-
Rijksmonument 16788 - Woonhuis(K), Lage Gouwe 70, Lage Gouwe 70 A, Lage Gouwe 70 B
PAND met lijstgevel (XIX b). Deur met levensboom in het bovenlicht, schuiframen en stoeppalen met stangen.
-
Rijksmonument 16720 - Sociale zorg, liefdadigheid, Achter de Kerk 14
LAZARUSPOORT van het Bestedelingenhuis. Rijk versierd poortje, fungerend als toegangspoort tot de tuin van het voormalig Catharina Gasthuis.
Aan de achterzijde aangebracht het poortje van het voormalig St. Elisabethgasthuis: getoogde poortomlijsting met sluitsteen en daarboven reliëf van twee vrouwen met stadswapen. Bekronend driehoekig fronton met engelenkopje (XVIIc).
-
Rijksmonument 16960 - Werk-woonhuis, Peperstraat 11, Peperstraat 13, Peperstraat 15, Peperstraat 17, Peperstraat 19, Peperstraat 3, Peperstraat 7, Westhaven 6, Westhaven 7, Westhaven 8, Westhaven 9
PAND met lijstgevel (XVIII) met overkraagde verdiepingen. In de tweede verdieping schuiframen stijl XIXa. Het huis heeft een schilddak, evenwijdig aan de straat.
-
Rijksmonument 16915 - Woonhuis(K), Peperstraat 124
PAKHUIS (XVIII B) met zadeldak. In de gevel, die nog de oorspronkelijke pui heeft, kruiskozijnen met luiken.
-
Rijksmonument 517617 - Woonhuis, van Bergen IJzendoornpark 22
Inleiding
Het Van Bergen IJzendoornpark, vernoemd naar burgemeester mr. A.A. van Bergen IJzendoorn (overleden 1895), is in 1901 aangelegd. In 1899 kocht koopman en grutter A.J. Vos een terrein met huis aan de rand van het park, op de kruising van de Piersonweg en de Winterdijk. Zijn zoon A.J.J. Vos, papierfabrikant, sloopte de bestaande gebouwen in 1919. Vervolgens liet hij in hetzelfde jaar de Haagse architect J. Duynstee een nieuw WOONHUIS in een aan de Amsterdamse School-stijl verwante stijl ontwerpen. De naam van het huis, die staat vermeld op een tableau op de noordwestgevel, luidt Huize Elisabeth. In de noordoostgevel bevindt zich een zandstenen stichtingssteen met de tekst:"Den 21en april 1920 werd deze steen gelegd door A.J.J. Vos jr oud 12 jaren".
Het huis heeft onder meer als dokterswoning en voor de opleiding van verpleegkundigen dienst gedaan. Vermoedelijk is aartsbisschop Simonis hier geboren. De beelden met de lachende leeuwen bij de entree zouden verwijzen naar de verhouding van de opdrachtgever met de toenmalige buren wonend in 'Villa Honk' op Van Beveringhlaan 38. De leeuwen lachen de buren uit, omdat de nieuwe villa hun uitzicht over water en park belemmert. Het terras aan de zuid-westzijde is over het water langs de Winterdijk gebouwd.
De oorspronkelijke lichtarmaturen in hal, salon en eetkamer behoren bij het huis en gaan over van eigenaar op eigenaar.
N.B. Alle vensters en serre/balkondeuren zijn voorzien van voorzetramen.
Omschrijving
Het huis is vanuit een nagenoeg rechthoekige plattegrond uit baksteen in kruisverband opgetrokken en bestaat uit een souterrain, twee bouwlagen en een kapverdieping onder een met rode Hollandse pannen gedekt schilddak; op ieder dakschild bevindt zich een met pannen gedekte dakkapel voorzien van meer-ruits draairamen. In het midden van de nok bevindt zich een gemetselde schoorsteen. Het dak heeft rondom een forse dakoverstek, dat voorzien is van een houten goot en gootlijst.
