  Johan van Treslongh, kanunnik van Oudmunster te Utrecht, heer van Stein, geeft de regulieren aldaar toestemming om twee paar zwanen te houden en om een zijl door de dijk te leggen.
• Regest 0001/118
  Johan van Treslongh, kanunnik van Oudmunster te Utrecht, heer van Stein, geeft de regulieren toestemming om te wonen in het land van Stein, onder bepaling dat zij aldaar hoogstens zes hoeven land mogen bezitten, die aan het buurrecht onderworpen zullen blijven, en onder voorwaarde dat zij voor dit voorrecht jaarlijks 2 lood zilver betalen en twee paar zwanen onderhouden.
• Regest 0001/119
  Hertog Philips van Bourgondië, geeft Jan van den Zevender tot een erfleen de navolgende leengoederen, die zijn grootvader Jan van Almeloe heeft gehad: een tiend van 5 hoeven land in het land van Stein (O = de Robrooker watering; W = Otte Borre van Amerongen), tussen de IJssel en de Reeweg; de tiend van Broekhuizen tussen de Waddinxveense watering en het erf van Claes heer Jacobsz; de tiend van 25 morgen land aan de Oude Gouwe (O = Jan van Leeuwen; W = de scheiding van Bloemendaal); en de heerlijkheid van de Vrije Hoeve groot 58 morgen, met de tijnsen, in het land van Stein.
• Regest 0001/120
  Jan van Treslong, kanunnik van Oudmunster te Utrecht, oorkondt dat hij de stad Gouda heeft verkocht het land van Stein met alle rechten, heerlijkheden, hoge en lage tienden en tijnsen, overeenkomstig de omschrijving in de akte waarbij deken en kapittel van Oudmunster Jan Woutersz hiermee beleend hebben, en voorts de Veerlaan, het recht van zwanendrift en de renten die hij ten laste van de regulieren in het land van Stein bezit.