Kennisbank » Nummering van huizen

Toen de eerste mensen in deze omgeving neerstreken en de eerste huizen werden gebouwd bestonden er geen straatnamen en huisnummers. Dat was immers niet nodig. Zoveel mensen woonden hier niet en om te weten dat iemand in het huis bij de grote boom of in de bocht van de rivier woonde was genoeg. Het weten waar iemand woonde was genoeg.

Toen er eenmaal zoveel huizen en mensen waren dat het moeilijker werd om dat allemaal te onthouden gebruikten men uithangborden om te laten weten waar bijvoorbeeld een timmerman was gevestigd. Deze methode werd al langer gelden gebruik door de Romeinen en Egyptenaren. De borden hadden vermoedelijk geen teksten maar beeldde een beroep uit. Er was tenslotte veel analfabetisme. Een vervolg op borden met plaatjes waren de beelden zoals de gaper.

Na de laatste stadsbrand werden de houten borden vervangen door stenen exemplaren zodat de gevelsteen ontstond. In eerste instantie waren die nog in de kleur van de steen, later werden ze ook geschilderd.

Belasting

Naast de aanduiding van gebouwen in de buitenruimte was het ook noodzakelijk om belasting te innen en dit op een eerlijke manier te doen. Dat kon alleen als er een goede registratie werd bijgehouden.

Houders van de rechten van grondgebruik werden al langer geregistreerd en later kwam daar ook het hebben van onroerend goed bij. In Noord- en Zuid-Holland werd al vanaf 1515 de Verpondingsbelasting geheven. In het Verpondingsregister werd elk stuk land voorzien van een eigen nummer. Het Verpondingsregister is daarmee een eerste vorm van kadastrale registratie. Het verpondingsregister werd bijgehouden tot rond 1832 toen het kadaster definitief in Nederland werd ingevoerd.

Toen Napoleon in Nederland aan de macht was en er spraken was van de invoering van een kadastersysteem werd het oude verpondingsregister vervangen door een eerste vorm van huisnummerring. Rond 1811 werd Gouda ingedeeld in 26 wijken aangeduid met een letter A t/m Z en elk huis kreeg een nummer in die wijk. De wijkindeling en het nummersysteem bleef behouden bij de invoering van het Kadaster. Het Kadaster had betrekking op het heffen van grondbelasting maar niet op het bepalen van een adres, waardoor het kadaster zelf een eigen wijkverdeling gebruikte. Die was een stuk makkelijker want hiervoor werd allen de wijk A,B,C en D gebruikt. Er was geen relatie tussen de wijk A van het kadaster en de wijk A van de gemeente.

De wijkindeling werd rond 1875 aangepast. Het aantal wijkletters werd gereduceerd en de verdeling van de wijken werd logischer. Bij het wijzigen van de wijkletters werden ook alle huisnummers veranderd. De huisnummers werden doorlopend door de wijk gebruikt Wijk A begon bij nummer 1 en alle straten in die wijk kregen een doorlopend nummer. Achter de kerk begon men met nummer 1 tot 38, de Wijdstraat ging verder bij nummer 39 t/m 50 om met nummer 51 over te gaan in de Botermarkt enz. …

Pas in 1909 vervielen de wijk letters als onderdeel van het adres en worden de huisnummers per straat met een even en oneven systeem uitgegeven. De wijken behielden nog wel vrij lang de letter aanduiding.

In 1851 is in de Gemeentewet vastgelegd dat straatnamen voortaan officieel vastgelegd moesten worden. Het vastleggen van straatnamen begint al in de 12de eeuw. Als je rond de Middeleeuwen de weg wilde weten kreeg je een beschrijving; bij het bruggetje rechts, bij de klokkentoren links, bij de oude gevel rechtdoor. Maar op een gegeven moment werd dit toch te omslachtig. Vanaf de middeleeuwen begonnen de mensen met het geven van kortere omschrijvingen aan een straat of omgeving. Straatnamen uit die tijd zijn ook erg logisch en passen of beschrijven vaak de omgeving zoals de Kerkstraat en Dorpsstraat. In die tijd werden er op drie manieren namen aan straten gegeven:

  • Een straat werd vernoemd naar een eigenschap; bijvoorbeeld de lengte van de straat -> de Langestraat of de ouderdom van een straat -> Nieuwstraat, Oude gracht.
  • Een straat werd vernoemd naar de handel die er plaats vond of naar de ambachten die er werden uitgevoerd -> Vismarkt, schoenmakersteeg.
  • Bij het benoemen van een straatnaam werd de relatie van de straat met iets of iemand aangeven -> Schoolstraat, Willem Ruyslaan.

Uit oude bronnen blijkt dat er al vanaf de twaalfde eeuw namen aan straten werden gegeven maar deze lagen niet officieel vast. Hierdoor kwam het vaak voor dat één en dezelfde straat wel drie of vier benamingen had. Zie ook Het ontstaan van straatnamen.

Rond 1873 worden er voor het eerst in Nederland straatnaamborden geplaatst.

In 1977 was er een laatste grootschalige wijziging van adressen in heel Nederland in dat jaar werd de postcode ingevoerd.

Met de invoering van de BAG in 2010 werd definitief wettelijk vastgelegd dat alleen de gemeenten de beheerder van adresbestanden zijn. Alleen de gemeente bepaald een huisnummer of straatnaam en wordt in de officiële registers opgenomen.