De naar de Piersonweg gekeerde, drie traveeën brede symmetrische voorgevel (noordoost) bevat in het midden de uitgebouwde entree, waarvan de fors uitkragende luifel boven het portiek is voorzien van een met pannen gedekt half schilddak en een houten lijst. Op het dak van de luifel zijn aan weerszijden zuiltjes gemetseld versierd met zandstenen sculpturen, die grijnzende leeuwen voorstellen. Voor de entree bevindt zich een gemetselde stoep met vijf treden, voorzien van een vloer met rode en turquoise tegel. Aan weerszijden van de stoep zijn muurtjes gemetseld met houten bloembakken. De blankgelakte voordeur is in Amsterdamse Schoolstijl gedetailleerd en voorzien van twee zeshoekige ruiten. De deur heeft twee zijlichten, die voorzien zijn van gekleurd glas-in-lood en een hardstenen onderdorpel en neuten. De zijlichten hebben dubbele, bakstenen lekdorpels. Er is een hardstenen brievenbus geplaatst. Boven de entree bevinden zich de vier glas-in-loodramen van het trappenhuis. Rond deze ramen is de gevel decoratief uitgemetseld. Aan weerszijden van de entree bevindt zich een rechtgesloten kruisvenster met vier-ruits bovenlicht en op de verdieping twee gekoppelde, rechtgesloten acht-ruits ramen. De twee keldervensters (links en rechts) hebben vier-ruits klapramen met diefijzers en koekoeken. Deze rechtgesloten vensters worden afgesloten met een dubbele, vertikale streklaag.
De symmetrische zuidwestgevel aan de Winterdijk is eveneens in drieën delen verdeeld. In het midden bevindt zich de serre met daarboven het balkon. De bakstenen gevels zijn bij de serre, het balkon en op de hoeken op decoratieve wijze uitgemetseld. In het midden bevindt zich de serre-uitbouw in de vorm van een halve achthoek. De serre bestaat volledig uit ramen met bovenlichten en in het midden dubbele openslaande terrasdeuren. Aan weerszijden van de serre bevinden zich eveneens dubbele, openslaande terrasdeuren met zijlichten en bovenlichten. De onderdorpels en neuten zijn alle uitgevoerd in hardsteen. De rollagen bestaan uit een staande strekken. Bij het balkon zijn drie vensters, met twee vaste ramen en één draairaam, gerealiseerd. Aan weerszijden zijn drie gekoppelde acht-ruits ramen aangebracht. Het terras grenzend aan de zuidwestgevel is - in decoratief metselverband - over het water heengebouwd. Rond het terras is een muur gemetseld, die met de gevels verbonden is, en voorzien is van 'torentjes' waarop koperen lantaarns zijn geplaatst.
De zuidoostgevel bestaat uit een rechter deel met een (neven)entree en een risalerende linker travee. De entree bestaat uit een gemetselde stoep met muurtjes en houten bloembakken, een deur en een houten luifel met plat dak. De deur heeft zes ruiten en zijlichten met gekleurd glas en een diefijzer. Boven de luifel bevinden zich vier twee-delige ramen, waarvan de lateien bestaan uit twee uitgemetselde lagen met verticale strekken. Op de verdieping zijn evenzo gedetailleerde ramen aangebracht met in het muurvlak ertussen decoratief metselwerk. In het risalerende deel - met stapsgewijs risalerende, decoratief gemetselde hoeken - bevinden zich op souterrain-niveau drie kelderramen en op de eerste en tweede laag drie ramen. Alle ramen hebben bakstenen lekdorpels. De dakkapel is uitgerust met twee zesruits-ramen. In het linkerdeel van de noordwestgevel zijn op souterrain-niveau drie klapramen met koekoeken en diefijzers, in de eerste laag een langgerekt glas-in-lood venster en op de verdieping een tableau met de naam van het huis aangebracht. In het risalerende rechterdeel bevindt zich een serre-uitbouw met plat dak, gekoppelde ramen, dubbele openslaande tuindeuren en bovenlichten. Op de verdieping zijn drie ramen met bakstenen lekdorpels gerealiseerd.
