-
Regest 0001/221
Cornelis van Dorp, ridder, oorkondt dat hij de landscheiding die hij indertijd gekocht had opdat die van Hazerswoude geen doorvaart zouden kunnen maken ten koste van de vaart van Benthuizen, overgedragen heeft aan Cornelis Cruesing, ridder.
-
Regest 0001/222
Maximiliaan, Rooms koning, en Philips, aartshertog van Oostenrijk, geven de stad Gouda toestemming om los- of lijfrenten tot een bedrag van 200 £ Vlaams per jaar te verkopen.
-
Regest 0001/223
Schout en buurlieden van het ambacht van Moordrecht oorkonden dat de molenmeesters van de polder van Broekhuizen gelegen in dat ambacht verklaard hebben schuldig te zijn aan Pouwels Roeloffsz wonende te Gouda een rente van 7 gouden Rijnse gulden, losbaar met de penning 22.
-
Regest 0001/224
De burgemeesters van Gouda en Dirck Jansz, schout van Waddinxveen, oorkonden dat de landgenoten en buren van het Zuideinde van Waddinxveen en de landgenoten en buren van de Broek, Thuyl, de grote Nesse en de Korte Akkeren, zijn overeengekomen dat de burgemeesters van Gouda een commissie zullen benoemen voor het stichten van twee watermolens aan het zuideinde van de duiker, één toebehorende aan het Zuideinde van Waddinxveen, de ander toebehorende aan de Broek c.a. De burgemeesters van Gouda, de schout van Waddinxveen en de oude heemraden zullen jaarlijks 5 heemraden kiezen.
-
Regest 0001/225
Maximiliaan, Rooms koning, geeft de stad Gouda wegens de achteruitgang van de neringen voor de eerstvolgende tien jaren vrijstelling van de helft van de beden.
-
Regest 0001/226
Maximiliaen, Rooms koning, en Philips, hertog van Bourgondië, stellen Rommer Jacobsz aan tot baljuw en schout van Gouda, omdat Jacob van Cralingen die op 12 november 1490 tijdelijk belast was met de waarneming van het baljuwschap en schoutambt van Gouda, het te druk heeft met het kasteleinschap van Gouda.
-
Regest 0001/227
Burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat de Heilige Geest- meesters verkocht hebben aan de meesters van het altaar van St. Joris 1½ viertel land buiten Kort Haarlem (W = de collatiebroeders, O = Vrerick Adriaensz), onder voorwaarde dat deze tesamen met de Heilige Geest-meesters jaarlijks de pacht aan de armen zullen uitkeren. Dit land is gekocht uit de opbrengst van 2 viertelen land buiten Amersfoort op de hoek van de Bieskamp die tot dit doel door Jacob Paeuwensz en zijn vrouw Maritgen geschonken waren.
-
Regest 0001/228
De burgemeester van Gouda en de schout van Waddinxveen oorkonden dat zij op verzoek van de landgenoten van Waddinxveen en de buren van 't Zuideinde enerzijds, en de landgenoten met de buren van de Broek, het land van Thuyl, en grote Nesse en de Corteacker tot de IJsseldijk toe anderzijds, enige personen van beide zijden hebben gekozen die zullen zorgdragen voor de oprichting van twee watermolens aan het Zuid-Waddinxveen, en één voor rekening van de Broek en de andere genoemde landen, en dat zij jaarlijks met de oude molenmeesters voor elke molen twee molenmeesters, poorters van Gouda, en met de oude heemraden vijf heemraden, belast met het schouwen van de wegen, kaden en wateringen, waarvan twee poorters en één landman van het Zuideinde van Waddinxveen en twee poorters van de Broek en de andere genoemde landen, zullen aanstellen.
-
Regest 0001/229
Maximiliaan, Rooms koning, overwegende dat de landen van 't Zuideinde van Waddinxveen, van de Broek en van Thuyl door de heer van Blois zijn uitgegeven, sommige voor een kroon per morgen, en andere voor 5 stuivers per morgen, ten behoeve van een kapel te Gouda, en dat door wateroverlast deze landen zo zijn achteruitgegaan dat het dikwijls niet mogelijk is deze en andere lasten op te brengen, geeft toestemming om twee watermolens binnen de jurisdictie van Gouda op te richten om daarmede het water op de Gouwe te brengen.
