-
Regest 0001/81
Schout, burgemeesters, schepenen en raad benoemen meester Meeus Dyrcxz tot stadswerkman en stellen een instructie voor hem vast.
-
Regest 0001/82
Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat met hun goedvinden de kerkmeesters mr. Jan die goutsmit voor zijn leven hebben aangesteld tot organist en hem tevens hebben belast met het onderhoud van het orgel.
-
Regest 0001/83
Schepenen oorkonden dat Willem Ghijsbrecht Weyemansz verklaard heeft Jan Dirc Heymenz. 100 gouden Engelse nobels schuldig te zijn.
-
Regest 0001/84
Schepenen oorkonden dat Willam Ghijsbrecht Weyemansz verklaard heeft Jan die Hoyer 50 gouden Engelse nobels schuldig te zijn.
-
Regest 0001/85
Schout, schepenen en burgemeesters enerzijds en Heynrick van Naaldwijk, ridder, maarschalk van Noord-Holland, anderzijds, verklaren te zijn overeengekomen dat de poorters van Gouda in het ambacht van Groensvoord en in het tiendblok van Polyen veen mogen delven, mits betalende voor elke last van 9 roeden lang, 8 turven of vier matten breed en 8 turven diep 3 comantsgroten. Voor het delven tot een diepte van 6 turven of 2 spetelingen in het ongeroerde veen boven de Bakwatering zal niets verschuldigd zijn.
-
Regest 0001/86
De stadsbesturen van Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam, Gouda, Alkmaar, Hoorn, Rotterdam, Schoonhoven, Sint- Geertruidenberg, Heusden, Oudewater, Middelburg, Zierikzee, Reimerswaal en Goes stellen zich garant voor de verplichtingen die de vijf eerstgenoemde steden op zich genomen hebben jegens graaf Willem VI wegens zijn schuld aan Hendrik Jans van Egmond en diens broer Hendrik Willem.
-
Regest 0001/87
Kardinaal Jordanus, beschermer van de orde van de Minderbroeders, bekrachtigt de toestemming op 15 september door Bernardus Rupe, vicaris van de minister-generaal van de orde verleend aan Christianus Rolius om een klooster te stichten.
-
Regest 0001/88
Schepenen oorkonden dat Willem Coenraetsz verklaard heeft schuldig te zijn aan Griete, weduwe van Aernt Boelen, een rente groot 16 schellingen Hollands per jaar op zijn twee kamers en erven in Sprincwijk (Z = Griet Coenraetsdr, N = Willem voornoemd).
-
Regest 0001/89
Schepenen oorkonden dat Jacob Paeuwenz verklaard heeft schuldig te zijn aan zijn broeder Geryt een rente van 5 Engelse nobels per jaar op zijn aandeel in het huis waarin hij woont aan de Westhaven (Z = Pieter Jansz; N = Mije, weduwe van Dirc Bruunsz, en Airnt Gerytsz).
-
Regest 0001/90
Gravin Jacoba van Beieren belooft de steden Haarlem, Delft en Leiden, die lijfrenten tot een bedrag van 529 Engelse nobels per jaar voor haar hebben verkocht, en de steden Amsterdam, Gouda, Alkmaar, Rotterdam, Schiedam, Hoorn en Oudewater, die zich borg hebben gesteld, te zullen vrijwaren voor de betaling daarvan.
-
Regest 0001/91
Paus Martinus V geeft het stadsbestuur toestemming tot stichting van een klooster voor dertien minderbroeders, met kerk en kerkhof.
-
Regest 0001/92
Engebrecht, graaf van Nassau, en enige andere edelen stellen zich borg voor de betaling van lijfrenten ten bedrage van 2000 nobels per jaar, die de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda ten behoeve van de hertog en hertogin van Brabant gezegeld hebben.
-
Regest 0001/93
Schout, burgemeesters, schepenen en raad oorkonden dat zij met toestemming van de vroedschap aan Geryd Mathijsz het stenen harkier aan de stadsvest aan het einde van de Vogelenzang naast de Kleiwegspoort verhuurd hebben om daarop een windmolen te plaatsen.
-
Regest 0001/94
Notaris Ysebrandus de Wyringia instrumenteert dat de gardiaan van de minderbroeders Christianus Rolius en de overige minderbroeders enerzijds, en mr. Johannes Theoderici, rector van de parochiekerk, anderzijds, in tegenwoordigheid van Johannes bastaard van Blois, ridder, schout, burgemeesters, schepenen, rectoren en raden van de stad Gouda, de wederzijdse rechten en verplichtingen hebben geregeld.
-
Regest 0001/95
Notaris Ysebrandus de Wyringia, priester, instrumenteert de belofte van Christianus Rolius, gardiaan van het klooster van de orde van St. Franciscus te Gouda en de overige broeders, dat zij zullen leven volgens de regel van St. Franciscus, op straffe van door de eigenaars van het kloostergebouw daaruit te worden gezet.
-
Regest 0001/96
Hertog Jan van Brabant en zijn vrouw Jacoba van Beieren bevestigen alle handvesten die hun voorgangers en zij aan de stad Gouda gegeven hebben.
-
Regest 0001/97
Jacob, heer van Gaasbeek, Frank van Borselen, ruwaard, en Willem van Egmond, tresorier van Holland, vergunnen uit naam van hun heer, de hertog van Brabant, de poorters van Gouda om als vanouds vrij te varen door Holland en Zeeland.
-
Regest 0001/98
Schout, burgemeesters, schepenen en raad maken bekend dat zij in overleg met de gemene vroedschap een keur op het vrederecht hebben gemaakt.
-
Regest 0001/99
Gravin Jacoba van Beieren geeft de schutters van de voetboog te Gouda het voorrecht dat het onopzettelijk veroorzaken van letsel bij de oefeningen in de Doelen niet gestraft zal worden. Voorts kent zij de schutters ter tegemoetkoming in hun kosten jaarlijks 40 paar reigers uit het rentmeesterschap van de Goudse tol toe.
-
Regest 0001/100
Gravin Jacoba van Beieren geeft een vidimus van de oorkonde van 30 juni 1405 (inv.nr. 0001. 53) en bekrachtigt deze.