In het INTERIEUR is ondermeer van belang de ruimte-indeling die volledig symmetrisch zijn: van het souterrain, dat zich onder het gehele huis bevindt, de twee woonlagen (bel étage en verdieping) tot en met de zolderverdieping. De entree met vestibule en hal ligt centraal in het pand. Aan de zuidwestzijde ligt een serre. Aan weerszijden van de serre liggen achthoekige ruimten, namelijk de eetkamer en de salon. Aan weerszijden van de grote hal liggen respectievelijk de keuken en een studiekamer. Op de verdieping ligt de rondom de vide lopende overloop centraal. Boven de serre liggen respectievelijk de badkamer en het balkon. Aan weerszijden daarvan liggen forse slaapkamers. Ook aan de noordoostzijde liggen slaapkamers links en rechts van de hal. Een zorgvuldig gedetailleerde houten scheluwetrap leidt naar de zolderverdieping, alwaar zich diverse slaapkamers, ook voor dienstboden, bevinden.
In het gave interieur bevinden zich onder meer stucplafonds met strak geometrische profiellijsten, paneeldeuren met origineel hang- en sluitwerk en zesruiten en gekleurd glas-in-lood bovenlichten in Art Deco stijl. De vestibule is voorzien van marmeren lambrizering, neuten en onderdorpels en voorts houten betimmering. In de volledig betimmerde hal bevindt zich een alkoof met een gemetselde schouw in decoratief verband en aan weerszijden daarvan houten banken. De vloer in de hal bestaat uit tegels in een decoratief verband in grijs, zwart en rood. In de hal bevindt zich een open, zorgvuldig gedetailleerd, volledig betimmerd trappenhuis met een houten bordestrap. De detaillering van trapbeschot, balustrade en trappalen is in Art Deco-stijl uitgevoerd. De trap is voorzien van houten handlijsten in koperen grepen. Het plafond bestaat uit cassetten. In de eetkamer bevinden zich onder meer drie (vier-ruits) glas-in-lood ramen met bloem- en vruchtenmotieven. In de salon bevindt zich een houten betimmering en een erker-achtige uitbouw (in de vorm van een halve zeshoek). In de serre ligt de originele eikenhouten vloer. De wand tussen hal en serre bestaat uit een deur met zijlichten, voorzien van ruiten met gekleurd glas en boven het geheel bovenlichten, voorzien van gekleurd glas-in-lood. In de kamer op de noordhoek bevindt zich een schouw in Art Deco-stijl en een houten betimmering tot en met de deurhoogte. De toilet tussen salon en deze kamer bevindt zich grotendeels in originele staat met een granitovloer, tegellambrizering en een porceleinen fonteintje. De keuken is voorzien van een granitovloer, granieten onderdorpels en neuten en een houten omlijsting van de voormalige schouw.
In het souterrain bevindt zich onder meer een wijnkelder met originele wijnrekken.
Waardering
Het woonhuis met bijbehorend interieur aan het Van Bergen IJzendoornpark 22 is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde.
- als representatief vroeg-20ste-eeuwse voorbeeld van een aan de Amsterdamse School verwante bouwstijl en -tijd en vanwege de karakteristieke detaillering en het materiaalgebruik.
- als voorbeeld uit het oeuvre van de Haagse architect J. Duynstee.
- vanwege de ligging in het Van Bergen IJzendoornpark en vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de overige bebouwing in het park heeft de villa stedenbouwkundige- en ensemblewaarde.
- vanwege de nagenoeg gave hoofdvorm, detaillering en interieur. Bovendien is de vrije ligging in het park en aan de Winterdijk onaangetast.
-
Rijksmonument 17000 - Werk-woonhuis, Achter de Vismarkt 1 H, Wijdstraat 25
PAND met tot tuitgevel gewijzigde trapgevel (XVII ?), waarvan de zijdekplaten bewaard zijn. Gepleisterd.
-
Rijksmonument 16990 - Werk-woonhuis, Westhaven 64
PAND met ingezwenkte gevel (XVIII B) onder rechte lijst.
-
Rijksmonument 517616 - Boezemgemaal, Schielands Hoge Zeedijk 71
Giebels, L., Waterbeweging rond Gouda van ca. 1100 tot heden, Hoogheemraadschap van Rijnland, Leiden, 1988; Provinciale Almanak voor Zuid-Holland 1997, Prov. Zuid-Holland, Samsom H.D. Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn, 1997.
