Gegevens & afbeeldingen » Regesten uit het Archief van de stad Gouda

Objecten

• Regest 0001/261
  Het Hof van Holland, uitspraak doende in het geschil tussen de gedeputeerden van Delft, Gouda, Rotterdam en Oudewater en het platteland onder deze steden, enerzijds, en de gedeputeerden van Woerden en enige Utrechtse dorpen anderzijds, betreffende de kering van het zeewater dat door de dijken van de Zuiderzee bij Amsterdam is gebroken, geeft de stad Gouda toestemming om de dubbele wetering en de Wiericke af te dammen totdat die van Woerden er in geslaagd zijn het zeewater te keren.
• Regest 0001/262
  Maximiliaan, keizer, en Karel, aartshertog van Oostenrijk, overwegende dat de uitvoer van Gouds bier ernstig benadeeld wordt door de zware accijnzen, bepalen, dat het Goudse bier niet meer belast mag worden dan het dubbelgebrouwen bier dat elders wordt vervaardigd, noch op een zekere prijs gesteld.
• Regest 0001/263
  Notaris Audmarus de Man instrumenteert het protest van de grossiers van het Hollandse kuitbier te Nieupoort tegen het verbod uitgevaardigd door de landhouders en keurheren van Veurnambocht om kuitbier duurder dan 9 penningen par. of 18 myten Vlaams per stoop te verkopen. Voorts hoe hij op 25 mei d.a.v. aan de keurheren van Veurnambocht insinuatie van dit protest heeft gedaan.
• Regest 0001/264
  Notaris Jan Bertijn verklaart dat op 19 december Willem van Huffele, oud ca. 74 jaren, Jan van der Hounen, oud ca. 60 jaren en Maertin van der Mote oud ca. 46 jaren, biervoerders te Brugge, op 22 december Kerstian van der Grave, oud 56 jaren en Hughe Botte, oud ca. 50 jaren, en op 23 december Philips Bruneel, oud ca. 50 jaren, op verzoek van Pieter Claissone, koopman van Gouda, verklaard hebben dat het in Brugge een oud gebruik is, dat de koopman van Hollandse kuit, aan de Speypoort van de stad aan de bierpachters 25 tonnen kuit, genaamd peilsticx, levert tegen betaling van 24 tonnen, en dat van 24 tonnen accijns wordt geheven.
• Regest 0001/265
  Keizer Maximiliaan en aartshertog Karel geven de rentmeester van Beoosterschelde in Zeeland opdracht bekend te maken dat het verboden is Goudse biertonnen te kopen en te gebruiken, of deze met ander dan Gouds bier te vullen.
• Regest 0001/266
  Keizer Maximiliaan en Karel, aartshertog van Oostenrijk, geven de stad Gouda toestemming om losrenten ten bedrage van 300 £ Vlaams per jaar, tot de penning 12, en lijfrenten ten bedrage van 600 £ Vlaams per jaar, te verkopen.
• Regest 0001/267
  Karel, prins van Spanje, bepaalt dat de verhoging van het aandeel van Gouda in de verponding geen afbreuk zal doen aan de betalingsregeling die werd getroffen toen ten tijde van zijn vader door de steden ten behoeve van Holland lijfrenten ten bedrage van 15000 £ Vlaams per jaar zijn verkocht.
• Regest 0001/268
  Karel, prins van Spaegnen, geeft de stad Gouda toestemming om los- en lijfrenten ten bedrage van 120 £ Vlaams per jaar te verkopen, de losrenten tot de penning 16, de lijfrenten op één of twee levens resp. tot de penning 8 of 10, om met de opbrengst de bede en andere schulden aan het land te voldoen.
• Regest 0001/269
  Burgemeesters, schepenen en raad van Dordrecht oorkonden dat Zuetman Florisz, Antonis Clementsz en Toen Rootbeen, poorters aldaar, onder ede verklaard hebben dat zij van de tresorier van Dordrecht vergoeding hebben ontvangen terzake zij met hun oorlogsschepen de heer van IJsselstein gedurende zijn reis naar Friesland zeventig dagen gediend hebben.
• Regest 0001/270
  Karel, koning van Castilië, vergunt de steden van Holland zeven maanden uitstel van betaling van de renten die zij ten tijde van de oorlog met Utrecht en Montfoort ten behoeve van het land hebben verkocht.
• Regest 0001/271
  Karel, koning van Castillien, geeft de stad Gouda toestemming om los- en lijfrenten ten bedrage van 300 £ Vlaams per jaar te verkopen.
• Regest 0001/272
  Karel, koning van Castillië, casseert de oude gewoonte dat een hand van een verslagene als stuk van overtuiging aan de naastbestaanden wordt gebracht. In plaats daarvan zal het gerecht een certificaat afgeven.
• Regest 0001/273
  Karel, koning van Castilië, beveelt zijn eerste deurwaarder om de baljuw van Bouchoute die in strijd met het uitstel van betaling van renten ten laste van het land dat hij op 3 juli 1516 aan de ingezetenen van Holland verleend heeft, enige poorters van Gouda gearresteerd heeft, te sommeren hen onmiddellijk vrij te laten.
• Regest 0001/274
  Karel, koning van Castillen, geeft de stad Gouda toestemming om lijfrenten tot een bedrag van 1600 £ Vlaams per jaar te verkopen, om met de opbrengst 800 £ losrenten ten laste van de stad te lossen.
• Regest 0001/275
  Karel, koning van Castillen, geeft de steden van Holland en jaar uitstel van de betaling van renten te hunnen laste.
• Regest 0001/276
  Karel, koning van Castillië, overwegende dat Feys Janssz, poorter van Gouda, zijn brouwerij heeft overgebracht naar Haastrecht en dat navolging hiervan de opbrengst van de accijnzen en de welvaart van Gouda zal benadelen, bepaalt dat langs de IJssel, tussen Oudewater en de monding, een halve mijl landinwaarts, geen bier mag worden gebrouwen tenzij dit van oudsher werd gedaan.
• Regest 0001/277
  Het Hof van Holland vergunt dat de vrouw van Jan van Ackere, hangende het geschil tussen Gouda en Brugge over de betaling van accijns van Gouds bier, tegen borgstelling van 50 £ op vrije voeten wordt gesteld.
• Regest 0001/278
  De raadslieden van de koning van Castilië publiceren de beschikking van de koning van 17 juli 1517.
• Regest 0001/279
  Karel, koning van Castilië, overwegende dat sinds enige jaren het klerkambacht van Gouda door de Rekenkamer verpacht wordt voor de tijd van 3 jaren, en dat dientengevolge de pachters onvoldoende tijd hebben om zich in de administratie in te werken, geeft de burgemeester van Gouda het recht tot voordracht van een bekwaam persoon om het ambt gedurende 20 jaren te pachten.
• Regest 0001/280
  Karel, koning van Castilië, overwegende dat de uitvoer van Gouds bier is verminderd, doordat de kwaliteit is achteruitgegaan, beveelt de burgemeesters, schepenen en raad de tegenwoordige dekens, hoofdmannen en keurmeesters van het brouwersgilde te ontslaan en in overleg met de baljuw en zes of acht notabele oud-brouwers nieuwe dekens, hoofdmannen en keurmeesters te benoemen en nieuwe keuren op de brouwerij te maken.