Gegevens & afbeeldingen » Regesten

Objecten

• Regest 0001/1
  Graaf Floris V oorkondt dat hij ridder Nicolaas van Cats gegeven heeft de vrijheid Gouda, lang 350 geerden vanaf het midden van de IJssel naar de broek, en breed 350 geerden, onder de volgende bepalingen. De poorters zullen in Holland tolvrijheid genieten. Bij manslag binnen de vrijheid kan een poorter die 10 £ Hollands borg stelt of voor dit bedrag goed is, niet in rechten worden aangesproken zolang het slachtoffer nog leeft. Een poorter voor manslag buiten de vrijheid mag niet buiten de vrijheid worden uitgewonnen. De poorters ontvangen het recht dat de poorters van Leiden hebben; zij zullen daar ter hofvaart gaan. Voorts is een voorwaarde dat de poorters vijf mannen zullen leveren voor de heervaart.
• Regest 0001/2
  Graaf Jan I oorkondt dat hij zijn land genaamd 's-Gravenbroek (W = Bloemendaal; O = de gracht van heer Russen; Z = de IJsselre liede of delfte; N = de ree van de heer van Brederode) in eeuwigdurende erfpacht heeft uitgegeven tegen betaling van 11 schellingen 6 penningen Hollands en één hoen per morgen per jaar van het reeds geoccupeerde land, groot negen hoeven, en van 12 schellingen Hollands en één hoen per morgen per jaar voor het overige land, en onder voorbehoud van het recht op de koren- en smaltienden. Tevens regelt hij het bestuur van dit ambacht en de verplichtingen van de buren.
• Regest 0001/3
  Graaf Willem III bepaalt het aandeel van de bewoners van de Nieuwenbroek in het schot op 30 schellingen per jaar en hun aandeel in de heervaart op één man. Zolang zij zelf geen kerk hebben zullen zij kerkelijk tot Sluipwijk behoren.
• Regest 0001/4
  Aernout, heer van Stein, en Margriete, vrouwe van Stein, oorkonden, dat zij Diderik Aelrasch en zijn nakomelingen het halve veer te Haastrecht en de visserij in de IJssel tussen de Gouwe en Wyerincsloet hebben gegeven tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar witte handschoenen.
• Regest 0001/5
  Bisschop Jan van Utrecht geeft een vidimus van het privilege van graaf Floris V van Holland van 19 juli 1272.
• Regest 0001/6
  Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, oorkondt, dat hij Willem, heer van Donghen, bastaard van heer Willam van Duvenvoorde, erfelijk beleent met 24 viertelen land in het ambacht van Capelle a/d IJssel, afkomstig van de heer van der Lecke, en de tienden aldaar die heer Willam van Duvenvoorde gekocht had van heer Jacob van Moordrecht. Voorts regelt hij de erfopvolging voor het geval heer Willem overlijdt zonder wettige kinderen na te laten.
• Regest 0001/7
  Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, oorkondt, dat heer Willem de bastaardzoon van heer Willem van Duvenvoorde met zijn toestemming 24 viertelen land te Capelle a/d IJssel met de tienden afkomstig van heer Jacop van Moordrecht bestemd heeft tot een lijftocht voor zijn vrouw Lisebeth van Boechout.
• Regest 0001/8
  Willem, graaf van Holland, oorkondt, dat hij Willem, heer van Donghen, bastaard van heer Willem van Duvenvoorde, beleent met de gerechten van Nieuwerkerk en Capelle a/d IJssel en het recht van de wijnroede te Dordrecht, alsmede met een tiendeke dat heer Willem van Duvenvoorde gekocht had van heer Jacob van Moordrecht, tot een recht leen. Voorts regelt hij de erfopvolging voor het geval de begiftigde overlijdt zonder wettige kinderen na te laten.
• Regest 0001/9
  Wilhelmus de Zonne, deken van de kerk van Sint Geertruidenberg, geeft een vidimus van de akten van 29 januari en 28 maart 1341.
• Regest 0001/10
  Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, oorkondt, dat hij zijn goede luiden van het land van Stein heeft toegestaan om het recht te behouden dat zij onder de heren van Stein hadden, namelijk het recht van het land van Woerden, maar in lijfstraffelijke zaken het recht van Noord-Holland. De schouw van dijken en waterschappen zal op dezelfde voet geregeld blijven, evenals het recht dat bij doodslag of vredebreuk geen borgtocht mag worden gesteld.
• Regest 0001/11
  Jan van Byaumont oorkondt dat hij zijn getrouwe luiden van de stad Gouda het recht van de wind, met inbegrip van twee windmolens met hun toebehoren, heeft gegeven voor 50 £ Hollands per jaar.
• Regest 0001/12
  Jan van Byaumont oorkondt dat hij de stad Gouda het privilege gegeven heeft dat de goederen van bastaarden die aldaar wonen zullen vererven als van wettig geborenen.
• Regest 0001/13
  Graaf Willem V schenkt de goede luiden van de stad Gouda tegen betaling van een som gelds vergiffenis voor de gewelddadige bevrijding van enige medepoorters die na een gevecht in Sluipwijk op het kerkhof waren gevlucht.
• Regest 0001/14
  Graaf Willem V verklaart van de stad Gouda door bemiddeling van zijn klerk Daniel ontvangen te hebben 400 brugse schilden van de 800 schilden die de stad schuldig is wegens de boete terzake van geweldpleging te Sluipwijk.
• Regest 0001/15
  Hertog Albrecht van Beieren, ruwaard van Holland, scheldt tegen betaling van 200 brugse schilden aan zijn zegelaar Peter Camerouwer de stad Gouda de boete kwijt die opgelegd was wegens de geweldadige bevrijding van de Gouwenaars die op het kerkhof van Sluipwijk gevlucht waren.
• Regest 0001/16
  Hertog Albrecht van Beieren geeft - in verband met het gebrek dat in de landen van zijn broer Willem heerst - zijn raden opdracht om een plan voor de verbetering van de Gouwevaart te ontwerpen.
• Regest 0001/17
  Hertog Albrecht van Beieren, ruwaard van Holland, geeft de goede luiden van Alphen tussen de Gouwsluis en Zwammerdam toestemming om een watergang tussen de Rijn en de IJssel te graven.
• Regest 0001/18
  Schepenen oorkonden, dat Jan Ruische verklaard heeft schuldig te zijn aan de kinderen van Jacob cuper, Jan, Willem en Symon, een rente van 5 £ Hollands per jaar op zijn huis aan de Gouwe (W = Jacob van Ghinekel, O = Reynwart), waarmee vervallen is een rente van 8 november 1358.
• Regest 0001/19
  Schepenen oorkonden dat Koen Dwinghelant verklaard heeft schuldig te zijn aan Delyane, dochter van Willam Tinout, een rente van 40 schellingen Hollands per jaar op zijn huis in de Koningstraat (Z = Zegher die wannemaker, N = Aert Pepelbier).
• Regest 0001/20
  Graaf Jan van Blois belooft de stad Gouda te zullen vrijwaren voor de betaling van 2400 Roesekijns mottoen, die hij van Michiel van den Zolre c.s. heeft geleend en waarvoor de stad mede gezegeld heeft.