-
Rijksmonument 16930 - Kerk, Turfmarkt 23
Vrij-Evangelische Gemeente. PAND met puntgevel met fronton (ca.1800). Spitsboogvensters; Empire deurpartij. Stoep met palen.
-
Rijksmonument 16835 - Woonhuis(K), Kuiperstraat 39
PAND uit de 17e eeuw met aan de voorzijde in de 19e eeuw gewijzigde en gepleisterde gevel met inzwenkende zijkanten en houten kroonlijst. Aan de achterzijde puntgevel met vlechtingen. Inwendig houtskelet en v.m.pijpenwinkel met 18e eeuwse houten binnenpui. In het achtergedeelte van het pand was een kaarsenfabriek gevestigd.
-
Rijksmonument 517602 - Schoolgebouw, Graaf Florisweg 64, Graaf Florisweg 64 a, Graaf Florisweg 64 b, Graaf Florisweg 64 c
Inleiding
In 1910 wordt de AMBACHTSSCHOOL voor Gouda en Omstreken opgericht. Begin jaren dertig ontwerpt de Haagse architect Jos Duijnstee een nieuwe behuizing voor de school met erfafscheiding en met bijbehorende conciërge woning in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid. De school verhuist in 1932 naar de Graaf Florisweg 64.
De tegeltableaus in het tochtportaal zijn in 1910-1935 en 1939-1940 vervaardigd door Goedewaagen en ontworpen door een toenmalige docent van de school, W. Hogervorst. Ook een deel van het glas-in-lood is van zijn hand. Dit glas-in-lood werd in 1932 door oud-leerlingen aangeboden.
N.B. Oorspronkelijk was boven de hoofdentree in getrokken ijzerwerk de naam 'Ambachtsschool' in Amsterdamse School-stijl aangebracht.
In 1997 heeft een renovatie/verbouwing plaatsgevonden, waarbij onder meer de interne indeling licht is gewijzigd. Hierbij is onder meer het rechter hoekpaviljoen en de (achter)kopgevel van de rechtervleugel verbouwd.
Omschrijving
Het nagenoeg symmetrische schoolgebouw is vanuit een H-vormige plattegrond opgetrokken en bestaat uit drie bouwlagen onder samengestelde schilddaken met overstek. Parallel aan de Graaf Florisweg ligt het hoofdvolume met aan weerszijden de vooruitspringende hoekpaviljoens en aan de achterzijde twee langgerekte zijvleugels. Op deze wijze is een groot binnenterrein aan de achterzijde van het hoofdvolume ontstaan. Het voorplein wordt door een erfafscheiding met hek afgesloten.
De betonnen skeletbouw heeft bakstenen gevels, waarbij zowel het vrij hoge trasraam als de overige delen in Noors verband zijn gemetseld. De dakoverstekken zijn uitgevoerd met houten bakgoten. De boven de dakvoet uitgemetselde gevels zijn afgesloten met grèsranden.
De schilddaken zijn gedekt met rode, verbeterde Hollandse pannen met op de nok een aantal bakstenen schoorstenen; de langsschilden van het hoofdvolume en de vleugels worden aan de achterzijde (binnenterrein-zijde) doorsneden door langgerekte, lage dakkapellen. In de kapellen bevinden zich reeksen vensters met samengestelde kozijnen. De gevels worden geleed door reeksen rechtgesloten vensters bestaande uit langgerekte, horizontale gevelopeningen, waarin samengestelde stalen kozijnen met meerdelige stalen ramen geplaatst zijn; deze ramen liggen vrijwel vlak in het gevelvlak, in ondiepe negge. De gevelpuien worden doorsneden door de betonnen, hier niet ommetselde kolommen van de constructie. Alleen bij de vensters, die zich ter hoogte van het trasraam bevinden zijn de kolommen ommetseld. Vaste ramen worden gecombineerd met klepramen. Door de variatie in dikte van de stalen roeden wordt de horizontaliteit sterk benadrukt. De lekdorpels bestaan uit smalle, nauwelijks uitstekende grèstegels.
