-
Regest 0001/21
Schepenen oorkonden dat Jan van den Bosche aan Henric Jansz de rente vermeld in de brief van 24 oktober 1365 (regest nr. 19) waardoor deze gestoken is, heeft verkocht.
-
Regest 0001/22
Schepenen oorkonden dat Jan Pietersz die scoemaker verklaard heeft schuldig te zijn aan Jan Ghijsbrechtsz een rente van 1 £ Hollands per jaar op zijn huis in Hontscoep (W = Martijn de brouwer; O = Alijt, dochter van Pieter Hobbenz).
-
Regest 0001/23
Jan van Blois en Machtelt, hertog en hertogin van Gelre, geven de poorters van de stad Gouda tolvrijheid in de landen van Gelre en Zutfen.
-
Regest 0001/24
Jan van Chastillon, graaf van Blois, geeft zijn getrouwe luiden van Gouda de navolgende voorrechten: geen poorter zal voor doodslag of leemte borgtocht verkrijgen; geen poorter kan, indien hij getrouwd is of wettige kinderen heeft, meer dan de helft van zijn goederen verbeuren; en de poorters zullen niet meer maaggeld geven dan 5 schellingen Hollands van achterzusters- kinderen.
-
Regest 0001/25
Albrecht, ruwaard van Holland, geeft een vidimus van het vidimus van 29 juni 1335 en bekrachtigt het privilege van 19 juli 1272.
-
Regest 0001/26
Pouwels, heer van Haastrecht, belast een college van dijkgraaf en vijf heemraden met de schouw van de IJsseldijk van Haastrecht tot de Stolwijkersluis.
-
Regest 0001/27
Jan van Kastellon, graaf van Blois, oorkondt dat hij het land waar het bos gestaan heeft, heeft verkocht aan zijn knaap Dirc van der Goude, Dirc den P(oorter), Dirc Boterman, Outgher Gibensz, Willem Clais Backersz, Voppe Pietersz, Jan Tydemansz, Jan Rosensoen en Willem Louwerensz voor een jaarlijkse rente van één oud Frans schild per morgen, onder bepaling dat het land dijkvrij zal zijn, dat het een weg naar de Waddinxveense wetering zal hebben, dat het zal lozen op Waddinxveen, dat de schout van Gouda het schoutambt zal uitoefenen, en dat verkoop van land moet geschieden ten overstaan van de rentmeester, de schout en twee of drie ingelanden.
-
Regest 0001/28
Guy van Chastillon, graaf van Blois, belooft de stad Gouda te zullen vrijwaren voor de betaling van 3200 oude Franse schilden die hij Tonys Royer schuldig is en waarvoor de stad zich garant heeft gesteld.
-
Regest 0001/29
Schepenen oorkonden dat Willam Vredericxz verklaard heeft schuldig te zijn aan Dyrc Roeversz een rente van 8 schellingen Hollands per jaar op de oostelijke helft van het huis dat hij bewoont in Tevencoep (O = Lysbet Kerstantsweduwe).
-
Regest 0001/30
Guy van Chastillon, graaf van Blois, belooft de stad Gouda te zullen vrijwaren voor de betaling van 4000 Franken die hij de lombard van Dordrecht schuldig is, waarvoor de stad mede gezegeld heeft.
-
Regest 0001/31
Willem van Egmond, ridder, oorkondt, dat hij de poorters van de stad Gouda het recht heeft verkocht om veen te delven uit hun land in Zevenhuizen.
-
Regest 0001/32
Otte, heer van Arkel, oorkondt dat zijn neef Willem van Haastrecht in tegenwoordigheid van zijn mannen Heinric van den Rijn, Goeswiin Eghensz, Philips Scillijn en Anders Boel afstand gedaan heeft van zijn recht op het halve veer te Haastrecht. Hij beleent hiermede zijn neef heer Pouwels van Haastrecht, heer van Loen.
-
Regest 0001/33
Hertog Albrecht van Beieren bevestigt alle handvesten die zijn voorgangers en hijzelf aan de stad Gouda gegeven hebben.
-
Regest 0001/34
Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij in overleg met de gemene vroedschap aan Dyrc Noot hebben verkocht een rente van 22 schellingen Hollands per jaar op het huis van Gheryd die Vroede op de Gouwe, tussen Meeus Jansz en de Bergherstraat. Dit huis is afkomstig van Aecht Hermans.
-
Regest 0001/35
Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij Jan Aerndsz en zijn nakomelingen verpacht hebben de stadsvest tussen de steeg voor de oude Schuttersdoelen en het Hof voor de tijd van 33 jaren, om daarop te spinnen en met het recht om er een huis of loods te zetten mits 15 roeden van de stadsmuur.
-
Regest 0001/36
Hertog Albrecht van Beieren verklaart van de stad Gouda ontvangen te hebben 5000 Dordrechtse guldens voor hem en 500 Dordrechtse guldens voor zijn zoon Willem van Oostervant als boete terzake van hetgeen door de stad is misdreven in het ambacht van Waddinxveen.
-
Regest 0001/37
Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij Giiben Geerlofsz en zijn nakomelingen beloofd hebben dat de stad de IJsseldijk voor het molenwater tot de dijk van Dirc Boudekiin toe, eeuwigdurend zal onderhouden, en dat zij hem gegeven hebben de "zoetslagh" tussen zijn hofstede en de IJsseldijk om daarop te bouwen of te poten, onder voorwaarde dat hij de kade voor de zoetslagh onderhoudt.
-
Regest 0001/38
Hertog Albrecht van Beieren bevestigt op verzoek van de buren van Capelle zijn verordening van 1384, waarbij bepaald werd dat al het schotbare land schotbaar zou blijven en dat niet-schotbaar land komende in handen van een schotbaar persoon schotbaar zou worden.
-
Regest 0001/39
Guy van Chastillon, graaf van Blois, oorkondt dat hij de steden en het baljuwschap van Schoonhoven en Gouda het recht toekent om ingeval een poorter of inwoner een burger van de stad Utrecht doodslaat de zaak te zoenen inplaats van zijn lijf of goed verbeurd te verklaren. Ingeval een burger van de stad Utrecht een inwoner van het bovengenoemde gebied doodt, zal hij vogelvrij zijn. Deze voorrechten zullen van kracht blijven tot dat de stad Utrecht eensluidende bepalingen intrekt.
-
Regest 0001/40
Guy van Chastillon, graaf van Blois, oorkondt dat hij de stad Gouda eeuwigdurend heeft verpacht zijn plein en marktveld, om daarop te bouwen een halle, raadhuis, wanthuis en vleeshuis, maar meer niet, voor 40 schellingen Hollands per jaar en 300 oude Franse schilden ineens.