Referentiedata

Collectie

Objecten

Geavanceerd zoeken
  • Karnemelksloot
    de aanvoer van karnemelk per schuit, bestemd voor de varkenshouderij binnen de stadsmuren. Dit vervoer geschiedde met zogenaamde karnemelkschouwtjes, die een ligplaats hadden bij de Tiendewegspoort. De wetering Karnemelksloot is gegraven op grond van een besluit van de vroedschap in 1579. De naam van het water is langzamerhand overgegaan op de straten ter weerszijden. De straat aan de noordkant werd in het begin van de 19e eeuw aangeduid als Karnemelkskade, de zuidzijde (de oude tiendweg naar het Land van Stein en de Willens) als Karnemelksweg.
  • Kees Fasensteeg
  • Kerkhof
  • Kerksteeg
    de functie van de weg, als toegangsweg tot de Sint-Janskerk.
  • Kleiwegsteeg
  • Kluizenaarskade
  • Koekelstokpoortje
  • Koepoort
    de toegang tot de kloosterboerderij, die hier in de zeventiende en achttiende eeuw was gevestigd.
  • Koestraat
  • Korte Geuzenstraat
  • Korte Groenendaal
    (vermoedelijk:) het groene aspect dat de straat vroeger heeft gehad: beplant met bomen, begroeid met gras, weinig gebruikt en laag liggend. Er is een theorie dat de naam verband houdt met de kolonisatie van de Gouwelan-den aan het eind van de dertiende eeuw door Kennemer boeren. De naam Groenendaal wordt namelijk ook tegenwoordig nog gebruikt in het Kennemerland voor een eeuwenoud landgoed. Erg waarschijnlijk lijkt dit echter niet.
  • Korte Noodgodssteeg
  • Korte Noodgodsstraat
    de kapel ter Nood Gods, die in de middeleeuwen aan de westzijde van de Haven heeft gestaan. De Noodgodskapel werd in 1380/1381 gesticht naar aanleiding van de verschijning van Onze Lieve Vrouw ter Nood Gods in het water van de haven. Van het uiterlijk van de kapel is weinig bekend. Vast staat dat zij een toren met uurwerk en klokken had. Aan het beeld van Maria met het dode lichaam van Jezus (Nood Gods) in de kapel kende men wonderdadige kracht toe, met als gevolg dat het voorwerp werd van bedevaarten. In 1576 is tot afbraak van de kapel overgegaan. Op de Nood-Godsbrug herinnert een bronzen reliëf van de beeldhouwer Cor Jong aan de kapel.
  • Korte Raam
    de lakenindustrie in dit stadsgedeelte. Zie Raam.
  • Korte Tiendeweg
    tiendweg, in dit geval het verlengde van de Haastrechtse Tiendweg, de oude verbindingsweg tussen Gouda en Utrecht. De straat liep aanvankelijk vanaf de Tiendewegspoort tot de Sint-Janskerk. Later is haaks op deze straat een verbinding gecreëerd met de Markt. Het oorspronkelijk deel kreeg de naam ‘Lange Tiendeweg’ en het nieuwere deel werd ‘Korte Tiende-weg’ genoemd. Eerst werd onder de Korte Tiendeweg begrepen het gedeelte tussen de Zeugstraat (de Bostelbrug) en de Markt. In de volksmond werd aan de Tiendeweg tussen de Bostelbrug en de Markt de naam Kromme Tiendeweg gegeven, omdat de straat uit twee haaks op elkaar staande gedeelten bestond. In de negentiende eeuw maakte men in officiële stukken het onderscheid tussen Korte en Lange Tiendeweg niet meer. In 1907 is er weer onderscheid gemaakt, waarbij alleen het deel van de Markt naar Achter de Kerk de naam Korte Tiendeweg kreeg.
  • Koster Gijzensteeg
    een veertiende-eeuwse koster van de Sint-Janskerk die hier woonde of eigendommen had.
  • Lange Geuzenstraat
  • Lange Noodgodssteeg
  • Lange Willemsteeg
    ‘Langhe Willem’, die in 1392 in de Keizerstraat woonde en vermoedelijk eigenaar van huizen ter plaatse was.
  • Lombardsteeg
    de Bank van Lening (Lombard of lommerd), die in de zestiende eeuw was gevestigd op de hoek van deze steeg en Achter de Vismarkt. Het woord lombard werd in de dertiende eeuw in de Nederlanden overgenomen uit het Frans, in de betekenis van bankier, pandhuishouder en in ongunstige zin ook woekeraar.