De nagenoeg symmetrische voorgevel op U-vormige plattegrond bestaat uit het langgerekte middendeel van het hoofdvolume en de twee vooruitspringende hoekpaviljoens. Het middendeel valt op zijn beurt uiteen in een deel met reeksen vensters en aan weerszijden daarvan verticale, risalerende delen, waarin zich de entree en de trappenhuizen bevinden; deze geveldelen zijn alle - in verschillende hoogten - boven de dakvoet uitgemetseld.
Het middendeel van de voorgevel heeft drie vensterreeksen geplaatst tussen vertikale betonnen kolommen. De vensters op de eerste bouwlaag bestaan uit twee horizontale reeksen gevelopeningen, die doorsneden worden door een doorlopende, uitkragende, betonnen lijst: boven de lijst bestaan de vensters uit tien tweedelige ramen en onder de lijst uit driedelige ramen. Deze laatste ramen bestaan uit twee kleine delen aan weerszijden van een langgerekte grote ruit in het midden. Onder de lijst zijn de betonnen kolommen ommetseld en maken zo deel uit van het donkere trasraam. De tweede en de derde bouwlaag hebben vensters met vijftien tweedelige ramen - en geheel links negen. Links en rechts van dit middendeel bevindt zich een geveldeel onder een lager geplaatste uitkragende daklijst met in iedere bouwlaag verticaal geplaatste vensters met vaste ramen met een klappend deel. In de hogere verticale, risalerende delen bevinden zich langgerekte, smalle gevelopeningen, waarin stalen kozijnen met glas-in-lood geplaatst zijn. Rechts is het verticale accent het sterkst, omdat hier de hoofdentree geplaatst is en bovendien een hoge, zelfstandige traptoren (met uurwerk) is opgetrokken. Deze traptoren bestaat uit diverse inspringende onderdelen, die zelfstandig afgesloten worden met grèsranden en betonnen dekplaten. Bovendien bevindt zich decoratief getrokken ijzerwerk langs de gevels van de toren, dat in stijl herinnert aan de Amsterdamse School.
De entreepartij wordt overluifeld door een fors betonnen overstek, dat op betonnen consoles rust. De bakstenen stoep bestaat uit drie treden en wordt geflankeerd door een trapsgewijs aflopend muurtje. De deur is niet origineel.
De lagere, vooruitspringende hoekpaviljoens zijn nagenoeg symmetrisch. In de kopgevels, die afgesloten worden met een overstek, bevinden zich reeksen van drie vensters. In de eerste laag bestaan de vensters uit drie ramen (in het trasraam) onder een doorlopende lijst en daarboven drie samengestelde ramen, die doorsneden worden door de betonnen constructie. In de bovenste laag zijn de vensters smaller. De deur in het rechter paviljoen is niet origineel (aangebracht ter plekke van een venster). De binnengevels aan het schoolplein zijn boven de dakvoet opgetrokken. Er bevinden zich drie reeksen vensters, waarvan de onderste reeks onder een doorlopende lijst. De binnengevel van het linker paviljoen is recent voorzien van dubbele deuren.
De rechterzijgevel van het schoolgebouw bestaat van links naar rechts uit het hoekpaviljoen, het middendeel waarin een entree geplaatst is, en de ten opzichte van het middendeel iets inspringende, langgerekte zijvleugel. De gevel van het hoekpaviljoen is geleed zoals de binnengevel (aan het schoolplein). Het middendeel bestaat uit een risaliet van drie traveeën onder een dwarsgeplaatst schilddak; de middenas van de risaliet doorsnijdt het dak. Op de begane grond bevindt zich een entree aan een bakstenen stoep van twee treden met daarlangs een bakstenen muur en ter hoogte van de entree twee haaks geplaatste muurtjes; de entree met vensters is geplaatst onder een betonnen luifel, die over de gehele breedte van de risaliet doorloopt. Links daarvan is een dubbele deur geplaatst. In de oksel van de risaliet en de achtervleugel is een uitbouw van één laag met een plat dak gerealiseerd. Hierin zijn onder en boven een lijst vier vensters gerealiseerd. Het dak is afgewerkt met grèsranden. De gevel van de achtervleugel bevat langgerekte reeksen vensters, die afgewisseld worden door enkele verticale assen. Er is een - over vrijwel de gehele lengte doorlopend - dakoverstek. Van het middendeel tot de tweede as is de gevel geleed als de voorgevel; de gevel van de eerste as is lager opgetrokken. In de tweede as bevindt zich op de begane grond een dubbele deur. Vanaf de tweede as bestaan de vensters op iedere bouwlaag uit identieke reeksen gevelpuien. Een derde as - net als de eerste lager opgetrokken - sluit de gevel af.
