Overzicht begraafplaatsen
Gesorteerd op jaar van ontstaan
- Kerkhof bij Sint-Janskerk
- Pestkerkhof (1610-1655)
- Graven in de Sint-Janskerk (1787-1830)
- Joodse begraafplaats Boelekade (1815-1976)
- Oude begraafplaats (1832-1975)
- Rooms Katholieke Begraafplaats (1890-)
- IJsselhof (1929-)
- Joodse begraafplaats Bloemendaal (1930-1976)
- Deutsche kriegerfriedhof (1944-1958)
Op de kaart
Nadere toegangen (indexen)
- Streekarchief Midden-Holland
- Grafmonumenten + grafregister op http://www.oudebegraafplaatsgouda.nl/
- Grafmonumenten + grafregister op Online-Begraafplaasten.nl RK Begraafplaats
- Grafmonumenten + grafregister op Online-Begraafplaatsen.nl Begraafplaats IJsselhof
Bronnen
Publicaties
- Het middeleeuwse kerkhof rond de Sint Janskerk in Gouda van 1487 tot en met 1832 (PDF), door drs. A.G. Bontenbal
- De oude algemene begraafplaats in Gouda (PDF), door Adriana Bontenbal (Tidinge 2003)
- De oude begraafplaats in Gouda (PDF), door Adriana G. Bontenbal
- Stichting Oudebegraafplaats Gouda, jaargang 5 (2004), nummer 10 (PDF)
Wet- en regelgeving
Koninklijk Besluit 1827
In het Franse Keizerrijk werd in 1804 een decreet uitgevaardigd dat het begraven in kerkgebouwen en binnen de omwalling verbood. Dit decreet werd bij de inlijving van het Koninkrijk Holland door het Franse Keizerrijk in 1810 ook in Nederland van kracht. In december 1813 werd het keizerlijk decreet gedeeltelijk ingetrokken en kon er weer begraven worden in kerken en in de binnenstad. Bij Koninklijk Besluit van 22 augustus 1827 kwam definitief een einde aan deze praktijk. Vanaf 1 januari 1829 mocht niet meer begraven worden in kerken. Ook was het in steden en dorpen met meer dan duizend inwoners niet langer toegestaan te begraven binnen een straal van 35 à 40 meter van de bebouwde kom. In deze plaatsen moest buiten de bebouwde kom minimaal één algemene begraafplaats worden aangelegd.
Het Koninklijk Besluit van 1827 liet veel vragen onbeantwoord, met name ten aanzien van bijzondere begraafplaatsen. Volgens een missive van het ministerie van Binnenlandse Zaken stond het de verschillende gezindten vrij eigen begraafplaatsen aan te leggen, op voorwaarde dat zij zelf de kosten droegen en dat zij niet handelden in strijd met de wettelijke voorschriften.
Begraafwet 1869
In 1869 maakte de Wet tot ‘vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken, de begraafplaatsen en de begrafenisregten’ (in Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 1869, no. 65) een einde aan een aantal onduidelijkheden. Voortaan was het wettelijk toegestaan bijzondere begraafplaatsen aan te leggen ten behoeve van leden van een kerkelijke gemeente. Lijkverbranding werd niet toegestaan, maar er werden geen sancties opgelegd. Begraafplaatsen die niet meer werden gebruikt, moesten gesloten worden en tien jaar onaangeroerd blijven liggen. Daarnaast was er de overgangsbepaling dat bestaande begraafplaatsen die op een afstand van 35 à 40 meter van de bebouwde kom lagen maar verder aan de eisen van de Begraafwet voldeden, mochten blijven bestaan.
Bron: Begraafplaatsen in Nijmegen in de 19e en 20e eeuw (Ilse Nagelkerke)