Regesten

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Regest 0001/141
    Schepenen oorkonden dat Jan Deyn beloofd heeft de St. Joostkapel op de Gouwe te zullen vrijwaren voor het halve erf op de Korte Gouwe, zuidwaarts van de kapel, dat hij aan de kapel verkocht heeft, onder verband van de andere helft.
  • Regest 0001/142
    Deken en kapittel van de kerk van St. Salvator te Utrecht geven de burgemeesters, schepenen, raden en bestuurders van de stad Gouda de cijns, het gerecht en de heerschappij van het land van Stein in leen.
  • Regest 0001/143
    Hertog Philips van Bourgondië geeft de stad Gouda het voorrecht dat een poorter bij doodslag niet meer verbeuren zal dan zijn leven en 60 £ van 40 groten.
  • Regest 0001/144
    Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij met de Regulieren in het land van Stein hebben bepaald wat het klooster zal mogen ontvangen en erven.
  • Regest 0001/145
    Hertog Philips van Bourgondië stelt op verzoek van de burgemeesters, schepenen en inwoners van Gouda de boeten op het plegen van gewelddadigheden vast en bepaalt dat de helft daarvan aan de stad Gouda zal komen.
  • Regest 0001/146
    Schepenen oorkonden dat Ghijsbrecht Geryt Paeuwenzoon en Jan Paeu Gerytsz, broeders, verklaard hebben schuldig te zijn aan broeder Dirc van Haastrecht, priester, regulier in het land van Stein, ten behoeve van de armen een rente van twee Engelse nobels per jaar op hun huis aan de Westhaven (N = voornoemde broeders; Z = Willem Pietersz).
  • Regest 0001/147
    Nicolaus, kardinaal en legaat van de heilige stoel, bekrachtigt de overeenkomsten die de kloosters van de orde van St. Franciscus in Brabant en Holland met de burgerij hebben gemaakt.
  • Regest 0001/148
    Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Utrecht oorkonden dat zij de poorters en inwoners van de stad Gouda vrijgeleide geven vanaf St. Jansdag decollacio (augustus 29) tot St. Valentijnsdag d.a.v. (februari 14).
  • Regest 0001/149
    Hertog Philips van Bourgondië, verleent Steven van der Zevender van den Wael de leengoederen, die zijn vader gehad heeft, overeenkomstig de akte van 5 december 1437 (reg. nr. 119).
  • Regest 0001/150
    Hertog Philips van Bourgondië, in aanmerking nemende dat het aantal voetboogschutters van de stad Gouda van 80 tot 100 is verhoogd, belooft ook de nieuw-aangekomenen jaarlijks als zij de papegaai schieten een reiger of vijf groten Vlaams te zullen geven.
  • Regest 0001/151
    Hertog Philips van Bourgondië, overwegende dat de pachters van de hopaccijns te Gouda het tarief, dat achtereenvolgens twee braspenningen of vijf groten Vlaams, vier lelyde plakken of 6 groten Vlaams, en 8 groten Vlaams per brouwsel bedroeg, eigenmachtigd verhoogd hebben, bepaalt de accijns op 8 groten Vlaams per brouwsel van 19 zakken mout, of meer naar verhouding van het aantal zakken mout dat verwerkt is.
  • Regest 0001/152
    Pouwels Roelofsz van Haastrecht verklaart geen aanspraak te zullen maken op het veer en de visserij te Haastrecht, die zijn vader bij zijn leven had gegeven aan zijn zoon Wouter.
  • Regest 0001/153
    Schepenen oorkonden dat Antonis Ghijsbrechtsz verklaard heeft schuldig te zijn aan Claes Jansz een rente van 1 £ Hollands per jaar op zijn erf met toekomstige opstallen aan de zuidzijde van de (Nieuwe) Haven (W = Pieter Jacobsz, O = Cornelis Meeusz).
  • Regest 0001/154
    Hertog Philips van Bourgondië geeft de stad Gouda, in ruil voor de verplichting die zij op zich heeft genomen om lijfrenten ten bedrage van 25 £ Vlaams per jaar voor de grafelijkheid te verkopen, de beschikking over de opbrengst van de vreemde accijns, de hopaccijns, het sluisgeld, de makelaardij en de waag.
  • Regest 0001/155
    Hertog Philips van Bourgondië oorkondt dat Wouter van Haastrecht afstand heeft gedaan van het veer te Haastrecht en de visserij in de noordelijke helft van de IJssel tussen de Gouwe en de Wyerincsloot, behorende tot de heerlijkheid van Arkel. Hij geeft deze goederen aan Jan Wouterszoon tot een onversterfelijk erfleen.
  • Regest 0001/156
    Schepenen oorkonden dat Dirc Claesz verklaard heeft schuldig te zijn aan Engel Foeyendr een rente van 1/2 £ Hollands per jaar op het huis waarin hij woont in de Lange Willemsteeg (O = de erfgenamen van Dirck Govert Hoensz; W = Jacob Kerst).
  • Regest 0001/157
    Wouter van Haastrecht doet afstand van eventuele aanspraken op onderzaten van de stad Gouda in het land van Stein. Zijn neef Jan van Haastrecht zegelt mede.
  • Regest 0001/158
    Jan Woutersz verklaart dat de grafelijkheid van Holland hem het veer van Haastrecht en de helft van de visserij in de IJssel verleend heeft ten behoeve van de stad Gouda, die deze lenen van Wouter van Haastrecht gekocht heeft.
  • Regest 0001/159
    Schepenen oorkonden dat coman Roel verklaard heeft schuldig te zijn aan Adriaen Jacobsz de tinnegieter een rente van een halve Engelse nobel per jaar op zijn huis in de Twijstraat (O = coman Jan die hoemaker; W = Huge Joestenz).
  • Regest 0001/160
    Burgemeesters, schepenen en raad bekrachtigen de overeenkomst van de hoofdlieden van de schutters met de uitvoerders van de uiterste wilsbeschikking van Jacob Paeuwenz., die voor de brand van 1438 een altaar en broederschap van het Heilig Sacrament had gesticht, betreffende de overname van het altaar, dat ook aan St. Joris gewijd was, voor de dienst van deze heilige. Zij bepalen dat één exemplaar van deze oorkonde en de door de zegelstaart daaraan gehechte eigendomsbewijzen van de renten en het land waarmede Jacob en zijn broer Gerijt het altaar begiftigd hadden, zal gelegd worden in de stadskist. Een ander exemplaar zal aan de Heilige geest gegeven worden (archief S. Janskerk, inv.nr. 0001. 86).