De achtergevel van het hoofdvolume heeft een middenrisaliet. Aan weerszijden van deze risaliet bevinden zich op iedere verdieping reeksen horizontale vensters. De horizontale vensterstrips in de risaliet zijn ongeveer de helft van de standaard vensterhoogte en bevatten reeksen van vier tweedelige ramen.
De binnengevel van de rechterzijvleugel valt eveneens in drie delen uiteen. Rechts van het hoger opgetrokken externe trappenhuis bevindt zich een gevel zonder hoogteverschillen - met een doorlopend overstek. De gevelgeleding komt in grote lijnen overeen met de achtergevel. Er bevinden zich twee dubbele deuren. Een verticale as doorbreekt de horizontaliteit en bevat op de verdiepingen smalle vensters met enkele ramen. Links is een deel van de gevelpui vernieuwd met kunststofkozijnen en een nieuwe deur, die niet betrokken zijn bij de bescherming. Deze gevel is op de kop verlaagd. In deze laatste travee bevinden zich vensters met meerdelige ramen. De binnengevel van de linkerzijvleugel bestaat wederom uit drie onderdelen. Het eerste deel is een voortzetting van de gevelgeleding van de achtergevel van het hoofdvolume. Vervolgens is er een terugliggende, grotendeels blinde gevel. In het verlengde van deze vleugel staat een twee bouwlagen hoog voormalig gymnastieklokaal. Het schilddak heeft een overstek. De bakstenen gevel op de eerste laag is aan weerszijden van de reeksen met vensters opgetrokken tot onder de goot. De vijf vensters op de tweede bouwlaag zijn geplaatst in betonnen gevels. In de eerste laag bevinden zich drie dubbele deuren, die voorzien zijn van drie ruiten met horizontale roeden.
Het INTERIEUR van de school heeft de oorspronkelijke indeling grotendeels behouden. Het interieur bestaat uit een begane grond, twee verdiepingen en een zolder. De indeling van het hoofdgebouw op de begane grond is gewijzigd. Hier bevindt zich onder meer de directeurskamer, die met een houten lambrizering is uitgevoerd. Op de verdiepingen bevinden zich telkens drie lokalen. De zijvleugels hebben aan de binnenterreinzijde lange, doorgaande gangen waarlangs de lokalen liggen. De hal is voorzien van betegelde lambrizering, tegeltableaus en schilderingen (de laatste vanaf 1944 aangebracht). In de hal bevindt zich een halfronde, houten portiersloge. In het sobere trappenhuis valt met name het glas-in-lood in de traplichten op. Het glas verbeeldt de verschillende ambachten waarvoor de school opleidt.
Het plein voor de school wordt afgesloten door een ERFAFSCHEIDING bestaande uit een smeedijzeren hek tussen bakstenen pijlers en staande op een bakstenen plint. Het ijzeren entreehek met dubbele draaivleugels is geplaatst tussen twee hoger opgemetselde pijlers bekroond door een smeedijzeren lantaarn. Tussen de school en de woning bevindt zich eveneens een ijzeren hek met dubbele draaivleugels.
Waardering
De ambachtsschool met bijbehorend interieur en interieur is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde.
De school is van cultuurhistorisch belang als uitdrukking van een functie en een type school.
De school is van architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een bouwstijl en -tijd en vanwege de hoofdvorm, de detaillering en het materiaalgebruik.
De school heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de markante ligging - als vrijstaand complex - langs de Graaf Florisweg, de ruimtelijke relatie met de overige complexen aan deze weg en de ruimtelijk-functionele en visuele relatie van de school met de woning.