-
Regest 0001/230
Maximiliaan, Rooms koning, en Philips, hertog van Bourgondië, vergunnen Rommer Jacobsz, baljuw en schout van Gouda om zijn ambt te doen waarnemen door een stedehouder.
-
Regest 0001/231
Maximiliaan, Rooms koning, en Philips, hertog van Bourgondië, verpachten Rommer Jacobsz, kastelein, baljuw en schout van Gouda, het schoutambt, dat hij tot dusverre op rekening bediend heeft, voor de tijd van negen jaren, ingaande 11 maart 1493, voor 150 £ Vlaams per jaar, onder verplichting om aan de stad Gouda de helft van de boeten uit te keren, en van zijn ontvangsten en uitgaven jaarlijks rekening te doen aan de Rekenkamer in Den Haag. Van hetgeen het batig saldo de pachtsom overtreft zal hij de helft uitkeren aan de grafelijkheid en de andere helft behouden. Zijn salaris van 100 nobels per jaar als kastelein zal hij behouden, evenals de visserij in het zijltje bij het slot te Gouda, maar de toelage van 50 nobels uit de criminele boeten vervalt.
-
Regest 0001/232
Jan Jansz, rentmeester van de grafelijkheidsdomeinen in het kwartier van Gouda, erkent de ontvangst van 72 Franse schilden wegens erfpacht van de vreemde bieraccijns, de botermarkt en de watertol, voor het jaar 1492.
-
Regest 0001/233
Rommer Jacobsz, kastelein van Gouda, oorkondt dat hij zijn rechten op het baljuwschap en schoutambt van Gouda overdraagt aan de stad Gouda.
-
Regest 0001/234
Maximiliaen, Rooms koning, stelt Jacob van Borsselen, ridder, aan tot kastelein van Gouda in plaats van Jacob Leeu, broeder en plaatsvervanger van wijlen Rommer Jacobsz, de vorige kastelein, onder voorwaarde dat hij van de weduwe van Rommer Jacobsz de vordering van Æ 2400,-- zal overnemen.
-
Regest 0001/235
Maximiliaan, Rooms koning, geeft Lodewijck van Treslong een kamp land genaamd Kalverenbroek, bij het land van Stein, dat deze geërfd heeft van zijn vader Raesse van Treslong, tot een erfleen.
-
Regest 0001/236
Maximiliaan, Rooms koning, geeft zijn eerste deurwaarder opdracht om het stadsbestuur van Amsterdam aan te zeggen dat het verboden is het Goudse bier zwaarder te belasten dan het ter plaatse gebrouwen bier.
-
Regest 0001/237
Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Utrecht oorkonden dat zij de poorters van Gouda Govert Dircxz, Dirck Jacobsz, Dirck Dirck Jacobsz, Aelbert Dircxz, Dirck Heymansz, Dirck van Eck, Jacob Goesensz en Gijsbert Florissz een vrijgeleide geven, ingaande 7 december 1495 en eindigende 6 januari 1496.
-
Regest 0001/238
Aartshertog Philips de Schone bepaalt op verzoek van burgemeesters, schepenen en raad van Delft, dat zijn deurwaarders de mandementen en provisiën moeten exploiteren en ten uitvoer leggen in alle zes grote steden van Holland volgens hun rangorde.
-
Regest 0001/239
Floris van Egmond, zoon van IJsselstein, heer van Sint Maartensdijk, verbiedt zijn onderdanen om de poorters van Gouda of hun goederen te arresteren wegens de achterstallige renten waarvoor die stad surseance van betaling heeft ontvangen, op voorwaarde dat de ingezetenen van zijn heerlijkheid op gelijke voet worden behandeld als de ingezetenen van Antwerpen, en dat in het bijzonder de vordering waarvoor heer Jacob van Amstel, priester, beslag heeft gelegd op de goederen van Pieter zeepzieder, wordt voldaan.
-
Regest 0001/240
Aartshertog Philips de Schone geeft de stad Gouda dezelfde rechten met betrekking tot uitstel van betaling van renten ten laste van de stad, als de steden Haarlem, Leiden en andere hebben ontvangen.