De school is nagenoeg gaaf in hoofdvorm, detaillering, materiaalgebruik en interieur.
-
Rijksmonument 517630 - Verkeersbrug, Westhaven 61
Inleiding
De over de Haven gelegen BRUG, genoemd 'Uiterste Brug', is in 1879 gebouwd ter vervanging van een draaibrug uit 1845. De grotendeels gietijzeren brug is vervaardigd doo de Haagse IJzergieterij 'De Prins van Oranje'. De brugdekken konden afzonderlijk van elkaar bewegen en zijn voorzien van boven het wegdek uitstekende kwadranten (kamwielen) voor het hefmechanisme, waarmee de vallen worden bediend; in de loop van de 20ste eeuw is de brug vastgezet. Tegelijkertijd zijn de contragewichten verwijderd.
De brug vormt één van de drie verbindingen tussen de Oosterhaven en de Westerhaven en is een verkeersbrug van het type dubbele bascule- of wipbrug.
De brug maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht van Gouda.
Omschrijving
De "beweegbare" brugdelen (vallen) liggen tussen aanbruggen, die rusten op vijf hoge, zich verjongende gietijzeren kolommen. Deze zijn door middel van eveneens gietijzeren consoles met de geknikte ijzeren balken van de aanbruggen verbonden. Zowel de hellende "beweegbare" delen (de vallen) als de niet beweegbare, minder hellende brugdelen (de aanbruggen) zijn voorzien van balustrades die zijn samengesteld uit tussen eenvoudige, gietijzeren balusters staande spijlenreeksen met rondboogfriezen. De kwadranten of kamwielen zijn onder meer ingevuld met vijf cirkels en zijn verbonden met metalen huizen van de bewegingswerken. Deze zijn bevestigd aan zware conische palen. Op de kaden aan weerszijden van de aanbruggen staan balustrades. Deze bestaan uit rijk versierde gietijzeren balusters, waartussen stangen zijn bevestigd. De brugdekken bestaan uit op ijzeren balken liggende planken.
Waardering
De dubbele basculebrug is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde.
De brug is (cultuur)historische van algemeen belang als een bijzondere onderdeel van een zeer oude infrastructurele voorziening en als een goed voorbeeld van een typologische ontwikkeling in de bruggenbouw.
De brug heeft architectuurhistorische waarde vanwege het voor de bouwtijd kenmerkende materiaalgebruik en de daarmee samenhangende vormgeving.
De brug heeft stedebouwkundige en ensemblewaarde vanwege de situering en de bijzondere visuele en functionele samenhang met de Haven en de overige bruggen over dit water.
De brug is bovendien van belang vanwege de herkenbaarheid en de redelijke gaafheid.
-
Rijksmonument 517611 - Bedrijfsruimte, Raam 28, Raam 30, Raam 32
Inleiding
BEDRIJFSRUIMTES van de Plateelfabriek uit 1913, bestaande uit een aantal panden langs de Raam. De panden zijn gebouwd in Traditioneel-ambachtelijke stijl; de gevels aan de Raam zijn in Neo-Renaissancestijl gebouwd.
Omschrijving
Drie aaneengesloten, dubbele panden van een bouwlaag opgetrokken in rode baksteen op een kleine plint die een halve steen is uitgemetseld. Het middelste pand heeft een samengesteld schilddak met drie dakkappellen waarop pironnen; de buitenste panden hebben elk twee topgevels in neo-renaissance stijl. Per pand een houten kruiskozijn met aan weerszijden twee smallere bovenramen; de twee onderramen kunnen met luiken worden afgesloten; twee panden hebben in plaats van het onderraam een deur. De gevelopeningen zijn geplaatst onder dubbele gemetselde rond- en segmentbogen.
Het linkerpand, nr.32, heeft twee in elkaar overlopende klokgevels met op beide hoeken een natuurstenen voluut en bij de inzwenking een hardstenen dekplaat. Tussen de klokgevels een siermuuranker.
In het middelste pand, nr.30, links een samengesteld venster (zoals boven beschreven) en rechts een dubbele stalen deur met twee bovenramen erboven en zijlichten aan weerszijden. Boven de gevelopeningen driehoekige sluitstenen en vier aanzetkopjes. In het muurwerk boven de vensters ruit- en cirkelvormig siermetselwerk. In het midden van de gevel een teruggemetseld gevelvlak met een tegeltableau met een voorstelling van een pottenbakker. Tevens een hardstenen gevelsteen waarop staat dat de eerste steen door Wilhelmina L.C. Hyong is gelegd in Maart 1918. De dakkapellen hebben houten daklijstjes op klampen; de zijgeveltjes zijn geschubd.
Het rechterpand, nr.28, heeft twee trapgevels en twee zadeldaken. In het muurwerk boven de vensters ruitvormig siermetselwerk. In de gevel zit een tegeltableau met afbeelding en het jaartal 1918. In de beide geveltoppen een vierruitsvenstertje, daarboven een klein nisje.
De linkerzijgevel heeft een reeks van acht getoogde boogramen. Houten kozijnen met twee vertikale roeden. Eenvoudige houten daklijst, reeks muurankers.
De achterliggende werkplaats is onderverdeeld in een kantoorruimte aan de straatzijde en in een open werkruimtes die door dakramen van het sheddak worden verlicht. Het dak heeft een houten dakconstructie die met gietijzeren kolommen wordt ondersteund. Op nr. 32 een kleine kantoorruimte, het vroegere laboratorium; daarachter het verflokaal. Op nr. 30 het mannenatelier en op nr. 28 het vrouwenatelier.
Waardering
De plateelfabriek is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een sierraadfabriek uit het begin van de 20ste eeuw; de fabriek heeft voor Gouda tientallen jaren grote sociaal-economische betekenis gehad.
De plateelfabriek is van architectuurhistorisch belang vanwege de eenvoudige baksteenarchitectuur en de bijzondere samenhang tussen de ateliergevel aan de Raam, de werkplaatsen met de sheddaken en de kleischuur aan de Vest.
De fabriek is redelijk gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.
De fabriek heeft ensemblewaarde in samenhang met de andere onderdelen. De historisch-ruimtelijke relatie van de fabriek met de waterwegen en uitvalsroute van Gouda is bovendien van stedenbouwkundige waarde.
-
Rijksmonument 16948 - Woonhuis(K), Turfmarkt 112, Turfmarkt 112 A
PAND met gepleisterde klokgevel met geprofileerd, segmentvormig fronton (XVIII) en Empire schuiframen in de verdiepingen.
-
Rijksmonument 16895 - Woonhuis(K), Oosthaven 54
PAND met gevel XVIIIb met verdiepte lijst en gesneden consoles, vroeg Lod.XV. Hardstenen vensterdorpels.
-
Rijksmonument 16743 - Werk-woonhuis, Dubbele Buurt 13
PAND met ingezwenkte lijstgevel (XVIII) met rollaag. Rijk gesneden puibalk (eierlijst). Pui en ramen modern.
-
Rijksmonument 16807 - Woonhuis(K), Lage Gouwe 238, Lage Gouwe 240
PAND met lijstgevel (XIX B) met mezzanino.
-
Rijksmonument 41945 - Boerderij(M1), Bloemendaalseweg 54
Boerderij uit de 17e of 18e eeuw, verbouwd begin 19e eeuw. Gepleisterde voorgevel, door riet en pannen gedekt wolfdak. Zomerhuis onder pannen zadeldak tussen puntgevels met rollagen. Vensters met zesruitsramen. Gedateerd 1873. Zeshoekige roedenberg achter de stal.
-
Rijksmonument 16839 - Werk-woonhuis, Lange Tiendeweg 29, Lange Tiendeweg 31, Lange Tiendeweg 33 A
PAND met ingezwenkte gevel met latere lijst en met hoekvoluten op geprofileerde afdekplaten (XVII ?). Gevel gepleisterd.
-
Rijksmonument 16841 - Werk-woonhuis, Lange Tiendeweg 35
PAND in oorsprong XVI (?), met eenvoudige lijstgevel (XIXb ?).